Rekening over de nalatenschap van Nicolaas Meister, gedaan door Nicolaas van den Bos ala gemachtigde van de weduwe, Neeltje Takkebos, door Kornelis van den Bos als in huwelijk hebbende Helena Jacoba Meister, en de executeurs-testamentair.
Enige contanten berustten onder overledene als voogd over Willem Schuitmans; deze zijn overgedragen aan de medevoogd Leendert van den Brand. Kornelis van den Bos betaalt het deel dat de weduwe toekomt uit zijn beheer van goederen in Hellevoetsluis uit de nalatenschap van Leendert Takkebos. Heiman Volkert als redderaar van de boedel van wijlen Dirk Welman lost een obligatie af. Enkele van de in inventaris pm opgevoerde betalingen zijn inmiddels gedaan, te weten aan dr. Kornelis van Dam van Aarden, de chirurgij Loopuit en de apotheker Fruit van Hartog. Zo ook aan Jan Sutherland, kleermaker, Klaas Pols, spekslager en Antonie Basel, bleker. Volgt de staat van de boedel die een verdeelbaar saldo heeft van f 32 465, waarvan de helft plus een kindsdeel aan de weduwe toekomt. Volgt verdeling van goederen en effecten en kwitering van de executeurs.

Rekening van Klaas van Hulst te Oostvoorne, en Kornelis Drogendijk en Jan Kok te Zuidland als executeurs van het testament van Hendrik de Labije, in leven bouwman te Zuidland en aldaar op 28-2-1794 overleden. Er waren vier minderjarige kinderen: Hendrik de Labije, Maarten de Labije, Jan de Labije en Jacob de Labije, van wie Hendrik inmiddels meerderjarig is. Een bouwmanswoning met 92 gemeten land is voor
f 20 000 toebedeeld aan de oudste zoon, evenals voor f 100 de porseleinkast met inhoud. Deze wens van overledene, in eigen handschrift vervat, was niet conform de juridische voorschriften. Positieve beslissing hieromtrent door Hof van Holland kwam binnen in mei 1795. Publiekelijk verkocht vee bracht ruim f 5000 op. Via makelaars werd graan verkocht. Jan de Kok huurde vlasland. Verkoop van diverse goederen aan Pieter de Boer (tarwe), Frans Degeling (fruit), Klaas van Hulst (een hit), Dirk de Bruin (boter). Van een Zwitsers militair werd voor zes weken stalgeld voor een paard ontvangen.
Doodkosten: Neeltje van der Wacht en Regina de Labije legden de dode af. Timmerman Gijsbert Vink te Zuidland maakte de kist. Antonie Landman maakte het graf. Kerkmeester Jan van Essen ontving het kerkrecht. Slager Barend Vijg leverde voor het begrafenismaal 82 pond vlees. Dit werd gebraden bij bakker Pieter den Boer in Zuidland, die ook koekjes etc. leverde. Jan de Kok leverde pijpen, tabak, brandewijn etc.
Aan Kornelis Drogendijk werd een schuld op twee obligaties van elk f 1000 afgelost, evenals een schuld van f 1000 aan de boedel van Jacob Rijzik en een van f 1000 aan de voogden van Ariaantje van der Molen. Kort voor zijn dood leende Hendrik de Labije nog f 1500 van Simon van der Vaart; de schuldbrief is nooit meer geschreven. Van diverse landeigenaren werd land gepacht. Daglonen werden betaald aan Willem Bos, Kornelis van den Bogert, Jan van Hello, Jan van Leeuwen, Abraham Noteboom, Gerhard Brunis, Jacob van Hoffen, Pieter Noteboom, Kornelis van Buren en Gerrit van den Band. J

Rekening door Nicolaas Daniel de Hoest, Theodorus Marinus Roest en Hugo van Andel, executeurs van het testament van Adriaan Antonie Roest, in leven schepen van Brielle en aldaar overleden op 9-3-1794. Diverse waardepapieren zijn verkocht, obligaties afgelost. Gouden en zilveren sieraden en gebruiksvoorwerpen werden grotendeels door de erfgenamen opgekocht. Een deel van de kleding werd geprelegateerd, de rest onder de erfgenamen verdeeld. De wijnvoorraad werd door Theodorus Marinus Roest te Rotterdam, met wie in compagnonschap gehandeld werd, tegen inkoopsprijs overgenomen. De meesten van de in het schuldboek vermelde debiteuren hebben betaald. Als luitenant van de schutterij bezat overledene 'een montering, degen, ringkraag, epauletten, echarpe (sjerp), rok, broek en vest'. Dit alles overgenomen door Bartholomeus Simons. Teunis Blanken leverde rouwbanden en handschoenen voor de begrafenis. Bij de zilversmid Sondag te Rotterdam werd een zilveren 'secoupe' gemaakt die aan Renier van Beugen werd geschonken voor de vele diensten de overledene tijdens diens ziekte bewezen. Betalingen aan (wegens) Arie van 't Wout (knopen), de boekhouder van het St. Nicolaasgilde te Brielle (lidmaatschapsgeld), Pieter Verduin (pruiken), Johannes Ouboter, muzikant (voor het spelen van symfonieën) Frederik Maurits Welp, kok (tafelgelden), Jan Massuire, steenhouwer, Isaak Valeton te Rotterdam (vertalen van het testament in het Engels). Aan de erfgenamen is al een voorlopige uitkering gedaan. Nu blijft nog netto over f 1959. Volgt verdeling van het saldo en kwitering van de executeurs.

Rekening over de nalatenschap van Adriana Venlo, gewoond hebbend en op 10-4-1794 overleden in het Gasthuis te Brielle. Gedaan door dr. Adriaan de Mirel en Dirk Moselage, binnenvader in dit gasthuis. Een obligatie van f 1000 is verkocht. Gouden en zilveren sieraden zijn getaxeerd door Willem van Osenbrugge, zilversmid te Brielle en tegen deze prijzen overgenomen door de erfgenamen. Meubilair is publiekelijk verkocht voor f 472. Bij de kosten van begrafenis is Kornelis van der Hidde vermeld als knecht van het Blauwe Vaandel. Binnenvader en -moeder van het gasthuis en ook de twee dienstmeiden ontvingen de 'gebruikelijke douceur'. Saldo van de boedel bedraagt f 1192. Erfgenamen zijn Bouwen van der Blom, Aagje van der Blom huisvrouw van Simon Veerman, Arentje van der Blom, huisvrouw van Isaak Roest, en Jacoba van der Blom, huisvrouw van Pieter Rietdijk, samen voor de helft en voor de wederhelft de kinderen van Neeltje Venlo, zuster van overledene, uit twee huwelijken, te weten Katharina Hoevenaar, huisvrouw van Jan Pols, Anna Hoevenaar, huisvrouw van Johannes Droogsteen en Antonie Vermeer. Volgt kaveling en kwitering. Getuigen Arie van Sina en Hendrik Geist.