Het N.V.H. (Nederlands Volksherstel) had verscheidenen functies. De organisatie (opgericht in nov. 1944, opgeheven in mei 1948) zetten zich in voor terugkeer, opvang, nasleep, repatriëring, opsporing vermisten uit de tweede wereldoorlog.
Een ander uitgangspunt van Volksherstel was het herstel van het sociaal-cultureel leven, dat door vijf jaar bezetting vrijwel was verdwenen. Daarmee werd de sectie ‘Volksopvoeding’ belast. Vanaf 1941 waren veel organisaties, stichtingen en verenigingen met een politieke, religieuze of maatschappelijk grondslag gedwongen opgeheven. Het culturele leven had vanaf medio 1942 onder controle gestaan van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten en van de Kultuurkamer. Deze instelling had twee belangrijke taken gehad: het propageren en verspreiden van nationaal-socialistische gedachten en daarnaast het controleren van culturele uitingen in ruime zin. Zonder lidmaatschap van de Kultuurkamer was het niet toegestaan een cultureel beroep uit te oefenen. Dit verbod trof niet alleen uitvoerende artiesten, maar met name ook schrijvers, journalisten, uitgevers en theaterproducenten
Na de bevrijding moest ook het culturele leven worden gezuiverd. Veel heeft dit niet betekend, maar in de eerste weken en maanden waren er nog niet veel ‘gezuiverde’ artiesten die mochten en konden optreden. Maar juist nu was er een niet te stuiten behoefte aan plezierig amusement, vooral dansen. De dansscholen waren in maart 1943 gesloten en vooral de jongeren raakten in de ban van de Amerikaanse muziek. Volkherstel probeerde in deze behoefte aan amusement te voorzien door het organiseren van avonden met muziek, toneel, zang en dans met optredens van locale artiesten.