Uw zoekacties: Archief van Dorpspolder Dalem, 1882 - 1954

0444 Archief van Dorpspolder Dalem, 1882 - 1954 ( Regionaal Archief Rivierenland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Geschiedenis
1.2. Oprichting
1.3. 1940-1945
0444 Archief van Dorpspolder Dalem, 1882 - 1954
1. Inleiding
1.3.
1940-1945
In deze jaren werd de polder twee keer onder water gezet. Op 18 april 1940 deelde de heer J.J. de Gier als voorzitter de polderraad mee '...dat een groot gedeelte van onsen Polder is geïnundeerd, verder hoopt hij dat dezen genomen maatregel moge blijken overbodig te zijn geweest, en dat wij voor ernstiger omstandigheden gepaard mogen blijven...'. De geschiedenis wees helaas anders uit. Gedurende de daaropvolgende oorlogsjaren slaagde de polderraad erin te voorkomen dat de waterstaatsbelangen verwaarloosd werden.
Dankzij de heer Kruijt, voormalig hoofd van de lagere school te Dalem, zijn foto's van de opening der inundatiesluizen beschikbaar. Op 15 april 1940 werden de sluizen geopend en op 23 april daaraanvolgend was het gewenste waterpeil bereikt.
Op 29 december 1942 nam de heer G. de Gier, heemraad van het polderdistrict Tielerwaard aan de polderraadsvergadering deel. De Gier lichtte vervolgens de reden van zijn komst toe. Bij de 'hogere instanties' leefde al geruime tijd het idee om tot een beter waterstaatsbeheer te komen. Dit moest verwezenlijkt worden door samenvoeging en centralisatie van bestaande polders. De hieraanverbonden hoge kosten hadden vooralsnog realisering voorkomen, het idee dat beter beheer noodzaak was, leefde nog steeds. De Dijksteel van het polderdistrict Tielerwaard was van mening dat enig toezicht hunnerzijds beter beheer en onderhoud tot gevolg had. De Gier vervolgde zijn betoog door de poldermeesters aan te raden voor een geregelde en verbeterde waterafvoer te zorgen, daar hij bereid was '...zoo noodig niet voor strenge maatregelen terug te deinzen...'.
Weliswaar was de toestand bij de dorpspolder Dalem niet volmaakt, ingrijpen was voorlopig niet nodig.
De secretaris van de dorpspolder Dalem reageert enigszins furieus op De Giers woorden, als hij zegt '...zoo vrij te zijn op te merken, dat het dan toch maar makkelijk is, om ter wille van de grootere kosten die centralisatie der polders medebrengt, de meerdere werkzaamheden te leggen op poldermeesters, zonder dat deze hiervoor een hoogere bezoldiging genieten...'.
Dertien jaar later verscheen De Gier opnieuw in de polderraadsvergadering, nu voor de opheffing van de dorpspolders!.
In de eerste naoorlogse vergadering op 19 juli 1945 werd teruggeblikt op de jaren 1940-1945.
Nadat de geallieerde troepen in september 1944 Nijmegen hadden veroverd, was aan de electriciteitslevering door de Nijmeegse centrale een eind gekomen. Via noodmaatregelen leverde de Dordrechtse centrale de benodigde electriciteit, alleen tegen veel hogere kosten. Rond april 1945 was echter ook de Dordrechtse centrale door gebrek aan brandstoffen genoodzaakt de electriciteitsvoorziening te beïndigen. In dezelfde periode werd de dorpspolder Dalem door een tweede inundatie bedreigd. Duitse troepen hadden in de Tiendweg een gat gegraven, om zo het Lage Veld onder water te kunnen zetten. Voordat de Duitse capitulatie een feit was, waren maatregelen getroffen om het Lage Veld droog te malen.
Na stookolie in ondermeer Gorinchem, Hardinxveld en Vuren te hebben opgespoord, kon via het waterleidingbedrijf te Gorinchem de electriciteitsvoorziening en dus de bemaling worden hervat. Zo kon worden voorkomen dat het Lage Veld veel schade door het water opliep. Desondanks waren de kosten die gemaakt werden om de polder droog te krijgen buitengewoon hoog. De hoge stand van de Linge, veroorzaakt door een noord-wester wind, verhinderde dat al het water uit de polder kon worden afgevoerd via de inundatiesluizen. Als gevolg hiervan moest een grote hoeveelheid water worden uitgemalen, hetgeen bij de hoge electriciteitsprijzen, een (extra) uitgave van f 6538,38 betekende.
1.4. Opheffing
1.5. Het bestuur
1.6. Verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Datering:
1882 - 1954
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
5,50
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de dorpspolder Dalem, 1882-1954