Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: 0001x
beacon
7.862  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).

Registers betreffende de domeinen in de afzonderlijke kwartieren, ca. 1495.
N.B. De registers lijken ondanks veel verschillen bij elkaar te horen en als voorstadia of gegevensverzamelingen voor het samenvattende register (inv.nr. 2257) te beschouwen te zijn. Zo is het handschrift van de betiteling en van de rubrieken in de registers 2259, 2260, 2262 en 2263 gelijk. Zie ook de veelvuldige waarmerking van stukken door Johan Fischer, bijv. inv.nr. 2259, fo. 147 en 196.
2263 Aantekeningen en afschriften van akten over 1342-1492, betreffende bezwaring en verpanding van domeinen in het Overkwartier, ca. 1495 1 band en 1 omslag
N.B. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten, voorzover de akten niet in origineel in dit archief zijn overgeleverd.
Regest
2263.01-0057 Hertog Adolf verklaart dat hij burgemeesters, schepenen en raad van de stad Erkelenz wegens voor hem gemaakte kosten voor proviand en andere bijstand zijn gruit had verpand, dat de stad hem in zijn strijd tegen zijn oom,(Johan I), hertog van Kleef had gesteund en voor hem uitgaven had gedaan tot een bedrag van 552 Rijnsgulden, waarvoor hij de stad zijn 35 malder tarwe, geheten de Molenweyt, had verpand, losbaar met 300 Rijnsgulden, boven de pandsom van 400 Rijnsgulden die daar reeds op ruste ten behoeve van de stad, terwijl hij de overige 252 Rijnsgulden op zijn gruit vestigde, die zijn vader reeds lang geleden voor 180 Rijnsgulden aan de stad had verpand.
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).

Registers betreffende de domeinen in de afzonderlijke kwartieren, ca. 1495.
N.B. De registers lijken ondanks veel verschillen bij elkaar te horen en als voorstadia of gegevensverzamelingen voor het samenvattende register (inv.nr. 2257) te beschouwen te zijn. Zo is het handschrift van de betiteling en van de rubrieken in de registers 2259, 2260, 2262 en 2263 gelijk. Zie ook de veelvuldige waarmerking van stukken door Johan Fischer, bijv. inv.nr. 2259, fo. 147 en 196.
2263 Aantekeningen en afschriften van akten over 1342-1492, betreffende bezwaring en verpanding van domeinen in het Overkwartier, ca. 1495 1 band en 1 omslag
N.B. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten, voorzover de akten niet in origineel in dit archief zijn overgeleverd.
Regest
2263.01-0048 Hertog Reinoud IV verklaart Johan van Bueren heer Johansz., heer van Arcen en diens vrouw Maria, (bastaarddochter van hertog Willem I), zijn nicht, wegens hun huwelijksvoorwaarden 100 Rijns gulden schuldig te zijn en vanwege de koop van Arcen door hertog Willem I van Willem van Crekenbeeck nog eens 50 Rijns gulden, losbaar met respectievelijk 100 en 50 Rijnsgulden.
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).

Registers betreffende de domeinen in de afzonderlijke kwartieren, ca. 1495.
N.B. De registers lijken ondanks veel verschillen bij elkaar te horen en als voorstadia of gegevensverzamelingen voor het samenvattende register (inv.nr. 2257) te beschouwen te zijn. Zo is het handschrift van de betiteling en van de rubrieken in de registers 2259, 2260, 2262 en 2263 gelijk. Zie ook de veelvuldige waarmerking van stukken door Johan Fischer, bijv. inv.nr. 2259, fo. 147 en 196.
2263 Aantekeningen en afschriften van akten over 1342-1492, betreffende bezwaring en verpanding van domeinen in het Overkwartier, ca. 1495 1 band en 1 omslag
N.B. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten, voorzover de akten niet in origineel in dit archief zijn overgeleverd.
Regest
2263.01-0029 Hertog Arnold verklaart dat hij instemt met de verkoop door Allard van Bueren en zijn vrouw van de windmolen te Rijnckensvoirdt (Rinkesfort) onder Maasbree in het Land van Kessel, met recht van molendwang te Helden, aan Seets (Zeets) van Brede en diens vrouw Heilwich, behoudens de hertogelijke pacht.
Organisatie: Gelders Archief
 
 
 
 
 
Inventaris
8. Appendix. Inventarisatie sinds de 19e eeuw
8.1. Inventarissen, nadere toegangen en andere beschrijvingen
8.1.03. Oud archiefblok 0236 Aanwinst Buren 1884

Oude beschrijvingen van archivalia uit het Gelderse hertogelijke archiefdepot in het kasteel te Buren, meestal deperdita, naar de inventarissen in het Koninklijk Huisarchief
N.B. Deze inventarissen betreffen: HaKV, B 09 Huis Oranje-Nassau, acta en retroacta, inv.nrs. 31 en 32. Ze zijn opgesteld voor 1611 (zie A.P. van Schilfgaarde, Inventarissen van het hertogelijk Gelderse archiefdepot te Buren, Nederlands Archievenblad 58 (1953-1954) 111-113).
5270 R. Wartena (bew.), z.j. Fiches
N.B. Betreft stukken die verloren zijn gegaan. Zij zijn opgenomen in de regesten hieronder. Daarbij wordt verwezen naar HaKV, B 09 Huis Oranje-Nassau, acta en retroacta, inv.nr. 31. Waar mogelijk zijn de regesten aangevuld met behulp van andere bronnen. Naast de bescheiden die in regestvorm zijn weergegeven, bevat inv.nr. 31 nog de volgende summiere beschrijvingen:
Een rol betreffende de jurisdictie van de heer van Bergh (nr. 150); stukken betreffende de grens tussen de heerlijkheid Bergh en de stad Emmerik (nr. 518), een verbod tot houtkap in het Land van Zutphen (nr. 167), een verklaring over eigenlieden te Groenlo (tussen nrs. 197 en 198), kwitanties van Dirk, graaf van Kleef, Irmgard en Elisabeth van Berg, Hendrik van Waldeck, proost van Emmerik en van 'comitis Luttenielibonae' (nr. 321), kwitanties van de heer van Batenburg (4, nr. 322), Meeus van der Heyde (5, nr. 323), van de stad Nijmegen (7, nr. 324), van de stad Arnhem (3, nr. 325), van de stad Zutphen (3, nr. 326), van de stad Doesburg (1, nr. 327), van Geerolf Sadel (2, nr. 328), van Peter van Afferden (1, nr. 329), particuliere rentebrieven en overeenkomsten (nrs. 233 en 296), kwitanties (nrs. 298, 316, 330, 383, 459, 473 en 541), oorlogscommissies (nr. 314), oorlogsverklaringen (nr. 315), brieven (nrs. 398 en 515),
Regest
5270.1-0385 Allard Scade en zijn broer verstrekken (Jan), heer van Arkel een obligatie ter voldoening van hetgeen heer Otto van Buren en heer Otto en Wouter Covoet van Boneval (Coevoet van Bonendael) aan de heren van het Domkapittel te Utrecht hadden beloofd en waarvoor de heer van Arkel borg had gestaan.
Datering:
1404 juni 9
NB:
Regest: HaKVC, inv.nr. 31 nr. 93, aangevuld met nr. 32. Origineel niet meer voorhanden.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief