Tiel heeft in het verleden een sterke band gehad met de riviervisserij, met name de zalmvisserij. Al in de 17e eeuw werden de visrechten gepacht van de Algemene Rekenkamer te 's-Gravenhage "...van d'oude tijden af". In 1755 werd door de stad Tiel nog een proces gevoerd over de grenzen van het recht van visserij op de Waal: "vanaf de Rodezandwaart (ter hoogte van Wamel) tot het kerspel (dorp) Dreumel". De relatie tussen Tiel en de riviervisserij is vandaag de dag nog terug te vinden in de Vismarkt, die in 1670 vernieuwd werd en die zich toen bevond op de plaats waar nu het streekmuseum "De Groote Sociëteit" is gevestigd, naast de Waterpoort. De Vismarkt werd in de 18e eeuw verplaatst naar de overzijde van het Plein. Op de dagelijkse vismarkt werden allerlei soorten rivier- en zeevis verkocht.
Van oudsher is Tiel georiënteerd geweest op de binnenvaart, er waren hier vroeger touwslagerijen, zeil- en nettenmakerijen voor de visvangst en tagrijnhandelaren (kooplieden in tweedehands scheepsmaterialen).
Tot ongeveer het midden van de 20e eeuw werd de Waal bevaren door een groot aantal Waalschokkers. Met deze schepen, die door de handelsvaart stroomopwaarts getrokken werden en zich vervolgens lieten afzakken, werd gevist op zalm en paling. Door modernere vangsttechnieken en de achteruitgang van de visstand in de grote rivieren verdwenen de Waalschokkers langzaam maar zeker uit beeld.