brugge [= Kerkbrug], Voorburch, de vaert naer Leijden, de wech naer Wilsveen, den heerwech, de tolbrugge [= Oude tolbrug], Ouwelandenbrugge, de Vriesen [= de Nieuwe Tolbrug], copelle, de horenbrugge [= Hoornbrug], coorenmolen, de wech in questie [middelweg nu Prinses Mariannnelaan], de Geestbrugge, de kade, de wech naer Rijswijk, Matenesse, watrinck, de sloot in questie, mr. Thomas, sluysken, een hoel [heul]

weilandt, de nieuwe sloot, Broeksloot, Outshoorn ten noorden

Met vermelding van de "hoefslaagen"en het banwerk.

[Tekstblok:] Explicatie van het versoek, a:a: is de sloot die versogt wert gedempt te mogen werden, b:b: is de vijver die vier roeden moet verbreet werden, c:c: is de sloot die een roe moet verbreet werden om daermede de dam voor het huis te maecken, d:d: is de nieuwe brugh over de Sweth, E: is een slootje dat gedamt moet worden, F: is een draei daer een brugge moet gelegt werden, g:g: is een poortje tot uijtwateringh van de orange thuijn, h:h: is de plaets daer het thuijnhuisje moet komen [Losse tekst:] de vaert nevens de Groote Beuckelaen, Spirins wateringh, bos, boomgaert, moesthuijn, de vaert of Kastagne, vrugtthuijnen of Orangethuijn, partaire, het huis, het plain voor het huis, beuckebos, de vaert of de Sweth, de ouwde brugh

de Hoekpolders molen, de Swet, de molensloot vande Hoekpolder, de molen van Plaspoel, de Kitswoningh, het lant vande heer Lodestein, de Noorthoorn, molesloot ende koocker, Sion, de Corstange, Spieringhswateringh

[Achterzijde:] Broekpolder onder Rijswijk 1642 [Tekstblok:] Op huijden den XXVIc augusti XVI tweënveertich hebbe ick Johan van Beest, openbaar lantmeeter bijden Hoove van Hollandt geadmitteert, resideerde binnen de stadt Delft, ten versoucke van eenige ingelanden vande Oude Brouckpolder, gemeten de distantie vande boomen staende binnen de vijftich ende hondert roeden respective van desselffs waetermoolen genaemt Schaepenmoolen. Ende hebbe ick bevonden opde Noottorpse kaede eenige elssebossen binnen de vijftich, ende de reste binnen de hondert roeden, Noch eenige ijpebomen ende willigestooven opde selffde kaede bevonden binnen de hondert roeden. Den tuijn vanden heere Dirck vander Lee leit ten dele binnen de vijftich, ende de reste binnen de hondert roeden. Den tuijn van Cornelis vander Veer leit voor t merendeel binnen de hondert roeden. De weije A ende de cooltuijn B leggen ten deele binnen de hondert roeden. De kooltuijnen van Sasbout ende Michiel vander Dussen leggen ten deele binnen de vijftich ende de reste binnen de hondert roeden. Den bogaert van de weduwe van zaliger Frans Gerritsz. Ouwejan leit bijnae geheel inde hondert roeden. Een stuck vanden tuijn van Cornelis Michielsz. Soetens ende van Pouwels Joppen van Sprinchuijsen leggen inde hondert roeden. Alles sodanich hier beneffens aenwijsende twee circulen, daervan de kleenste staet vijftich roeden ende de grootste hondert roeden omme de voors. waetermolen. Ten oirconden hebbe ick desen onderteeckent Joan van Beest 1642 [Losse tekst:] Pasgelt, de Karstangie, de Kleijweg, de Haechse vaert, de Haechse wecht, 't leproos huijs, Jan vande Berch, Cornelis vander Veer, Dirc vander Lee, Het Gasthuijs tot Delft, Noottorpse kaede, Michiel vander Dussen, Pouwels Joppen Sprinchuijsen, de weduwe van zaliger Frans Gerritszoon Ouwe Jan, de erfgenaemen van zaliger Franchois Spiering, Sasbout ende Michiel van der Dussen, Schaepenmolen, molensloot

Kitswooningh, landen van den heer Van Hogendorp, Sion, de Swet, Bontehuis, molewateringh, de molewateringe van Schaepsweijpolder, 11 morgen van de gravin Van Berloo nu aen monsieur Heeneman, 4 morgen van Renoij, 12 morge van den heer Van den Bosch nu aen den heer De Vries, dese stippels marqueren het uijtpadt voor de Kitswooninge, 8 hondt van den heer Van Hogendorp, de weduwe Lodestein, 5 morgen van de heer Tromp nu Archestein, 1 morge van Archestein, 1 morge van Rijsier, de weduwe Lodestein, 7 morgen 3 hondt van den heer Schravesanden, de laan van Zion sijnde nogh genoegsaem in wesen, de weduwe Lodestein, 10 morgen van de kinderen van Bam, 7 morgen 1 hont van Archestein, het huis van Archestein 7 morgen van de weduwe van Pieter van der Juist, 6 morgen van Carel Dispontein, 4 morgen 2 hont van de kinderen van Bam, 5 morgen van de kinderen van de heer Bam gecomen van Tesman, brugge, de Waeteringsewegh, daer Hogendorp de bamwercken (=banwerken) voor Zion en de Kitswooningh moet maecken

[achterzijde onleesbaar] [voorzijde:] Huijbregtswatering, de Kitswooning, de erffgenamen van Lodesteijn, 't Bontehuijs, de Swet, de molenwatering, 65 roe, 8 hondt behoorende aende Kitswooning, 47 roe, 12 roe, 11 mergen vande gravin van Berlo, 12 morgen vanden heer Johan vanden Bosch, de erfgenamen van Lodesteijn, vande weg af tot hier toe is de laen genoegsaem nog in wesen dat men 't sien kan, 7 mergen 4 hondt vande weduwe van Pieter vander Juijst, 6 mergen van Carel Disponteijn, 3 mergen vande heer Tromp nu Huijg Arkesteijn, 7 mergen [...] hondt vande heer 's-Gravesande, 10 mergen vande kinderen van joncker Bam, 4 mergen 2 hondt vande kinderen van joncker Bam, de Molenwatering vande Schaepweijpolder, 4 mergen van Renoij, 1 merge van Maerten Huijgen Arckesteijn, 1 merge vande Heilige Geestarmen van Rijswijk, of men al gesondeert heef[t] wat het landt soude gelege, hier placht vanoudts een laen te lopen naer 't clooster Sion volgens 't seggen vande oude huijsluijden, 7 mergen 1 hondt van Maerten Huijgen Arckesteijn, 5 mergen vande kinderen van joncker Bam gecomen van Tesman, de heereweg of Vlietweg naer Wateringe

Steene muijr, woonhuijs, steene pilaren, stal en wagenhuijs, de vaerdt na Leijden de oude tholbrugge, de wegh na Voorburgh, breet 23 v[oedt] 10 d[uijm],15 voedt 4 duijm, 17 voedt, 18 voedt 3 duijm, 23 v[oedt] 5 duijm, dit sijn huijsen en thuijnen vande oversijde.

Gront van de heer en meester Laurens Ravens, 7 v[oet] 8 d[uijm] intrecken, 6 v[oet] 2 d[uijm] intrecken, 4 roe 5 voet, 15 v[oet] 4 du[ijm] intrecken, de weght na Voorburgh, 17 vo[et] 8 duij[m], hier gelijck met den heijning, 4 roe 9 voet, 21 voet 5 duij[m], 25 duijm uijtsetten, de ouwe tholbrugge, gront voor de huijsen en tuijnen, de treckvaert na Leijden.

Beginnende aende Guse ofte Tolbrugge voor eerst 20 roede hooge plaatinge, t eijnde van de sloot toedamme, 12 roede laage ofte in voetschoeiinge, aen't kantge de brugge voor't verlaat, 14 roede schoeijinge 2 a 3 voet uijt te sette ofte de hegge in te treck, voor't ouwe huijs vande hr. Berckhout 6 roede schoeijinge in te boete, 4 roede schoeijinge ende ijp af te scheere, noch 75 roede schoeijinge voor't huijs en landt vande hr. Berckhout, ende selve inde vaart 2 a 3 voet uijt te sette, 't hek vande hr Berkhout, 3 a 24 roede schoeijinge ofte plaatinge ofte den hoek vande schuer in te trecke ende dooren op te scheeren, hek, 34 roede platinge ende de willige stoore wegh doen, voor de hr. duaklijn een bruggetge 2 roede platinge, de willigeboome wech doen die wel twee voet buijten den dooren staen, de vlonderbrugge voor pieter woutersse, een roede platinge, hek, de vlonderbrugge voor de volmoole van Jan van Seijl, 6 roede plaatinge, hek, de glintinge als de schuttinge twee voet achteruijt te sette en de hegge aende buijte sijde op te scheere, hek, 4½ roede plaatinge, de brugge voor de Steenplaats, de Rijswijcksse brugge, een roede platinge, 1½ roede platinge, 7 roede platinge, aen den Hoorenbrugge, Rijnlantse maat

[Tekst achterzijde:] Caerte over den mole inde Noortpolder van Rijswijck [Tekstblok voorzijde:] den Elstacker vande Koeboucht tot an t' lant ofte tuijn van Artoeijs is lanck XXII roe[de]n, is breet beplant met elsseboomen III roe[den] vijf voet alwaer noch noort an compt een pat ofte laen van XII voeten breet tot ande beeleboomen, Den tuijn ofte plantaegen van Artoeijs is uuijtsteeckende van A tot ande Broucksloot XIIII roe[de]n VI voeten, Item van't midde vande oude molenwerf ghelegen in Voorburch tot ande oude boomen staende inde Koeboucht is lanck LXVIII roe[de]n ende VI voeten, Is lanck van't midde van de Nieuwe molen in Rijswijck tot ande oude boomen LXVIII roe[de]n, Aldus gemeten en de gecaerteert in augusti 1632 bij mij [Ondertekend:] Floris Jacobsz., geswooren lantmeeter [Losse tekst:] de Haechse vaert, het lant ofte thuijn van Artoeijs, Broucksloot, Coeboucht, Nieuwe Rijswijckse molen, hier heeft de oude molen in Voorburch ghestaen

[Tekst achterzijde:] Caerte, de Noortpolder [Tekstblok:] den Elstacker van de Koeboucht tot an 't lant ofte tuijn van Artoeijs is lanck XXII roe[de]n, is breet beplant met elsseboomen III roe vijf voet alwaer noch noort an compt een pat ofte laen van XII voet breet tot ande beeleboomen Den tuijn ofte plantaegen van Artoeijs is uuijtsteeckende van A tot ande Broucksloot XIIII roe[de]n VI voeten, Item vant midde vande óude molenwerf ghelegen in Voorburch tot ande oude boomen staende inde Koeboucht is lanck LXVIII roe[de]n ende VI voeten, Het tuijnken is breet vande cant vande gracht noortop tot anden Elstacker VIII roe[de]n ende VI voeten, Is lanck vant midde van de Nieuwe molen in Rijswijck tot ande oude boomen 'LXVII roe[de]n, Aldus gemeten ende gecaerteerd in augusti 1632 bij mij [Ondertekend:] Floris Jacobsz., geswooren lantmeeter [Losse tekst:] de Haechse vaerdt, het lant ofte thuijn van Artoeijs, Broucksloot, Nieuwe Rijswijckse moolen, hier heeft de oude molen in Voorburch ghestaen