286 regesten
sorteren op:
14.D063 Klooster Maria Weide te Venlo, 1405-1798
Regesten
266 1478 april 30
"Int iaer ons Heren 1478 op sente Philippus ende Jacobusavont der heiliger apostelen"
De schepenen van Kempen verklaren dat Gerart van Grevenraide, rector van het klooster Maria Weide, aan Jene Bischope en zijn echtgenote Bele in erfpacht heeft gegeven zeven morgen akkerland gelegen te Kempen tegen een pacht van zes malder rogge
"Int iaer ons Heren 1478 op sente Philippus ende Jacobusavont der heiliger apostelen"
De schepenen van Kempen verklaren dat Gerart van Grevenraide, rector van het klooster Maria Weide, aan Jene Bischope en zijn echtgenote Bele in erfpacht heeft gegeven zeven morgen akkerland gelegen te Kempen tegen een pacht van zes malder rogge
Datering:
1478 april 30
Notabene:
Afschrift op papier, inv.nr. 483
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 25-06-2015
14.D063 Klooster Maria Weide te Venlo, 1405-1798
Regesten
265 1477 februari 4
"In den jairen onss Heren dusent vierhondert seven ende seventich op sunte Agathenavent virginis et martiris"
Henrick, Wolter en Rutger van Gestelen, broers, verklaren van het klooster Maria Weide te hebben ontvangen het aandeel in de schuld, die Katrijn Spede, dochter van Goessen Spede, kloosterzuster aldaar, aan de oorkonders was verschuldigd. Deze schuld was haar toegevallen uit de nalatenschap van haar vader Goessen Spede, zoon van Goessen, die samen met Peter van Kessel, Derick Schynck van Nydeggen en Reyner van Zeller 29 Rijnse gulden hadden geleend van de oorkonders.
Medebezegelaar: Goessen Haighdorn
"In den jairen onss Heren dusent vierhondert seven ende seventich op sunte Agathenavent virginis et martiris"
Henrick, Wolter en Rutger van Gestelen, broers, verklaren van het klooster Maria Weide te hebben ontvangen het aandeel in de schuld, die Katrijn Spede, dochter van Goessen Spede, kloosterzuster aldaar, aan de oorkonders was verschuldigd. Deze schuld was haar toegevallen uit de nalatenschap van haar vader Goessen Spede, zoon van Goessen, die samen met Peter van Kessel, Derick Schynck van Nydeggen en Reyner van Zeller 29 Rijnse gulden hadden geleend van de oorkonders.
Medebezegelaar: Goessen Haighdorn
Datering:
1477 februari 4
Notabene:
Origineel op perkament, inv.nr. 628, met de zegels van Henrick en Rutger van Gestelen, en het zegel van de medebezegelaar
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 25-06-2015
14.D063 Klooster Maria Weide te Venlo, 1405-1798
Regesten
264 1476 september 20
"In den jair onsss Heren dusent vierhondert seess ende tseventich in profesto beati mathei apostoli et ewangeliste"
Heynrick Collart, leenheer, verklaart in het bijzijn van Arnt Vincken Sanderszoon, en Arnt van Lom Janszoon, geleende leenmannen van de hertog van Gelre, Gerat van Grevenray rector van het klooster Maria Weide ten behoeve van het klooster te Hebben te hebben beleend met de tienden van Beesel, die aan Heynrick van Hertzelenbach toebehoorden, het derde gedeelte van de smalle tienden, vier morgen land, gelegen aan de Maas, een beemd gelegen naast het land van Katrijn Bruckers en met de helft van circa viereneenhalve bunder land gelegen te Rykel in het kerspel van Beesel, die voorheen toebehoorden aan Gobbel Gruwels en behoorden tot de hof te Rykel die aan Peter van der Masen de oude toebehoorde.
Medebezegelaars: de voornoemde geleende leenmannen
"In den jair onsss Heren dusent vierhondert seess ende tseventich in profesto beati mathei apostoli et ewangeliste"
Heynrick Collart, leenheer, verklaart in het bijzijn van Arnt Vincken Sanderszoon, en Arnt van Lom Janszoon, geleende leenmannen van de hertog van Gelre, Gerat van Grevenray rector van het klooster Maria Weide ten behoeve van het klooster te Hebben te hebben beleend met de tienden van Beesel, die aan Heynrick van Hertzelenbach toebehoorden, het derde gedeelte van de smalle tienden, vier morgen land, gelegen aan de Maas, een beemd gelegen naast het land van Katrijn Bruckers en met de helft van circa viereneenhalve bunder land gelegen te Rykel in het kerspel van Beesel, die voorheen toebehoorden aan Gobbel Gruwels en behoorden tot de hof te Rykel die aan Peter van der Masen de oude toebehoorde.
Medebezegelaars: de voornoemde geleende leenmannen
Datering:
1476 september 20
Notabene:
Origineel op perkament, inv. nr. 57, met de zegels van de medebezegelaars. Het zegel van de oorkonder is verdwenen
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 25-06-2015
14.D063 Klooster Maria Weide te Venlo, 1405-1798
Regesten
263 1475 juli 8
"Die octava julii 75"
De stadhouder en raadslieden van de landsheer te Venlo wijzen vonnis in het proces dat Henric Beurskens en zijn zoon aanspanden voor de schepenbank Beesel tegen het klooster Maria Weide. Het klooster gaf Jan Vinck volledige volmacht om de zaak te behartigen. Als gevolg van de oorlog tussen Karel (de Stoute) en het hertogdom Gelre kwam de rechtspraak tot stilstand. Jan Vinck, die de partij van Karel hield vluchtte. Henric Beurskens een aanhanger van Adolff van Gelre, dwong het klooster in een minnelijke schikking tot betaling van een bedrag van 50 gulden. Toen de oorlogstoestand voorbij was keerde Jan Vinck terug en wilde het proces voortzetten. Henric Beurskens verloor daarop zijn zaak voor de schepenbank Beesel, omdat hij niet ter zitting verscheen. Jan Vinck eist nu voor de stadhouder en raadslieden vergoeding van de proceskosten en teruggave van de voornoemde 50 gulden door Henric Beurskens, welke eis wordt toegewezen
"Die octava julii 75"
De stadhouder en raadslieden van de landsheer te Venlo wijzen vonnis in het proces dat Henric Beurskens en zijn zoon aanspanden voor de schepenbank Beesel tegen het klooster Maria Weide. Het klooster gaf Jan Vinck volledige volmacht om de zaak te behartigen. Als gevolg van de oorlog tussen Karel (de Stoute) en het hertogdom Gelre kwam de rechtspraak tot stilstand. Jan Vinck, die de partij van Karel hield vluchtte. Henric Beurskens een aanhanger van Adolff van Gelre, dwong het klooster in een minnelijke schikking tot betaling van een bedrag van 50 gulden. Toen de oorlogstoestand voorbij was keerde Jan Vinck terug en wilde het proces voortzetten. Henric Beurskens verloor daarop zijn zaak voor de schepenbank Beesel, omdat hij niet ter zitting verscheen. Jan Vinck eist nu voor de stadhouder en raadslieden vergoeding van de proceskosten en teruggave van de voornoemde 50 gulden door Henric Beurskens, welke eis wordt toegewezen
Datering:
1475 juli 8
Notabene:
Origineel op perkament, inv.nr. 38
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 14-01-2021