Samenvattingen van oude akten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
15.012 oude akten
sorteren op:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
740 1508-08-30.
Schepenen van 's-Hertogenbosch geven vidimus van de akte van 1476-01-05, waarna Jacobus zoon van Adam Gheenhulst ten behoeve van zichzelf en van Bessella, weduwe van Johanna, dochter van Willelmus Pieckevet, erkend heeft deze akte te bewaren voor zichzelf en voor Bessella.
Schepenen van 's-Hertogenbosch geven vidimus van de akte van 1476-01-05, waarna Jacobus zoon van Adam Gheenhulst ten behoeve van zichzelf en van Bessella, weduwe van Johanna, dochter van Willelmus Pieckevet, erkend heeft deze akte te bewaren voor zichzelf en voor Bessella.
Datumaanduiding:
ultima die mensis augusti
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Sint-Oedenrode_1
Beschrijving zegel:
met fragment van het schepenzegel van Gerardus Colen
NB:
Het document is zwaar beschadigd.
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
949 1585-10-25.
Aangezien heer Huijbert Symonart, regulier van de abdij van Floreffe en provisor van het godshuis van Postel, in de dingbank van Gestel de betalingsachterstand aangetoond heeft van een pacht van 25 mud rogge waarvoor wijlen Jan van Erpio, provisor van het godshuis van Postel, een hoeve met molen en huis, met toebehoren maar met uitzondering van de tienden van Aalst, gelegen in Gennep in de parochie Aalst in de dingbank van Gestel, verpacht had aan Willem Vos, op voorwaarde dat het godshuis bij wanbetaling de eigendom van deze goederen weer tot zich mocht trekken, zoals bepaald was op 4 februari 1339, geven schepenen van Gestel hun goedkeuring aan de inbezitneming.
Aangezien heer Huijbert Symonart, regulier van de abdij van Floreffe en provisor van het godshuis van Postel, in de dingbank van Gestel de betalingsachterstand aangetoond heeft van een pacht van 25 mud rogge waarvoor wijlen Jan van Erpio, provisor van het godshuis van Postel, een hoeve met molen en huis, met toebehoren maar met uitzondering van de tienden van Aalst, gelegen in Gennep in de parochie Aalst in de dingbank van Gestel, verpacht had aan Willem Vos, op voorwaarde dat het godshuis bij wanbetaling de eigendom van deze goederen weer tot zich mocht trekken, zoals bepaald was op 4 februari 1339, geven schepenen van Gestel hun goedkeuring aan de inbezitneming.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Gennep_6
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
841 1546-05-07.
Schepenen van Oerle oorkonden dat Wouter Wouterssen van Hurbrick, wonend te Oerle, verklaarde schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van 9 lopen rogge uit een huis met toebehoren in Oerle aan de openbare straat.
Schepenen van Oerle oorkonden dat Wouter Wouterssen van Hurbrick, wonend te Oerle, verklaarde schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van 9 lopen rogge uit een huis met toebehoren in Oerle aan de openbare straat.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Oerle_55
Beschrijving zegel:
met de schepenzegels van Dierick Mathijssen en Goyaert Michiels
NB:
in dorso: Ondermeester
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1062 1630-10-22.
De schepenen, borgemeesters, de kerk- en de heiliggeestmeester, gezworenen en notabele inwoners van de vrijheid Lommel oorkonden dat zij, aangezien de vrijheid een aanzienlijk geldbedrag schuldig was aan het kantoor van de contributiën te Heusden – waarvoor de borgemeesters waren gevangengezet – van Henrick Haengreefs als momber van zijn broer Jan, zoon van Peeter Haengreeffs, 600 gulden kapitaal geleend hebben tegen een jaarlijkse erfrente van 31 Carolusgulden en 10 stuivers.
De schepenen, borgemeesters, de kerk- en de heiliggeestmeester, gezworenen en notabele inwoners van de vrijheid Lommel oorkonden dat zij, aangezien de vrijheid een aanzienlijk geldbedrag schuldig was aan het kantoor van de contributiën te Heusden – waarvoor de borgemeesters waren gevangengezet – van Henrick Haengreefs als momber van zijn broer Jan, zoon van Peeter Haengreeffs, 600 gulden kapitaal geleend hebben tegen een jaarlijkse erfrente van 31 Carolusgulden en 10 stuivers.
Datumaanduiding:
op den tweentwintichsten october XVIC dertich
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Lommel_14
Beschrijving zegel:
met het schependomszegel van Lommel
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024