Uw zoekacties: Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon

Archiefvormers ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon
Naam archiefvormer:
Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon
Vestigingsplaats:
Zwijndrecht
Onderdeel van:
gemeente Zwijndrecht
Opgericht:
1931. Bron: Besluit van het college van Burgemeester en wethouders van 26 januari 1931
Opgeheven:
1937. Bron: Gemeenteraadsbesluit van 25 november 1937
Ontstaan uit:
Burgerlijk Armbestuur
Opgegaan in:
Dienst/Afdeling voor Sociale Zaken, later Gemeentelijke Sociale Dienst (zie hiervoor de aparte beschrijving d.d. 28 augustus 2014)
Taken:
- Het verlenen van hulp, in welke vorm ook verstrekt, aan inwoners die daar volgens de Armenwet aanspraak op kunnen maken.
- Het uitvoeren van arbeidsbemiddelingswerkzaamheden
Nadere informatie:
Tot 1 januari 1854 bestond in de gemeente Zwijndrecht een Verenigd Hervormd Diaconie en Algemeen Armbestuur, een samenwerkingsverband tussen kerkelijke en burgerlijke overheid. Met ingang van bovengenoemde datum besloot de kerkenraad van de hervormde gemeente te Zwijndrecht tot ontvlechting van dit samenwerkingsverband, om vervolgens eigenstandig met zijn diaconale taken verder te gaan.
Als gevolg hiervan besloten de gemeenteraden van de toen nog aparte gemeenten Zwijndrecht en Meerdervoort in 1853 tot de instelling van een gezamenlijk Algemeen Armbestuur met ingang van 1 januari 1854.
Dit gezamenlijk Algemeen Armbestuur bestond uit twee gemeenteraadsleden, twee inwoners en een boekhouder-armmeester; alle vijf door beide gemeenteraden benoemd.
Nadere informatie 2:
Het jaar erop ontstond al een nieuwe situatie: de gemeenten Zwijndrecht en Meerdervoort werden per 1 september 1855 samengevoegd tot de (nieuwe) gemeente Zwijndrecht. De gemeenteraad van de (nieuwe) gemeente Zwijndrecht besloot toen bovengenoemd, gezamenlijk Algemeen Armbestuur te vervangen door een Burgerlijk Armbestuur voor de gemeente Zwijndrecht.
Ook dit Burgerlijk Armbestuur bestond bij de oprichting uit twee gemeenteraadsleden, twee inwoners en een boekhouder-armmeester, die tevens ambtelijk secretaris was; alle vijf door de gemeenteraad benoemd. De burgemeester fungeerde de eerste periode als adviserend lid, maar uit de stukken blijkt dat hij in ieder geval in 1895 voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur was.
Het reglement bepaalde dat het Burgerlijk Armbestuur zijn zorg hoofdzakelijk zou moeten wijden aan ouden, gebrekkigen, ziekelijken, weduwen en wezen, en andere hulpbehoevenden, uitsluitend spaarzame hulp zou mogen bieden. Het Burgerlijk Armbestuur zag ook toe op het zedelijk gedrag van degenen die om hulp hadden gevraagd.
Uit het aan het Regionaal Archief Dordrecht overgedragen oud archief van de gemeente Zwijndrecht blijkt dat de administratie van het Burgerlijk Armbestuur in 1929 voor het overgrote deel op het kantoor van de gemeenteontvanger, die ook secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur was, werd uitgeoefend. De administrateur van het Burgerlijk Armbestuur voerde slechts voor een klein deel de administratie.
Nadere informatie 3:
Door de enorme toename van werkzaamheden op de gemeentesecretarie ten behoeve van het Burgerlijk Armbestuur werd in 1931 overgegaan tot de oprichting van een Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon, onder gelijktijdige ontbinding van het Burgerlijk Armbestuur (oude stijl). Dit nieuwe bureau, aanvankelijk bestaande uit één ambtenaar, was ook belast met arbeidsbemiddelingswerkzaamheden.
In 1937 werd het Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon al weer opgeheven en werd in de plaats hiervan de Dienst/Afdeling voor Sociale Zaken opgericht, die een breder takenpakket had en later de naam Gemeentelijke Sociale Dienst kreeg. Zie voor deze dienst de aparte beschrijving.