Het Burgerlijk Armbestuur was gebaseerd op de Armenwet van 1854. Die wet bepaalde dat deze instelling mensen moest ondersteunen waaraan om een of andere reden geen bedeling werd toegekend door kerkelijke en particuliere armbesturen en de familie niet in staat of bereid was dit te doen.
Het oudst bewaard gebleven archiefstuk over het Burgerlijk Armbestuur in het aan het Regionaal Archief Dordrecht overgedragen archief van de voormalige gemeente Brandwijk en Gijbeland (later zondermeer gemeente Brandwijk genoemd) is een reglement uit 1913. Onduidelijk is of voordien het Burgerlijk Armbestuur al bestond.
In genoemd reglement staat dat het bestuur uit drie door de gemeenteraad benoemde personen diende te bestaan. Het bestuur verdeelde onderling de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester.

Per 1 januari 1958 werd een inwoner van de gemeente benoemd als bezoldigd secretaris/penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur. Dat is ook het laatste gegeven dat over dit orgaan is teruggevonden. Wanneer het Burgerlijk Armbestuur is opgeheven en waarin dit is opgegaan, is onduidelijk. De praktijk in veel andere gemeenten was dat die taak rechtstreeks door de gemeente zelf werd opgepakt, onder verschillende benamingen zoals Maatschappelijk Hulpbetoon of afdeling Sociale Zaken.