Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

beacon
5.353  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
24 1472 april 28
“in den jaer uns Heren 1472 opten dynsdagh na den sonndagh Cantate”

Engelbert van Brempt, drost, Wolter van Asselt en Herman van den Bungaert, schouten, en de gemene schepenen te Straelen verklaren dat zij aan Goossen Rademit het Sint-Antoniusaltaar in de parochiekerk te Straelen hebben verleend na het overlijden van Arnt van Kaen.
Bezegelaars: de gemene schepenen.
 
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
23 1465 augustus 28
“Acta fuerunt hec in opido Berchem Coloniensis diocesis territorii Juliacensis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra” namelijk “anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione tercia decima die mercuri vicesima octava mensis augusti”

Voor notaris Franciscus Francisci de Herkenraede, clericus van het bisdom Keulen, en de getuigen Wilhelmus, vice-plebaan te Aldekerk, en Mathias Huppertz en Johannes Vischer, burgers van de stad Bergheim, verschijnt Johannes Heyden de Berchem, pastoor van de parochie Aldekerk in het bisdom Keulen en in het Gelderse territorium, die op verzoek van de zusters van het convent van de H. Maria Magdalena van de derde orde van de H. Franciscus genoemd de Penitencia, gelegen in genoemde parochie, erin heeft toegestemd dat het convent een eigen kapel met klokkentoren bezit om er liturgie te vieren met een door hen aan te trekken priester. De priester heeft het recht om de laatste sacramenten toe te dienen en te begraven. De pastoor zal telkenjare in het octaaf van Pasen de H. Olie bezorgen. Het convent zal jaarlijks een recognitie van een oude schild betalen aan de pastoor. De pastoor verzoekt de paus of zijn legaat en ordinarius te plaatse om deze regeling goed te keuren.
Bezegelaar: Johannes Heyden de Berchem, pastoor.
Datering:
1465 augustus 28
Ontwikkelingsstadium:
Origineel op perkament, met een fragment van het zegel, en twee eenvoudige afschriften op papier
Plaats:
Bergheim
Notabene:
zie inv.nr. 44, procesnummer 214. Zie ook regest nummer 28
Zie ook regestnummer:
28
 
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
22 1464 december 3
“anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto indictione duodecima die vero lunae tertia mensis decembris”

Voor notaris en de getuigen Michael de Venrayde, cellerarius van het klooster Kamp, Arnoldus de Foramine, rector van de parochiekerk te Kirchberg, en Joannes Buysch, kapelaan te Venray sluiten Ghijsbertus de Foramine de Venrayde, kanunnik te Lübeck en pastoor van de Sint-Petruskerk te Venray, enerzijds en Albertus de Hynsberg, biechtvader van de zusters van het begijnhof van de elfduizend maagden en de H. Antonius in de parochie Venray, Mechtildis de Angen, moeder, en de overige zusters van genoemd begijnhof anderzijds een overeenkomst. Tegen een jaarlijkse rente van twee Rijnse gulden ziet de pastoor af van zijn rechten. Hij ontvangt daarnaast nog een rente van twee malder rogge, zes hoenders, een kapoen en 1½ groot wegens een perceel van twee morgen waarop het begijnhof is gebouwd. Hij zal jaarlijks de H. Olie en wijwater aan de biechtvader schenken. Hij geeft zijn toestemming voor het geval moeder en zusters de regel van de H. Augustinus aannemen en een klooster bouwen onder de naam van de elfduizend maagden en de H. Antonius in Jerusalem te Venray.
Bezegelaars: Ghijsbertus de Foramine en Henricus de Raey, abt van het klooster Kamp.
 
 
 
 
 
Regestenlijst
Regest
21 1456 september 7
“in ’t jaer onsz Heeren dusent vierhondertindsesenvijftich up Onser Liever Vrouwenavont nativitas”

Johan Boelen, pastoor te Sint Odiliënberg, verklaart dat zijn voorganger Johan van Heyden toestemming had gegeven tot de oprichting van een broederschap. Deze wil een kapel bouwen ter ere van God, Zijn moeder, het H. Kruis en Sint Jacob, maar niet zonder toestemming van de pastoor van Sint Odiliënberg, aangezien “over die brugge” (de latere voorstad Sint Jacob te Roermond) tot de parochie Sint Odiliënberg behoort. De broederschap wil evenmin dat de pastoor in zijn rechten tekort wordt gedaan. De genoemde pastoor geeft toestemming tot het bouwen van de kapel. Hij treft een regeling over het eventuele toedienen van sacramenten en over de inkomsten.
Medebezegelaars: Wilhelm van Vrymershem, Emont van Barle en Geret van Pardelaer, mede op verzoek van de broedermeesters Peter van (open), Herman van Veenrade, Jacop op ’t Sant en Johan Wenmecker.