Dorpsgerechten ( Archief Eemland )
5.003 gerechtelijke akten
sorteren op:
samenvatting | datering | |
---|---|---|
Registratie van een lening voor Frederik Adriaan, baron van Rheede, vrijheer van Renswoude en Emminckhuijsen. Cornelis Gerritsen van Nieuwenhuisen leent 450 gulden van Willem Petersen van Beeck. Onderpand: boerderij met 4 morgen land achter de molen. | 11-05-1734 | |
Ten verzoeke van de erfgenamen worden de landerijen van wijlen de Heer van Scherpenzeel, gelegen onder Woudenberg getaxeerd. | z.j. | |
Rik Rijksen is 1000 gulden schuldig aan Dirk Boon. Rik Rijksen heeft Klein Moorst gekocht, sinds 06-12-1804 gepacht van de diaconie van de Waalsche kerk in Utrecht. Klein Moorst heeft twee bergen en twee schuren of schaapshokken, groot omtrent 50 morgen waarvan 32 morgen bouw- en weiland. Met nog omtrent vier morgen land bij de boerderij. | 22-12-1804 | |
Paulus van de Poel eist dat Hendrik van Doorn de duizenden stenen op tijd klaar heeft die hij heeft aangenomen voor 10 stuivers de 1000. Hij moest beginnen als het werk aan de heul in Aschat bij Krakhorst klaar was en acht dagen voor de boekweitbouw . Dat is niet gelukt. Hij krijgt uitstel tot 1 oktober. | 15-08-1798 | |
Sijmon Verhoef verklaart ten verzoeke van de wed. Willem van Moesbergen, dat de waterlossing achter het huis van Melis van Otterloo en van Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravelsoot afwatert. En zo verder langs het huis van Arnoldus van Geitenbeek en voor hem Cornelis Brom en het huis van Aaltje Voskuijlen. | 05-07-1745 | |
Willem van Ede eist betaling van de weduwe van Cornelis van der Horst. Willem van Ede heeft een schuur gehuurd van Js. van Manen voor 13 gulden en hem weer doorverhuurd aan de weduwe van Cornelis van der Horst. Zij moet nog 2 gulden huur betalen. Zij zweert dat zij de schuur voor 11 gulden heeft gehuurd en wordt in het gelijk gesteld. | 15-08-1798 | |
Willem Koudijs, mr. timmerman verklaart ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoeff, wed. Willem van Moesbergen, dat hij na zijn huwelijk met Hendrikje IJsbrands Verhoeff van 1727 - 1730 in een huis aan de Voorstraat woonde, nu bewoond door Melis van Otterloo, eigendom van zijn vrouw. Het afvoerwater liep naar het westen achter de hof van Anthonij Voskuijlen, de jonge, getrouwd met Maria van Ravesloot en Gerrit van Ravesloot langs en langs de tabaksschuur. | 10-12-1745 | |
Ondervraging van Gijsbert Geurtse. Hij wordt ondervraagd over wat er onderweg naar Amsterdam en Ravesteijn is gebeurd. Het gaat om pesterijen en belediging tegen Catharina Rosewind, de vrouw van Joost Zaal. | 15-05-1782 | |
Het gerecht van Amsterdam verzoekt het gerecht van Woudenberg om Gijsbert Geurtse te ondervragen en de antwoorden op te sturen. Met antwoord van het gerecht van Woudenberg. | 07-05-1782, 20-05-1782 | |
Aaltje Voskuijlen en Gijsbert Lagerweij, gerechtsbode verklaren ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoeff, wed. Willem van Moesbergen, dat zij sinds 1712 in een huis aan de noordzijde van de Voorstraat hebben gewoond, daar ´t Staten wapen uithangt. Het huis werd toentertijd tot 1723 gebruikt door haar stiefvader Theunis Wildeman en moeder Jannigje van IJsendoorn. Het afvoerwater liep naar het westen achter de hof van Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot langs en langs de tabaksschuur. | ca. 1745 | |
Reijer van Heijligenberg, wonende Overlangbroek verklaart in 1775 dat hij in opdracht van Hendrik van Geijtenbeek, wonende Woudenberg, 600 heijmasten van 40 voet lang gehakt, gerooid en klaargemaakt heeft in het Doornse Bosch bij Maarsbergen. Aard van Heijligenberg en Jan Lokhorst, beiden wonende Overlangbroek verklaren dat zij op 26-01-1775 de heijmasten uit het bos naar de stenen brug hebben gebracht. Reijer van Heijligenberg en zijn hulp Cornelis van Domselaar, wonende Overlangbroek verklaren dat zij er vlotten van hebben gemaakt. In zes reizen zijn deze via de Kromme Rijn, de Vecht, de Amstel en de Singel buiten de Kamppoort in Amsterdam gebracht naar de houtzaagmolen Den Graauwen Haas bij molenaar Arris van Wagensveld. | 18-05-1779 en 30-03-1779 | |
Cornelis van der Horst eist excuses van Hendrik Gerritsen omdat Hendrik hem en zijn vrouw heeft uitgescholden. | Na 17-06-1780 | |
Ondervraging van Willem Thonen Renes, timmerman, Gerrit de Jong, herbergier, beiden aan de Holevoet en Gijsbert Geurtse, won. op Het Vliet. Het gaat om Catharina Rosewind, gescheiden vrouw van Joost Zaal, wonende op Huis Scherpenzeel. Het onderzoek gaat om de ergerlijke levenswandel van Catharina Rosewind, met name om de rol van Jan Hendrik Brinkman daarin. | 26-09-1781 | |
Jantje Lodder, vrouw van Jan van Ekeris heeft Dirk van der Heide met een ´bus´ voorbij haar huis zien komen. Jan Dolron verklaart dat Dirk van der Heide hem gevraagd heeft om hem te helpen de koe van vrouw Floor op te graven, die aan de pest was gestorven, om de huid er af te halen. Jan Mulder is ook gevraagd. Beiden hebben geweigerd. | Na 24-12-1810 | |
Steven Versteeg eist van Pieter van der Wiel dat zijn water achter de hof van Pieter van der Wiel en Cornelis van Domselaar langs in de sloot kan lopen. Pieter verklaart dat de vorige bewoner, wolkammer Aart Meerveld, zijn water daar niet langs liet lopen en dat hij daarom zijn tuin heeft verhoogd. | 24-12-1810 | |
De vrouw van Matthijs de Bree klaagt Aaltje Donkervoort, de vrouw van IJsbrand van Dijk aan wegens belediging. Met ondertekende verklaring van Aaltje dat zij dat niet heeft gedaan. | 18-05-1810 | |
E. Gaasbeek eist betaling van Maas van den Bosch van 9 schepel gruttenmeel. Maas beweert de 9 schepel niet ontvangen te hebben en ook niet betaald te hebben aan F. Voskuijl, de baas van E. Gaasbeek. | Na 04-04-1810 | |
Arien Packouw en Jan Willems Koudijs, schepenen van Woudenberg, Sijmon Verhoeff en Hendrik Jansz Koudijs verklaren ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoeff, wed. Willem van Moesbergen, dat het afgebroken loodsje met spijkers aan het huis van de weduwe Moesbergen vast zat. | 13-04-1744 | |
Evert Thijssen van Wittenberg en zijn vrouw Grietje Lagerweij verklaren ten verzoeke van de weduwe van Willem van Moesbergen dat zij het huis huurden, voorheen bewoond door Jacob Dirkse van de Haar en nu bewoond door Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravensloot. Zij verklaren dat het huis van de weduwe Moesbergen met een vrije de waterlossing achter de tabaksschuur en de hof van nu Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravensloot en Arnoldus van Geijtenbeek afwatert. | 15-04-1744 | |
Klaas Lagerweij, Evert Ploeg, beiden won. Woudenberg, Lambert Bosch, won. Leusden, Klaas Bosch, Willem Bosch, beiden won. Scherpenzeel staan borg voor hun zuster en schoonzuster Weijntje Bosch, wed. Jan Wulferszen Lagerweij wegens verschuldigde landpachten aan de eigenaren: de kinderen van Aart van Essen en Maria van Ginkel en Mr. Jan de Wijs uit Utrecht. | 06-02-1809 | |