Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

beacon
5.352  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
8 1407 mei 23
“Acta fuerunt hec in domo habitationis nostre consuete quem infra immunitatem ecclesie sancti Andreae Coloniensis inhabitamus sub anno nativitatis Domini millesimo quadringentesimo septimo indictione quinta decima die lune vicesima tertia mensis maii”

Henricus Stichger, doctor in de decreten, proost van het kapittel van Sint Severinus te Keulen, officiaal van het hof te Keulen, gemachtigd door Frederik, aartsbisschop van Keulen en aartskanselier van het H. Rijk in Italië, geeft een vidimus van diens akte van 3 oktober 1406. Op verzoek van de schepenen en gemeenschap van het dorp Straelen heeft hij het vereiste onderzoek ingesteld, waarbij hem gebleken is dat de goederen vermeld in de te vidimeren akte onder zegel van de schepenen van het dorp Straelen, vrij zijn van alle lasten en geschonken aan het Onze-Lieve-Vrouwealtaar. Hij keurt de dotatie goed en verheft het altaar tot een kerkelijk beneficie. Met toestemming van Gerard van Kleef, proost van het kapittel van de H. Victor te Xanten en aartsdiaken, en van Goswinus Wilhelmi de Stralen, rector van de parochiekerk, heeft hij bepaald dat genoemde pastoor het altaar vergeeft aan Henricus Kemerlingh, priester, en dat het presentatierecht in het vervolg toekomt aan de rentmeester van de abdij Siegburg die het patronaatsrecht van het de parochiekerk bezit, en aan de oudste schepen van het dorp. Vervolgens geeft Henricus Stichger een vidimus van de akte van 17 december 1406.
Medebezegelaars: Gerard van Kleef, proost van het kapittel van de H. Victor te Xanten, en Goswinus, rector van de parochiekerk te Straelen.
Getuigen: Hermannus de Gersbergh, kanunnik en scholaster, Joannes Erneken, kapelaan in de abdij Münstereifel, Henricus Kemmerlingh, priester, en Joannes de Stralen, burger te Keulen.
Datering:
1407 mei 23
Ontwikkelingsstadium:
Eenvoudig afschrift op papier
Plaats:
Keulen
Notabene:
zie inv.nr. 86, procesnummer 861
Zie ook regestnummer:
6,7
Ga naar dit stuk:
1407 mei 23
“Acta fuerunt hec in domo habitationis nostre consuete quem infra immunitatem ecclesie sancti Andreae Coloniensis inhabitamus sub anno nativitatis Domini millesimo quadringentesimo septimo indictione quinta decima die lune vicesima tertia mensis maii”

Henricus Stichger, doctor in de decreten, proost van het kapittel van Sint Severinus te Keulen, officiaal van het hof te Keulen, gemachtigd door Frederik, aartsbisschop van Keulen en aartskanselier van het H. Rijk in Italië, geeft een vidimus van diens akte van 3 oktober 1406. Op verzoek van de schepenen en gemeenschap van het dorp Straelen heeft hij het vereiste onderzoek ingesteld, waarbij hem gebleken is dat de goederen vermeld in de te vidimeren akte onder zegel van de schepenen van het dorp Straelen, vrij zijn van alle lasten en geschonken aan het Onze-Lieve-Vrouwealtaar. Hij keurt de dotatie goed en verheft het altaar tot een kerkelijk beneficie. Met toestemming van Gerard van Kleef, proost van het kapittel van de H. Victor te Xanten en aartsdiaken, en van Goswinus Wilhelmi de Stralen, rector van de parochiekerk, heeft hij bepaald dat genoemde pastoor het altaar vergeeft aan Henricus Kemerlingh, priester, en dat het presentatierecht in het vervolg toekomt aan de rentmeester van de abdij Siegburg die het patronaatsrecht van het de parochiekerk bezit, en aan de oudste schepen van het dorp. Vervolgens geeft Henricus Stichger een vidimus van de akte van 17 december 1406.
Medebezegelaars: Gerard van Kleef, proost van het kapittel van de H. Victor te Xanten, en Goswinus, rector van de parochiekerk te Straelen.
Getuigen: Hermannus de Gersbergh, kanunnik en scholaster, Joannes Erneken, kapelaan in de abdij Münstereifel, Henricus Kemmerlingh, priester, en Joannes de Stralen, burger te Keulen.
 
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
7 1406 december 17
“in ’t jaer ons Heeren duysent vierhondertendeses des vrijdaeghs nae S. Luciendaegh der heyliger jonckvrouwe”

Peter Heister, Henrick aen den Vinn, Gotzwin van Lutzum, Gotzwin ten Haeve, Johan in gen Horn, Gobel aen gen Riedt, Peter aen den Grave en Peter Gerardtssoone aen gen Indt, schepenen te Straelen, verklaren dat Engelbert van Orsbeeck, ridder, en Fya, en Herman Brant en Vrederinne hebben overgedragen aan Johannes in gen Bosch en Peter aen den Grave, hun medegezellen, zestien morgen akkerland uit hun goed aen gen Eindt in het gerecht van Straelen ten behoeve van een dagelijkse vroegmis op het Onze-Lieve-Vrouwealtaar in de kerk te Straelen. Voorts hebben Johan in den Bosch en Hilgen overgedragen een perceel bij Auwel, Herman Brant en Vrederinne een tuin voor de Vossumer porten, Herman Merken en Hilla een perceel bij Gielenhuis, Maes Peterssoen en Bela een perceel bij de Gyeselbergh, Mette Latinne een perceel buiten de Lochtporte, Nicolaas van Bormbeck een perceel tussen Auwel en Bormbeck, Bela Haeff een perceel buiten de Lochtporten richting hagelcrutz, Heinken aen gen Inde een perceel in het Bruyckhuyserveld, Lutger en Herman to Wijdenhave een perceel bij Wijdenhaven, alle ten behoeve van de vroegmis en het altaar. Voorts heeft Johan Spede een rente gegeven ten laste van een tuin buiten de Tillenporten, Lysa van Heler en Johan haar zwager een rente ten laste van een perceel aan de Vinhuyserpaett, Herman Elsken en Stijn een rente ten laste van een perceel aan Hoemanspaett, Peter de Loe een rente ten laste van een perceel in het Houtsijservelde, Henne van Laen en Alet een rente ten laste van een perceel in Buickzoldervelde, alle ten behoeve van de vroegmis en het altaar.
Datering:
1406 december 17
Ontwikkelingsstadium:
Eenvoudig afschrift op papier
Notabene:
zie inv.nr. 86, procesnummer 861
Zie ook regestnummer:
8
Ga naar dit stuk:
1406 december 17
“in ’t jaer ons Heeren duysent vierhondertendeses des vrijdaeghs nae S. Luciendaegh der heyliger jonckvrouwe”

Peter Heister, Henrick aen den Vinn, Gotzwin van Lutzum, Gotzwin ten Haeve, Johan in gen Horn, Gobel aen gen Riedt, Peter aen den Grave en Peter Gerardtssoone aen gen Indt, schepenen te Straelen, verklaren dat Engelbert van Orsbeeck, ridder, en Fya, en Herman Brant en Vrederinne hebben overgedragen aan Johannes in gen Bosch en Peter aen den Grave, hun medegezellen, zestien morgen akkerland uit hun goed aen gen Eindt in het gerecht van Straelen ten behoeve van een dagelijkse vroegmis op het Onze-Lieve-Vrouwealtaar in de kerk te Straelen. Voorts hebben Johan in den Bosch en Hilgen overgedragen een perceel bij Auwel, Herman Brant en Vrederinne een tuin voor de Vossumer porten, Herman Merken en Hilla een perceel bij Gielenhuis, Maes Peterssoen en Bela een perceel bij de Gyeselbergh, Mette Latinne een perceel buiten de Lochtporte, Nicolaas van Bormbeck een perceel tussen Auwel en Bormbeck, Bela Haeff een perceel buiten de Lochtporten richting hagelcrutz, Heinken aen gen Inde een perceel in het Bruyckhuyserveld, Lutger en Herman to Wijdenhave een perceel bij Wijdenhaven, alle ten behoeve van de vroegmis en het altaar. Voorts heeft Johan Spede een rente gegeven ten laste van een tuin buiten de Tillenporten, Lysa van Heler en Johan haar zwager een rente ten laste van een perceel aan de Vinhuyserpaett, Herman Elsken en Stijn een rente ten laste van een perceel aan Hoemanspaett, Peter de Loe een rente ten laste van een perceel in het Houtsijservelde, Henne van Laen en Alet een rente ten laste van een perceel in Buickzoldervelde, alle ten behoeve van de vroegmis en het altaar.
 
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
6 1406 oktober 3
“Datum Gudesbergh nostro sub siggillo anno Domini 1406 die tertia mensis octobris”

Frederik, aartsbisschop van Keulen en aartskanselier van het H. Rijk in Italië, geeft volmacht aan zijn officiaal om op verzoek van de schepenen en de gemeenschap van het dorp Straelen de stichting van een kerkelijk beneficie en de dotatie van het Onze-Lieve-Vrouwealtaar in de parochiekerk aldaar na onderzoek goed te keuren.
 
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
5 1400 juni 6
“anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo mensis junii die sexta”

Johan van Beieren, bisschop van Luik, verklaart dat hij de stichting en dotatie van het altaar in de parochiekerk te Kessel gewijd aan God en de heiligen Michael en Georgius, zoals vermeld in de getransfigeerde akte, heeft goedgekeurd.