Ook het drieblad bloeit. De meerkoet heeft acht eieren. Bij de ooievaar zijn de eerste eieren uitgekomen, de ouders beginnen met het voeren van de jongen. Een bruine Kiekendief in de buurt van het nest met vier eieren. Eikenboom met veel rupsen (van de kleine en grote wintervlinder en de spanners. De pimpelmees zoekt de rupsen als voer en brengt die naar een nestkast met acht jongen. Koolmees, bonte vliegenvanger, gekraagde roodstaart. Koekoek op een paal; jonge koekoek in een nest. Ossetong (ruwbladerige plant) en witte dovenetel (lipbloemige) worden veel bezocht door hommels en mieren. In het gemarkeerde nest van de kievit zijn alle eieren uitgekomen. De kraai en de vos zijn op jacht naar voedsel, o.a. vogeleieren. Gevlekte Dovenetel (lipbloemige) en gewone veldbies zien we vaak in de berm en op droge zandgrond. De meerkoeteieren zijn uitgekomen. Bloeiende daslook en vogelmelk. Jongen van de Canadese gans. Bloeiende gele lis met moeras snuitkevers. De Knobbelzwaan heeft zeven eieren. Bergeend met acht jongen. Een steenmarter heeft het nest van de wilde eend leeggehaald. Fluitenkruid bloeit langs de kant van water, net als grootbloemige ereprijs. Merel zoekt voedsel voor jongen in het nest. Specht en grauwe vliegenvanger voeren hun jongen. Bloeiende moeraswederik. Groene kikker. Zwarte zwaan met vijf jongen. Wulp met jongen. Jonge grutto’s verschuilen zich in het hoge gras. Veel eieren worden door predatoren gegeten, o.a. de zwarte kraai. Een boer gaat met een maaimachine het land op; veel vogels hebben weinig kans om te overleven. De ooievaars zijn bij het pas gemaaide gras en zoeken voedsel. Ook in de maisbouw beginnen boeren met hun werk en ook hier hebben de vogels het moeilijk. Nesten van kieviten en scholeksters op het bouwland worden gemarkeerd door vrijwilligers. Jonge ooievaars vliegen uit. Nestkastjes worden schoongemaakt, er worden muizen en bijennesten in gevonden. Fazanten verzamelen zich in groepjes en de Kramsvogels maken zich klaar voor vertrek.