Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: -x
beacon
1.696  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regest
803 Tuigt Lambert die Tymmerman woe dat mijn heer van Zwartsenborch hem geschickt heeft in [Mytelenss] huis om een bedde en bedstede met gordijnen en hun toebehoren op te breken met 2 zijner knechten, dat zij opgebroken hebben en dat bedde met een bedstede en gordijnen gebracht in des heren van Swartsenborchs huis en dat Lambert voorzegd in tegenwoordigheid des heren dat bedde en bedstede met de gordijnen aldaar wederom gezet heeft; - tuigt Alert Erlandts dat zij met Joffer Catharina van Zwartsenborch gewoond heeft en dat zij door anders niemand geloond en onderhouden is worden dan door Joffer Catharina voorzegd en dat Geryt Voss 4 bedden met hun toebehoren gebracht heeft van Colne met een deel huisraads, Joffer Catharina voorzegd toebehorende, en een groot bekken en dat Joffer Catharina voorzegd van de tijd aan dat zij van Colne gekomen was haar zelfs linnenwerk en ander "gereytschapp" gebruikt heeft en dat Joffer Catharina voorzegd haar moeders sleutels niet gehad heeft, wat zij gezien heeft; - verder tuigt Alert dat een stuk klein linnendoeks in vrouw Vossen huis van Colne gekomen was, dat vrouw Voss arme vrouwen aan doeken om Gods wil gegeven heeft; en dat Joffer Catharina voorzegd van der tijd aan dat zij van Colne gekomen is, altijd de kost in haar moeders huis gedaan heeft; - tuigt Naell, Lamberts voorzegd huisvrouw, dat zij gewoond heeft bij mijn heer van Zwartsenborch en vrouw Vossen maagd geweest is; dat zij altijd gezien heeft dat mijn heer van Swartsenborch in zijn kamer van linnen gewaad hetzij op bedde of anders gebruikt heeft, zijn zelfs linnengewaad geweest is, dewijle dat mijn heer van Swartsenborch en Joffer Catharina voorzegd e.l. bij de ander waren, en dat zij ook niet gezien heeft dat Joffer Catharina haar moeders sleutels in bewaring had; - tuigt Naell Helmychss dat zij met vrouw Voss en Joffer Catharina voorzegd gewoond heeft en dat Joffer Catharina voorzegd haar brood en loon gegeven heeft en
Datering:
Op zaterdag post Lucie 1541
Folio:
tussen 132v-133r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
389
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
796 Item is gekomen Aellet van Apeldorn, voortijden zal. heer Engelbertus, officiant te Oosterbeek, maagd geweest is, voor mij Hans van Cruycenach of Paep en voor mij, Johan Sluysken, en heeft getuigd en gezegd bij haar eed, zo zij met recht daartoe gebaad is, woe dat zij met waarheid wel weet dat Henrick van Gladbach, priester Cols Chrisdom, haar heer voorzegd, heer Engelbert, ettelijk geld geleend heeft in zijn nood en krankheid en voort ook ettelijke kazen gekocht te Arnhem en zulks alnog onbetaald is gebleven, als haar heer Engelbert stierf, en ook nog op deze tijd toe niet vernoegd is; en is oerbodich geweest deszelven een eed te doen; - Item op zelve voorzegde tijd is gekomen Hinricksske Hoichbeyns en heeft gesproken en getuigd woe dat heer Engelbert voormeld haar beloofd had weit te leveren en zij derhalve heer Henrick betalen zou wes heer Engelbert schuldig was en ook 1 Joachim daler heer Henrick daarop gegeven had; zo dan heer Engelbert kort daarna als omtrent 14 dagen haastelijk stierf en haar geen weit leverde, zo heeft heer Henrick ook niet voortaan klaar betaling van haar gekregen, als hij zou hebben gehad, maar ook de voorzegde Joachim daler weerom moeten geven na heer Engelbertus dood en hiermede mag men klaar merken dat heer Henrick nog niet vernoegd is en zijn maninge niet onbillijk is, maar oprecht; - Item op voorzegd dag is ook nog gekomen Egbert van Cloppenborch [en dan doorgehaald: die op Sente Johansplaats te wonen placht en nu ter tijd in de Weverstraat woonachtig ]en heeft getuigd woe dat men ook nog wel indachtig en kondig is dat heer Henrick voorzegd nog ten achteren is aan heer Engelbert zal. en ook op eenmaal geld wilde laten beslaan.aan Egbert staande, want hij van heer Mychael, pastoor van Heteren, en Hersken Kortleven, dem God genade, een bed gekocht had met zijn toebehoren dat heer Engelbertus geweest was, en daarvan nog sommige penningen betalen z oude.e ; en diezelvige wilde heer Henrick hebben laten beslaan, maar Egbert zei
Datering:
Op Sente Nicolaasdag 1541
Folio:
tussen 131v-132r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
389
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
732 Zijn Arnt en Thonis Reynerss, gebroeders, gekomen met Gaert Gaertss, Melis Henrixss en Wolter Henrickss, die Arnt en Thonis tot getuigen namen voor het volle gericht van Hoevelaken, dat Arnt en Thonis hadden doen verzamelen om hun loon en daarin een presentatie gedaan zoals daar een uitspraak gedaan was door 4 arbiters, met name: Henrick van Poelwyck, Daem van Delen, Jacob van Tuyll en Hans van Cruysnacht, tussen Johan Arntss en hunluiden en dat op zekere pene vermogens de uitspraak, die Arnt en Tbonis onschuldig wilden wezen, om die uitspraak te achtervolgen naar luid van de presentatie en protestatie op Sente Remigii dag voor de stadhouder des richters en schepenen van Arnhem geschied, protesterende in gelijken voor de gerichte van Hoevelaken gelijk alhier voor de stadhouder en schepenen van Arnhem geschied was, een schijn daarvan begerende, tonende niet alleen copie van de protestatie, te Arnhem gedaan, dan het principaal derzelver gericht; waarop het gericht zich beraadslaagd heeft; weder van het beraad komende, hebben zij Arnt en Thonis voor antwoord gegeven: "wy willen ons beraet balden 14 daegen ind alsdan na Arnhem trecken om ons aldair te beraeden", waarop Arnt en Thonis de gerichte antwoordden: "des tit velt ons to langh, want andere luyde zeygen oer lant ind dat en kannen off moegen wy niet doen ind onse oehems bouman aft pechter eert ind zeyget zyn lant recht off, daer geen uytspraeck gegaen wurt"; waarop de scholt met sampt schepenen zich wederom beraden hebben, Arnt en Thonis voor antwoord gevende: zij konden nu ter tijd daar niet toe doen, dan wilden Arnt en Thonis op maandag, ipso die Victoris weder horen; alsdan wilden zij zich beraden wat zij hun voor antwoord zouden geven, antwoordden Arnt en Thonis: "alsdan moghet gy ons hen stueren wie oeck nu geboert ind onse myst leyt noch in onse vaelt, die acker ongebouwet, ind onse ohems pechter myst, bouwt ind seyget; sy dy scepen beter dan stathelder ind scepen to Arnhem"? en toen
Datering:
op gudesdag post Remigii 1541
Folio:
tussen 118v-119r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
389
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Regest
692 Comparuerunt Ffranss Wilhemss en Bessell Wilhemss met recht besat om een getuig der waarheid te geven en tuigen, zo als zij te Amersfoort getagen zijn om kondschappe te leiden voor hen zelf en niet als gemachtigden van Floryss Thymanss en dan de waarheid met recht te eisen van ettelijke, die zij vermeenden de zaak met zal. Gaert Thymenss wel indachtig te zijn, dat zij in den eersten voor recht hebben laten baden Johan van Westrenen; als hem de weet voorhoofs gedaan is, heeft hem de raad van der stad wege uitgeschickt en, zoals "ons" alle mensen opter straten zeiden, zou hij de waarheid niet verzwegen hebben en wes "wy" met recht op hem vorderden, heeft hun de raad verantwoord dat hij uit de stad was en was nochtans voor en na tijds genoeg in de stad om zulke zaak te tuigen; de andere raadsheren, die zij hadden doen baden, hebben met alle argumenten voorgegaan om de dag te beletten dat Floryss te Arnhem zou wezen en zijn bescheid inbrengen; en met de ander daarom geraadvraagd woe zij zich in de zaak hebben zouden, want zij daar mede beducht waren; zo hebben zij "ons" aan laatst zeggen dat zij niet langer schuldig waren getuig te dragen dan een jaar na de dag "summa"; doch zij moesten tuigen en hebben getuigd te zamen dat zij van de zaak niet wisten en zeiden dat zij met Gaert Thymanss niet te Utrecht geweest hadden, dan Corneliss Vossen Daern Wilhemss dat zij met Gaert voorzegd getagen waren als vrienden en Gaerts medebloedverwanten waren; zo heeft "ons" één, genaamd Splynter van Westrenen, schepen uit die stad komende, gezegd: "lieve gesellen, wy weten waell anderss, gy moet U lyden; hebben zy zielen genoech, gy moet guets genoech hebben"; en alle mensen verwonderden zich, toen dit geschiedde, en liepen van boosheid van het huis en zeiden: "Jesuss, verwondert onss van Jan Janss, Reyer Luyten en Henrick Pott dat zy sulcke e ed en doen": en daar kwam een goed man, genaamd Braickell, tot ons en zei:
Datering:
26-08-1541
Folio:
113r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
389
Organisatie: Gelders Archief