Dagboeken-NIOD ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
Filter: Met bestand(en)x
887 dagboeken
sorteren op:
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
2110 Wijngaarden-Jongkind, M. van
Auteur:
Wijngaarden-Jongkind, M. van
Titel:
De schokkende Momenten in Spoorlaan nr. 5 Met Medewerking van Alle Ingezetenen!!
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
104 pagina's
Periodisering:
4 november 1944 - 10 juni 1945
Periode van ontstaan:
4 november 1944 - 10 juni 1945
Localisering:
Aalsmeer (Noord-Holland)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Spoorlaan 5, Aalsmeer: de arbeiderswoning van Al Jongkind (1906-1985), echtgenote Wilhelmina A.C. Hol (Wimpie) (1911-1974) en hun dochter Meinsje ("Mennie") (1930-1999). Van november 1944 tot juni 1945 huisvest deze talrijke bewoners, waaronder onderduikers, die er gezamenlijk een dagboek bijhouden. De Jongkinds hebben nauwe banden met de SDAP, anarchisten, pacifisten en communisten. Er hangt een sterke AJC-sfeer in het huis. Er wordt gemusiceerd met banjo, gitaar en zang, en veel, soms nachtenlang, gediscussieerd. Spoorlaan 5 heeft zo vooral de status van een pension: 'Wij allen keerden terug in het Rovershol bij Jongkind. Na een afmattende tocht van 4 uur waren we thuis… In Amsterdam was het naatje,' schrijft logé Soffie halverwege de Hongerwinter. 'Ik was doodblij dat we weer naar Aalsmeer konden gaan vanwege de hap hap. Onderweg hebben we tweemaal aangelegd vanwege de dorst, de 1ste keer bouillon, de 2de keer een glas bier, wat heerlijk was. In het hol aangekomen had onze moeder-overste een heerlijke portie biet voor ons bewaard, waar we als hongerige leeuwen op aanvielen.' De mentaliteit is zeer vrijzinnig, wat ook in intieme onderlinge verhoudingen tot uiting komt. 'We hadden een gezellig vrouwenbad vanavond in de keuken,' aldus een anonieme schrijfster. ‘Soffie, Willy en ik deelden een emmer heet water in drieën, toen kon het feest beginnen. Eerst hebben we in natura hand in hand een nimfendans uitgevoerd en zweefden onze 'sierlijke' gestalten door de keuken. Soffie kraaide dat je 't in Aalsmeer-Oost kon horen. Toen zijn we elkaars ruggen gaan wassen.' De Jongkinds worden tenslotte slachtoffers van hun eigen omgeving: 'Al en ik hebben het zoveelste conflict. Hij besluit het huis uit te gaan,' schrijft Wimpie voorjaar 1945. Haar echtgenoot houdt woord, zo blijkt de volgende dag: 'Pakt met veel gestommel om 7 uur z’n koffer om echter daarna zo vaak thuis te komen als hij voorheen nooit deed.'
NB:
Het boek "Een vrij ernstig geval, Aalsmeer en Aalsmeerders in oorlogstijd" van Theodore van Houten (Uitgeverij Van Gruting, 2011; ISBN 97890 75879 308) bevat een hoofdstuk over dit dagboek: De commune van Spoorlaan 5, duikadres en kosthuis, 1944-1945. Het boek is te vinden in de bibliotheek van het NIOD. Bevat een foto met moeder W.A.C. Jongkind-Hol en dochter Meintje Wilhelmina.
Datum beschrijving:
16 april 2021
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
1555 Wijngaarden, mw. Ali van
Auteur:
Wijngaarden, mw. Ali van
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek met bijlagen (handgeschreven tekst in zelfgemaakt schriftje)
Omvang:
29 pagina's
Periodisering:
15 september 1944 - 7 november 1944
Periode van ontstaan:
15 september 1944 - 7 november 1944
Localisering:
Eindhoven
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Het is september 1944, de eerste Engelse tanks rijden door Eindhoven en de mensen staan in het oranje langs de straat om ze te verwelkomen. De auteur, achter in de twintig, neemt parachutisten mee naar haar versierde huis. De Duitse stellingen in de buurt worden onder vuur genomen door overvliegende jagers. Het spoorwegpersoneel staakt. Bij Son en Best landen parachutisten. Op straat heerst grote drukte. Bij een Duits bombardement 19 september 1944 ontstaat veel schade en is er geen licht en water. 's Avonds komen vliegtuigen in golven over de stad. Uit veiligheidsoverwegingen slaapt ze buiten de stad in een boerenschuur vol bedden. Allerlei tegengestelde geruchten doen de ronde. Met geallieerde militairen praat ze over de toestand aan het front. Zij zijn bevrijd, maar ze vraagt zich af hoe ze het thuis in Utrecht hebben. Ze gaat weer aan het werk bij Philips waar ze woningen toewijst meestal aan door bombardementen dakloos geworden mensen. Nog steeds doen de Duitsers pogingen om door te breken. Bij Arnhem wordt hevig gevochten. Eind september durft ze weer thuis te slapen. Ze vergelijkt de slechte voedselpositie in Amsterdam met de toestand in Eindhoven, waar je vrolijke muziek en gelach op straat hoort. Walcheren loopt onder water. Van mensen die er geweest zijn, hoort ze dat de toestand in Nijmegen levensgevaarlijk is. in Asten worden boerderijen in brand gestoken. Eindhoven zit vol evacués, de meesten uit de Betuwe. In Frankrijk is de toestand chaotisch. Tijdens het volksdansen met de Engelsen moet ze steeds aan het bezette deel van Nederland denken, waar gevochten wordt of honger wordt geleden. De Engelsen vaak jong, zijn vaak doodop van het vechten. "We are here, because we have to be here". Sommigen hebben al in Afrika en Italië gevochten. Er is veel te snoepen, zalm, kaas, corned beef en marmelade. Ze ziet haar eerste Engelse film.
Inhoud vervolg:
Bij een fietstocht met een vriendin krijgt ze van een boer 20 kilo aardappelen. Onderweg komt ze veel vluchtelingen tegen en ziet ze verwoestingen. Aangekomen in Weert ontploffen de granaten boven hun hoofden. Ze kunnen ergens binnen vluchten. Verder fietsend komen ze geallieerde tanks tegen en bij mitrailleurvuur duiken ze in een greppel. Ze hoort dat de Duitsers bij Venlo zijn doorgebroken en is bang dat ze terug zullen komen. 15 November 1944 verhuist ze naar een kamer met verwarming. Ze mogen nu tot half 11 buiten blijven. Ze gaat bij Tommy’s, die ze ontmoet, langs. 7 November is het officiersbal van de Royal Canadian Airforce, waarvoor ze met 30 anderen wordt opgehaald. De militairen zijn niet erg enthousiast en drinken liever dan dat ze dansen. Er is veel te eten.
NB:
De bijlagen bestaan uit correspondentie met familieleden, 3 in en na de oorlog bijgehouden kasboekjes en negatieven
Datum beschrijving:
januari 2008
Illustratie:
Nee
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
407 Wijngaarden, L. van
Auteur:
Wijngaarden, L. van
Openbaarheid:
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
Vorm:
Egodocument (origineel (handschrift); en fotokopie van een gedeelte van dit handschrift in 2 exemplaren)
Omvang:
~ 187 pagina´s (fotokopie); plm. 470 pagina´s (origineel)
Periodisering:
mei - juni 1940, juli - december 1943, april - mei 1945
Localisering:
Rijswijk (Z.H.)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
De schrijver is plm. 70 jaar, huisschilder en schilderspatroon, nu rustend. Autodidact, veel belangstelling. Over de eerste en de laatste maanden van de oorlog schrijft hij een uitvoerig dagboek. Daarnaast bevat het origineel nog wat meer, dat niet werd gefotokopieerd: opgevangen, genoteerde en doorgegeven radioberichten van juli tot december 1943, hier en daar voorzien van enig persoonlijk commentaar. Het is soms van uur tot uur bijgehouden. Als in de meeste dagboeken over sterk kritieke perioden uit de oorlog, vallen de elementen algemeen oorlogsdagboek en kroniek van het dagelijks leven samen. Ook het emotionele komt tot zijn recht
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
2091 Wijnands, M.J.
Auteur:
Wijnands, M.J.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahiers)
Omvang:
272 pagina's
Periodisering:
17 oktober 1941 - 21 maart 1944
Periode van ontstaan:
17 oktober 1941 - 21 maart 1944
Localisering:
Den Haag; Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Deze morgen was rustiger als een jaar geleden toen lag Dora in het ziekenhuis en ons eerste kind was dood. Thans denk je er nog weleens aan. Is het de schuld van de ,,Lebensraum’’ der Duitschers?’’ vraagt boekhouder en fotograaf M.J. Wijnands zich eind 1941 in zijn dagboek af. Daarin beschrijft de Hagenees het zorgelijke bestaan dat hij en echtgenote Dora, dan allebei dertigers, leiden. Op 28 januari 1942 wordt Theo geboren. Gezond en wel. Twee dagen eerder brengt Wijnands zijn hoogzwangere echtgenote naar de R.K. Vrouwenkliniek ,,Bethlehem’’: ‘Wat een ellende. ’s Morgens de 10 grootste taxiondernemingen opgebeld. Geen wagen te krijgen. Geen benzine of gas. De bus en trams die er rijden worden bestormd, je wordt doodgedrukt. Toch met Dora in een Pools klimaat, zware vorst en sneeuwjacht, naar het politiebureau Rijswijkscheplein gesukkeld. Agent meegekregen om behoorlijk in de tram te komen. Dora om 12 uur aan Bethlehem afgeleverd waar ze meteen behandelt werd. ’s Middags heb ik mijn hoofd niet bij mijn werk.’ Een jong hondje zorgt ondertussen voor grote spanningen bij de Hagenezen: ‘Patty wordt hoe langer hoe ondeugender en brutaler,’ schrijft Wijnands in februari dat jaar. ‘’s Avonds werd ik zoo woedend dat ik hem een flinke duw met m’n voet gaf, waarop ‘ie in luid gejank losbarstte. Zodat Dora, met Theo op schoot, in een hysterisch gehuil overging, mij verweet dat ik de laatste tijd 'onmenschelijk' was. Het was een scène.’ Het dier krijgt weldra een ander onderkomen: ‘Patty is vandaag met mand en etensbak naar een nieuwe baas gegaan. Wat ik zoo kan bekijken heeft hij het goed wij konden hem toch niet meer te eten geven. Maar toen ik thuis kwam was het akelig stil en Dora huilde om hem. Het was een leuke en lieve hond.’ In 1943 wordt zoon Victor geboren.
Datum beschrijving:
8 oktober 2020
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd