Mijn Studiezaal (inloggen)
Archiefvormers ( Regionaal Archief Dordrecht )
1.319 archiefvormers
sorteren op:
Vereniging "Dordrechtsche Onderlinge Ziekteverzekering"
Naam archiefvormer:
Vereniging "Dordrechtsche Onderlinge Ziekteverzekering"
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
n.v.t.
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1929. Bron: statuten d.d. 9 januari 1929
Opgeheven:
in 1940. Bron: mededeling van het verenigingsbestuur aan de inspecteur der directe belastingen d.d. 19 september 1940
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
n.v.t.
Taken:
Het verzekeren tegen ziekte van de leden en het behartigen van de belangen die hiermee verband houden.
Nadere informatie:
In 1929 werd de vereniging "Dordrechtsche Onderlinge Ziekteverzekering" (afgekort DOZIVER) opgericht. Dit was een vereniging zonder enig winstoogmerk, zoals in de statuten nadrukkelijk is vermeld.
Leden konden zijn: gezinshoofden met hun gezin, individuele personen die geen gezin hadden en personen die hun dienstpersoneel wilden verzekeren.
Tenminste eenmaal per jaar werd een algemene ledenvergadering gehouden, waarin en waaruit ook het bestuur werd gekozen. Het bestuur bestond uit vijf personen, van wie elk jaar één bestuurslid aftrad die onmiddellijk herkiesbaar was. Binnen het bestuur werden onderling de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester verdeeld.
De leden droegen gezamenlijk de kosten, gemaakt voor medische behandeling van de verzekerden; echter tot een van tevoren vastgesteld maximumbedrag. Daartoe werden contributies geheven. De niet direct benodigde opbrengsten van die contributies werden in een reservefonds gestort, waaruit eventuele tekorten konden worden gedekt.
Uit een brief van het bestuur van DOZIVER aan de inspecteur der directe belastingen d.d. 19 september 1940 blijkt dat de vereniging "Dordrechtsche Onderlinge Ziekteverzekering" met ingang van 1 januari 1940 is geliquideerd en haar werkzaamheden heeft gestaakt. Uit dit stuk en andere bewaard gebleven stukken blijkt niet wat daarvan de reden is geweest. De na de liquidatie overgebleven gelden werden onder de leden verdeeld.
Leden konden zijn: gezinshoofden met hun gezin, individuele personen die geen gezin hadden en personen die hun dienstpersoneel wilden verzekeren.
Tenminste eenmaal per jaar werd een algemene ledenvergadering gehouden, waarin en waaruit ook het bestuur werd gekozen. Het bestuur bestond uit vijf personen, van wie elk jaar één bestuurslid aftrad die onmiddellijk herkiesbaar was. Binnen het bestuur werden onderling de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester verdeeld.
De leden droegen gezamenlijk de kosten, gemaakt voor medische behandeling van de verzekerden; echter tot een van tevoren vastgesteld maximumbedrag. Daartoe werden contributies geheven. De niet direct benodigde opbrengsten van die contributies werden in een reservefonds gestort, waaruit eventuele tekorten konden worden gedekt.
Uit een brief van het bestuur van DOZIVER aan de inspecteur der directe belastingen d.d. 19 september 1940 blijkt dat de vereniging "Dordrechtsche Onderlinge Ziekteverzekering" met ingang van 1 januari 1940 is geliquideerd en haar werkzaamheden heeft gestaakt. Uit dit stuk en andere bewaard gebleven stukken blijkt niet wat daarvan de reden is geweest. De na de liquidatie overgebleven gelden werden onder de leden verdeeld.
Archieftoegang(en):
107 Dordrechtse Onderlinge Ziekteverzekering (Doziver)
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 13-07-2021
Vereniging "Den Ouden Bak", Belangengroep Palingstraat e.o.
Naam archiefvormer:
Vereniging "Den Ouden Bak", Belangengroep Palingstraat e.o.
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
n.v.t.
Afdelingen:
diverse werkgroepen
Opgericht:
in 1975.Bron: openingswoord op de eerste jaarvergadering, in 1976
Opgeheven:
in of na 1982. Bron: onbekend
Opgegaan in:
onbekend
Taken:
Het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de Palingstraat en omgeving door:
- het bevorderen van de totstandkoming en het doelmatig functioneren van overlegstructuren tussen instellingen, organisaties en bevolking, die van belang zijn voor de leefbaarheid van de wijk,
- het verrichten van activiteiten die tegemoetkomen aan bijzondere vraagstukken van sociale en culturele aard.
- het bevorderen van de totstandkoming en het doelmatig functioneren van overlegstructuren tussen instellingen, organisaties en bevolking, die van belang zijn voor de leefbaarheid van de wijk,
- het verrichten van activiteiten die tegemoetkomen aan bijzondere vraagstukken van sociale en culturele aard.
Nadere informatie:
Op 9 oktober 1975 werd de Vereniging "Den Ouden Bak", Belangengroep Palingstraat e.o. opgericht. Zij diende als belangenorganisatie in de binnenstad dat begrensd wordt door: Oude Maas, Boombrug, Wijnhaven, Mattensteiger en de zuidwestelijke grens van Wijnstraat 83 en Kuipershaven 17 en 18. Belanghebbenden van gebouwde eigendommen in bovenomschreven gebied konden lid van de vereniging worden. Het bestuur bestond uit drie tot zeven door de algemene vergadering benoemde leden. De voorzitter van dit bestuur werd door de algemene vergadering benoemd, de secretaris en penningmeester door het bestuur zelf uit diens midden.
Het laatst bewaard gebleven stuk is de uitnodiging voor een bestuurs-vergadering op 27 januari 1982. Wanneer daarna de vereniging ophield te bestaan, is niet achterhaald.
Het laatst bewaard gebleven stuk is de uitnodiging voor een bestuurs-vergadering op 27 januari 1982. Wanneer daarna de vereniging ophield te bestaan, is niet achterhaald.
Archieftoegang(en):
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 13-07-2021
Vereniging "De Macht van het Kleine"
Naam archiefvormer:
Vereniging "De Macht van het Kleine"
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
n.v.t.
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1869. Bron: reglement van september 1869
Opgeheven:
na 1919. Bron: bijlagen bij de jaarrekening over 1919
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
onbekend
Taken:
Het aanmoedigen van de kinderen van de armenscholen in Dordrecht tot trouw schoolbezoek door het jaarlijks uitreiken van kleding, speelgoed en lekkernijen, ter gelegenheid van het Sinterklaasfeest.
Nadere informatie:
In 1896 werd de Vereniging "De Macht van het Kleine" opgericht. De vereniging bestond uit minimaal tien en maximaal twaalf ongehuwde dames. De vereniging koos uit haar midden een presidente, een vice-presidente en een thesaurière. De presidente zorgde voor de geregelde gang van zaken en voor de vergader-orde. De thesaurière ontving en beheerde het geld dat voor het beoogde doel door de leden werd ontvangen en hield bij welke voorwerpen door de leden zijn verzameld.
De dames-verenigingsleden probeerden namens de vereniging bovenomschre-ven doel te bereiken door vrijwillige giften in kleren, speelgoed en geld van de inwoners te vragen om die bestemmen voor kinderen op de armenscholen in de stad. Tot de uit te reiken voorwerpen hoorde ook een spaarbankboekje voor de kinderen en een toegangsbewijs voor tentoonstellingsbezoek (?), althans in 1879 zo blijkt uit een opsomming van werkzaamheden van de bestuursleden.
Het ging voor wat betreft de uitreiking in 1870 om ongeveer 850 en in 1886 om ruim 1.000 kinderen. Artikelen 'van weelde en opschik' werden hiervan uitgesloten. De hoofden van de betrokken scholen zorgden voor een opgaaf van de kinderen die hiervoor in aanmerking kwamen en via het onderwijzend personeel werden de uitreikingen geregeld.
De laatst bewaard gebleven archiefstukken zijn facturen en andere financiële stukken die dienden als bijlagen bij de jaarrekening over 1919. Het is dus niet bekend wanneer de Vereniging "De Macht van het Kleine" is opgeheven, of is opgegaan in een andere maatschappelijke instelling.
De dames-verenigingsleden probeerden namens de vereniging bovenomschre-ven doel te bereiken door vrijwillige giften in kleren, speelgoed en geld van de inwoners te vragen om die bestemmen voor kinderen op de armenscholen in de stad. Tot de uit te reiken voorwerpen hoorde ook een spaarbankboekje voor de kinderen en een toegangsbewijs voor tentoonstellingsbezoek (?), althans in 1879 zo blijkt uit een opsomming van werkzaamheden van de bestuursleden.
Het ging voor wat betreft de uitreiking in 1870 om ongeveer 850 en in 1886 om ruim 1.000 kinderen. Artikelen 'van weelde en opschik' werden hiervan uitgesloten. De hoofden van de betrokken scholen zorgden voor een opgaaf van de kinderen die hiervoor in aanmerking kwamen en via het onderwijzend personeel werden de uitreikingen geregeld.
De laatst bewaard gebleven archiefstukken zijn facturen en andere financiële stukken die dienden als bijlagen bij de jaarrekening over 1919. Het is dus niet bekend wanneer de Vereniging "De Macht van het Kleine" is opgeheven, of is opgegaan in een andere maatschappelijke instelling.
Archieftoegang(en):
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 13-07-2021
Vereeniging “De Dordtsche Burgerwacht”
Naam archiefvormer:
Vereeniging “De Dordtsche Burgerwacht”
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
n.v.t.
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
15 november 1918. Bron: statuten uit 1919, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 28 november 1919
Opgeheven:
1940 c.q. in of na 1945. Bron: Circulaire van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken aan de burgemeesters van 6 juli 1940 c.q. notulen van 9 en 15 augustus 1940
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
n.v.t.
Taken:
Het steunen van het wettig gezag in het bestrijden van revolutionaire aanrandingen, na daartoe door de burgemeester of de garnizoenscommandant te zijn opgeroepen.
Nadere informatie:
De aanleiding voor het oprichten van burgerwachten in veel gemeenten in ons land vormden verwoede pogingen om net als in Duitsland de socialistische revolutie uit te roepen. Ze moesten fungeren als een soort hulppolitie, ter assistentie van het wettig gezag bij het handhaven van de openbare orde.
De Vereeniging “De Dordtsche Burgerwacht” is op 15 november 1918 opgericht. Dit blijkt uit de verenigingsstatuten die zijn aangehecht aan het enige bewaard gebleven archiefstuk van de vereniging: een gebonden notulenboek over de periode 1932-1945. Burgemeester H.J. Wichers was een van de initiatiefnemers.
Jaarlijks werd tenminste één ledenvergadering gehouden, of zo dikwijls tenminste vijf leden hier gemotiveerd om verzochten.
Het bestuur, dat de vereniging in en buiten recht vertegenwoordigde, bestond uit minstens vijf verenigingsleden. De bestuursleden werden voor een periode van drie jaar gekozen door de ledenvergadering. Het bestuur verdeelde onderling de functies van voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, secretaris en penningmeester. Het kon desgewenst uit zijn midden een dagelijks bestuur vormen die voor de behandeling van de lopende zaken zorgde.
De Vereeniging “De Dordtsche Burgerwacht” is op 15 november 1918 opgericht. Dit blijkt uit de verenigingsstatuten die zijn aangehecht aan het enige bewaard gebleven archiefstuk van de vereniging: een gebonden notulenboek over de periode 1932-1945. Burgemeester H.J. Wichers was een van de initiatiefnemers.
Jaarlijks werd tenminste één ledenvergadering gehouden, of zo dikwijls tenminste vijf leden hier gemotiveerd om verzochten.
Het bestuur, dat de vereniging in en buiten recht vertegenwoordigde, bestond uit minstens vijf verenigingsleden. De bestuursleden werden voor een periode van drie jaar gekozen door de ledenvergadering. Het bestuur verdeelde onderling de functies van voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, secretaris en penningmeester. Het kon desgewenst uit zijn midden een dagelijks bestuur vormen die voor de behandeling van de lopende zaken zorgde.
Nadere informatie 2:
Inwoners van Dordrecht van 18 jaar en ouder konden zich als lid van de vereniging aanmelden. Beslissingen tot toelating, of ontslag indien het lidmaatschap in strijd werd geacht met de belangen van de Burgerwacht, waren voorbehouden aan het verenigingsbestuur. Het bestuur hoefde deze beslissingen naar buiten toe overigens niet te beargumenteren. Bij toelating legden de nieuwe leden de eed of belofte af.
De toegelaten leden vormden gezamenlijk met de commandant, de ondercommandant en de vier hoofdlieden de Burgerwacht. De commandant werd benoemd door de burgemeester, gehoord het verenigingsbestuur. Hij maakte uit hoofde van zijn functie deel uit van het bestuur, en was belast met de organisatie van de Burgerwacht. Hij voerde zelfstandig, dus zonder inmenging van het verenigingsbestuur of derden, het bevel over de Burgerwacht. De ondercommandant en de hoofdlieden – de bevelvoerders van de onderdelen, waaruit de Burgerwacht bestond - werden door de leden van betrokken onderdelen gekozen.
De Burgerwacht hield geregeld oefeningen in het bedienen van wapens.
De Burgerwacht heeft - op last van de Duitse autoriteiten bij monde van de burgemeester – op 15 augustus 1940 haar taken neergelegd en tegelijkertijd is de vereniging door de ledenvergadering ontbonden.
Op 11 mei 1945 direct na de Bevrijding werd echter weer een vergadering van het bestuur belegd, waarin de Vereeniging "De Dordtsche Burgerwacht" als het ware werd 'gereactiveerd'. Het bestuur besloot de burgemeester de diensten van de Burgerwacht aan te bieden. Het gewapend gedeelte van de Burgerwacht bestond toen nog uit circa vijftig geoefende leden. Met het verslag van deze bestuursvergadering is het notulenboek afgesloten, zodat niet duidelijk is of de burgemeester op het aanbod al of niet gunstig heeft gereageerd.
De toegelaten leden vormden gezamenlijk met de commandant, de ondercommandant en de vier hoofdlieden de Burgerwacht. De commandant werd benoemd door de burgemeester, gehoord het verenigingsbestuur. Hij maakte uit hoofde van zijn functie deel uit van het bestuur, en was belast met de organisatie van de Burgerwacht. Hij voerde zelfstandig, dus zonder inmenging van het verenigingsbestuur of derden, het bevel over de Burgerwacht. De ondercommandant en de hoofdlieden – de bevelvoerders van de onderdelen, waaruit de Burgerwacht bestond - werden door de leden van betrokken onderdelen gekozen.
De Burgerwacht hield geregeld oefeningen in het bedienen van wapens.
De Burgerwacht heeft - op last van de Duitse autoriteiten bij monde van de burgemeester – op 15 augustus 1940 haar taken neergelegd en tegelijkertijd is de vereniging door de ledenvergadering ontbonden.
Op 11 mei 1945 direct na de Bevrijding werd echter weer een vergadering van het bestuur belegd, waarin de Vereeniging "De Dordtsche Burgerwacht" als het ware werd 'gereactiveerd'. Het bestuur besloot de burgemeester de diensten van de Burgerwacht aan te bieden. Het gewapend gedeelte van de Burgerwacht bestond toen nog uit circa vijftig geoefende leden. Met het verslag van deze bestuursvergadering is het notulenboek afgesloten, zodat niet duidelijk is of de burgemeester op het aanbod al of niet gunstig heeft gereageerd.
Archieftoegang(en):
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 13-07-2021
