De schoorsteenboezem werd in 1663 door de beeldsnijder Gerrit Goosman versierd. Uit zijn rekening blijken de werkzaamheden, die niet alleen het snijwerk aan de schoorsteen betroffen maar ook dat van de kroonlijst en de kapitelen. Voor de schoorsteen maakte Goosman de kroonlijsten, de friezen, de mascaron, de voluten aan weerszijden van het schilderij en de festoenen aan de zijkanten van de schoorsteenmantel en de aansluitende muurvlakken. In plaats van de huidige schildering in de cartouche onder de mascaron was door Goosman het wapen van Rijnland gesneden ('Tot hun contentement gemaeckt', no.1.3). Meer informatie over het snijwerk is te vinden in 'Tot hun contentement gemaeckt', pag. 39 e.v. no.1.2.

In 1657 begon men met de verbouwing van de grote zaal en de hal, naar ontwerp van Pieter Post. De hal werd een statige entrée, voorzien van een door Michiel Sax geleverde bordestrap. In 1663 verfraaide de "beeltsnijder" Gerrit Goosman dit trapportaal. De vazen die op de voorstijlen van de trap zijn geplaatst werden in 1670 door de "mr. beelthouwer" Frans van Tongeren gemaakt. Waarschijnlijk waren het houtwerk, de festoenen en de vazen gemarmerd en deels verguld. De zoldering van de vestibule was eveneens beschilderd. 'Tot hun contentement gemaeckt', pag. 39, no.1.1.

Deze steen maakt deel uit van een set van 3 eerste stenen. Deze stenen werden gelegd door W.A. Druyvesteyn, A.L. Gevers van Heten en P. van Lelyveld.