Uw zoekacties: Burgerlijk Armbestuur

Archiefvormers ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Burgerlijk Armbestuur
Naam archiefvormer:
Burgerlijk Armbestuur
Vestigingsplaats:
Nieuw-Lekkerland
Onderdeel van:
gemeente Nieuw-Lekkerland
Opgericht:
tussen 1854 en 1861. Bron: gemeenteraadsbesluiten van 14 januari 1861, 8 februari 1861, 24 april 1952, 25 juni 1954
Opgeheven:
1965. Bron: Algemene Bijstandswet 1965 en gemeenteraadsbesluit d.d. 18 juni 1964
Taken:
Verlenen van ondersteuning in geld of in natura aan behoeftige inwoners die hiervoor op de gemeente zijn aangewezen en overeenkomstig de wettelijke voorschriften
Nadere informatie:
Burgerlijk Armbestuur:

De burgerlijke armbesturen waren gebaseerd op de Armenwet van 1854. Die wet bepaalde dat deze instellingen mensen moest ondersteunen waaraan om een of andere reden geen bedeling werd toegekend door kerkelijke en particuliere armbesturen en de familie niet in staat of bereid was dit te doen.

Het oudste stuk over het Burgerlijk Armbestuur van Nieuw-Lekkerland is diens reglement uit 1861.
Het Burgerlijk Armbestuur bestond toen uit drie door de gemeenteraad benoemde leden, onder de naam van armmeesters, van wie een voorzitter was. Het werd bijgestaan door een boekhouder/secretaris, later een secretaris/penningmeester.

Maatschappelijk Hulpbetoon:

Enkele raadsleden hadden medio vorige eeuw bezwaren tegen de (verouderde en beladen) benaming Burgerlijk Armbestuur en wilden mede daarom een dienst voor sociale zorg in het leven roepen. Daar voelde het college van B en W toen niet voor, reden waarom het de gemeenteraad in 1952 voorstelde het Burgerlijk Armbestuur voortaan burgerlijk instelling "Maatschappelijk Hulpbetoon" te noemen. Aldus werd besloten, met ingang van 1 juli 1953, maar voor zeer korte duur.

Sociale Zorg:

Al met ingang van 1 januari 1955 werd Maatschappelijk Hulpbetoon opgevolgd door Sociale Zorg.
Het bestuur van Sociale Zorg bestond uit zes door de gemeenteraad benoemde leden die representatief waren voor de plaatselijke kerkelijke en sociale instellingen. Het zevende lid was een uit en door het college van B en W benoemd lid, dat als voorzitter fungeerde. Een gemeenteambtenaar trad als secretaris-penningmeester op.

In verband met de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet op 1 januari 1965 werd tegelijkertijd Sociale Zorg opgeheven.
De uitvoering van de ABW was voortaan een taak en verantwoordelijkheid van het college van B en W zelf, en die liet zich voortaan adviseren en bijstaan door het college voor de verlening van bijstand successievelijk het college van bijstand (zie afzonderlijk beschrijvingsformulier).