Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
34  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Tertiarissen
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Alternatieve namen:
Derde Orde van Sint Franciscus; Tertianen en Tertiarissen
Stichtingsjaar:
13e eeuw
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
Midden 14e eeuw
Vertrek uit Nederland:
Eind 18e eeuw
Doelstelling:
Het geven van invulling aan een religieus en spiritueel leven zonder het beroeps- en familiair bestaan te verlaten
Geschiedenis:
Naast een eerste orde van minderbroeders en een tweede orde van clarissen ontstond er in de 13e eeuw een nieuwe, derde orde van tertianen en tertiarissen. Deze derde orde van Sint Franciscus, die in 1289 door paus Nicolaas IV met de bul Supra montem werd goedgekeurd, bood mannelijke en vrouwelijke penitenten de mogelijkheid zoveel mogelijk volgens de regels van Franciscus en Clara een devoot leven te leiden, maar niet in strikte of canonieke zin zoals dat het geval was in het kloosterleven van de eerste en tweede orde. Zij waren leken, die invulling gaven aan hun religieus en spiritueel leven zonder hun beroeps- en familiair bestaan te verlaten. Het waren met name vrouwen die voor deze leefwijze kozen. De derde-orde-beweging was dan ook vooral een vrouwenbeweging. Een groot deel van de Utrechtse conventen van tertianen en tertiarissen sloten zich aaneen in het Kapittel van Utrecht. In navolging daarvan vormden de tertianen en tertiarissen van het aartsbisdom Keulen het KeuIs Kapittel en die van het bisdom Luik en omgeving het Kapittel van Zepperen. Evenals de huizen van de broeders en zusters des gemenen levens en de augustijner mannen- en vrouwenkloosters, aangesloten bij het Kapittel van Windesheim en dat van Sion, waren de conventen van tertianen en tertiarissen integraal onderdeel van de Moderne Devotie. Vanaf het prille begin zijn de bij het Kapittel van Utrecht aangesloten conventen van tertianen en tertiarissen de weg opgegaan naar een kloosterleven zoals de eerste en tweede orde die kenden. Een belofte van kuisheid werd al vanaf het begin gevraagd van hen, die zich bij en gemeenschap van tertianen en tertiarissen wilden aansluiten. Later, in 1487, werden de kloosterbeloften kuisheid, armoede en gehoorzaamheid officieel verplicht gesteld. Allengs ging het merendeel van de tertiarissenconventen over tot clausuur en leidden de zusters binnen de muren van hun convent een contemplatief leven van gebed, meditatie, geestelijke oefeningen, collaties en handenarbeid
Gebruikte bronnen:
Monasicon Trajectense, https://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/inleiding.php (10-03-2023); K. Goudriaan, 'De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis , 1, 1998” (Hilversum 1998). p.205/207/208; T. Decosemaker, Masterscriptie “Och Lassy! Och Arme!”: Biechtvaderschap in semireligieuze gemeenschappen”, Universiteit Gent, 2019/2020. p. 27/28; B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (10-03-2023), p.40, voetnoot 18; W. van Egmont, ‘Het leven van Sint Maarten’ in “Madoc”, jaargang 1998
ENK Monasticon nummer:
Z207
Bevat:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Alternatieve namen:
Reguliere Kanunnikessen van Windesheim; Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus; Augustinessen van Windesheim
Latijnse naam:
Canonicae Regulares Windeshemenses
Afkorting:
CRW
Stichtingsjaar:
1448
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Nederwetten
Doelstelling:
Contemplatie
Gebruikte bronnen:
KS, 72; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z104
Bevat:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Alternatieve namen:
Reguliere Kanunniken van de H. Augustinus; Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus; Reguliere Kanunniken van Sint Jan van Lateranen; Congregatie van Lateranen; Lateraanse Congregatie
Latijnse naam:
Ordo Canonicorum Regularium Sancti Augustini; Canonici Regulares Lateranenses; Congregatio Sanctissimi Salvatoris Lateranensis
Afkorting:
CRL
Stichtingsjaar:
4de eeuw
Vestiging Nederland:
Middeleeuwen
Doelstelling:
Contemplatie; missiewerk; pastoraal werk
Geschiedenis:
De Congregatie van de Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus kent geen eigenlijke stichter. De geschiedenis van de reguliere kanunniken gaat terug tot in de 4e eeuw. Vanaf 313, toen het Edict van Milaan werd uitgevaardigd, waarin Keizer Licinius bekrachtigde dat er voortaan in het Romeinse Rijk vrijheid van godsdienst zou heersen, waardoor er een eind aan de christusvervolgingen kwam, ontstonden rondom bisschoppen groepen clerici die hen bijstonden in het bestuur van het bisdom en in de liturgische vieringen in de kathedraal. Vanaf de 11e eeuw gingen deze groepen van clerici over naar de regel van Sint Augustinus aangevuld met zogenaamde constituties. Op de Norbertijnen en de Kruisheren na, die een eigen historische ontwikkeling hebben gekend, namen deze groepen van clerici de naam van Reguliere Kanunniken van St. Augustinus aan en werden ze aangemoedigd zich in zogenaamde congregaties te groeperen. Eén van deze congregaties is de Congregatie van Lateranen, in het Latijn: Canonici Regulares Lateranenses, afgekort C.R.L.. Door deze congregatie werd in 1961 de als gevolg van de suppressiewetten van keizer Jozef II opgeheven Congregatie van Windesheim, waartoe Thomas à Kempis en Jan van Ruusbroec behoorden, heropgericht en gevestigd in Frankrijk, Italië en Duitsland. In 1947 vestigden de Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus, waarvan de kanunniken vanuit een leven in gemeenschap werkzaam zijn in parochies, onderwijs, permanente vorming en geestelijke begeleiding, met het in Sluis stichtten van een kleinseminarie zich weer in Nederland
Missielanden:
Zaïre (1950)
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (13-10-2022); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 166; J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant (Alphen aan de Maas, 2010), p. 143/144; R.Wols, “De Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus (CRL) op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-reguliere-kanunniken-van-sint-augustinus-crl#:~:text=In%20de%20elfde%20en%20twaalfde,eigen%20historische%20ontwikkeling%20hebben%20gehad. (13-10-2022)
ENK Monasticon nummer:
P041
Bevat:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Ongeschoeide Karmelieten
Orde of congregatie:
Ongeschoeide Karmelieten
Alternatieve namen:
Ongeschoeide Karmelieten; Ongeschoeide Carmelieten; Orde van O.L. Vrouw van de Berg Karmel; Theresianen; Discalzen
Latijnse naam:
Ordo Carmelitorum Discalceatorum
Afkorting:
OCD
Stichter, stichteres:
Teresia van Avila; Johannes van het Kruis
Stichtingsjaar:
1562 (voor de mannelijke tak: 1568)
Plaats van oorsprong:
Spanje
Vestiging Nederland:
1620; herintroductie in 1876
Patroonheiligen:
Theresia van Lisieux
Doelstelling:
Contemplatie; onderricht in beschouwelijk gebed
Geschiedenis:
De naleving van de Regel van de Karmel, die door paus Innocentius IV voor wat het beginsel van collectieve armoede betreft reeds versoepeld was, verwaterde in de praktijk steeds meer. Als reactie daarop stichtte Theresia van Ávila in 1562 met enkele medezusters een nieuwe kloostergemeenschap in Ávila, het Sint Jozefconvent, die teruggreep op de oorspronkelijke geest van de Karmel, die zich kenmerkt door stilzwijgen, eenzaamheid en voortdurend gebed, waarbij het accent opnieuw op het contemplatieve ideaal kwam te liggen. Dit was het begin van de hervorming van de vrouwelijke tak van de orde. Voor wat de hervorming van de mannelijke tak betreft, werd Theresia van Ávila terzijde gestaan door de H. Joannes van het Kruis. Hij stichtte in 1568 in Duruelo het eerste mannenklooster van de contemplatieve Karmel. Voormelde hervormingsbeweging resulteerde uiteindelijk in een splitsing van de orde in een gematigde tak, de geschoeide karmelieten, en in een strenge, observante tak, de ongeschoeide karmelieten, die ook wel theresianen genoemd werden. De eerste ongeschoeide karmelieten kwamen naar Nederland in de tijd van de 'Hollandse Zending'. Toen in Nederland wegens de Reformatie kloosters verboden werden, kwamen ze vanuit België en Frankrijk naar het westen van Nederland om daar enkele staties te bedienen. Na een terugval in de achttiende eeuw vond in Nederland een herintroductie van hun orde plaats toen ten tijde van de Duitse Kulturkampf een aantal Duitse ongeschoeide karmelieten de grens met Nederland overtrokken en zich in het Zuid-Limburgse Geleen vestigden. In 1871 fuseerden de mannelijke en de vrouwelijke tak van de ongeschoeide karmelieten tot één orde, waarvan de Nederlandse vestigingen onder de Beierse provincie vielen, totdat er in1935 in Nederland een semi-provincie opgericht werd. Een geheel zelfstandige provincie werd de orde van de ongeschoeide karmelieten in Nederland pas in 1960
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Zendelingeninstituut St. Theresia (kleinseminarieopleiding, opgeheven in 1967)
Missielanden:
Brazilië (1952); Libanon; Duitsland; Italië; India; Egypte; Verenigde Staten van Amerika
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), ziie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (29-12-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (29-12-2020), p. 78; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 118/119; R.Wols, ‘De Ongeschoeide Karmelieten OCD’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-ongeschoeide-karmelieten-ocd (30-12-2020); P. Albers, “Handboek der algemeene kerkgeschiedenis. Tweede deel” (’s-Hertogenbosch 1905-1907), p. 422
ENK Monasticon nummer:
P015
Toon op kaart Toon op kaart