Voor de inventarisatie bevond het archief zich in de archiefkluis van het Waterschap De Brielse Dijkring waar zich ook de archieven bevinden die in beheer zijn bij het Streekarchivariaat Voorne-Putten en Rozenburg. Het was daar terecht gekomen als gevolg van het feit dat de gemeente Bernisse, ontstaan per 1 januari 1980 na gemeentelijke herindeling; na opheffing van de Stichtingen en na beëindiging van het gebruik van de zolderruimte van het pand Harkt 12 te Heenvliet geen ruimte had de archieven te plaatsen.

T.a.v. de vraag wat er na de opheffing van de Stichtingen met de archieven diende te gebeuren, aangezien het oorspronkelijk een particulier archief betrof zijn er contacten geweest met het voormalig bestuur c.q. de liquidatiecommissie van de Stichtingen. In eerste instantie door de gemeentearchivaris van Brielle, de hr. Klok om het eventueel op te nemen in een archiefbewaarplaats. Later is hierover contact opgenomen met de streekarchivaris Voorne-Putten en Rozenburg, de hr. Hordijk. In afwachting van een regeling van inbewaringgeving of schenking werd overeengekomen het archief te plaatsen in een archiefruimte van Brielle (de Provoost). Na verloop van tijd moest het archief daar weg omdat men de ruimte zelf weer nodig had. Met het Waterschap De Brielse Dijkring werd, nog steeds in afwachting van bedoelde regeling een regeling getroffen en werd het archief geplaatst in de archiefruimte van het waterschap.

Na informeel overleg tussen de gemeente-archivaris van Brielle, de streekarchivaris van Voorne-Putten en Rozenburg met het voormalige bestuur en de secretaris van de opgeheven Stichtingen over de bestemming en de bewerking werd overeengekomen dat het archief globaal zou worden geïnventariseerd en dat de daarvoor in aanmerking komende stukken zouden worden vernietigd. Na de bewerking, waarvan de vernietiging een belangrijk aspect vormt zou een nadere regeling getroffen worden aangaande de bestemming van het archief. Deze regeling zal inhouden dat het archief overgedragen en eigendom wordt van de gemeente Bernisse en vervolgens geplaatst zal worden in de archiefbewaarplaats van de gemeente en dan zal vallen onder de werking van de Archiefwet. Wanneer in een eerder stadium zou zijn besloten tot overdracht en plaatsing in een archiefbewaarplaats dan zou vernietiging alleen plaats kunnen hebben volgens artikel 3, lid 4 van het Archiefbesluit (vernietiging formeel alleen na machtiging van de Algemene Rijks Archivaris).