Huiselijke voorstelling van de H. Familie. Het drietal is als heilige afgebeeld. Het tafereel is gesitueerd in een kamer met eenvoudige inrichting. Op de voorgrond tussen hen in ligt heel symbolisch, als timmer oefenwerk van Jezus, een houten kruis van planken. Door een deuropening is in de verte zicht op een landschap. Jozef staat met zijn handen rustend op een bijl; op de grond liggen houtkrullen. De afwerking rondom bestaat uit een geweven sierband.

Centrale afbeelding in een ovaal medaillon van St. Barbara met bijbel, zwaard en kelk met hostie. Onder en boven het medaillon staan tekst en een mijnwerkerslamp. Langs de boven- en zijkanten is door middel van opgenaaid gouddraad de suggestie draperie gewekt met daarop decoratieve motieven. Zes lussen aan de bovenkant.

Centrale afbeelding van St. Raphaël met zijn attributen. De tekst is boven en onder Raphaël over het vlak verdeeld. Langs boven- en zijkanten zijn krulmotieven aangebracht met daartussen aan de bovenkant een Grieks kruis. De eenvoudige stijl heeft art-deco invloeden.

In een rond medaillon is St. Christoffel afgebeeld, wadend door het water met het Christuskind op zijn schouder. Aan weerskanten zijn rotswanden weergegeven. De buitenkant van het medaillon wordt gevormd door een tekstbanderol met de naam van de afdeling.

Het vaandel is uitgevoerd in sobere stijl met art-deco invloeden; het is opgebouwd uit drie verticale vlakken; het middenvlak heeft een T-vorm waarin St. Joseph en het KAB-embleem zijn afgebeeld. Het linker- en rechtervlak hebben bovenaan een uitspringend schild met Latijnse teksten. Vier brede draaglussen aan de bovenkant.

In een medaillon is een armoedig geklede St. Rochus met hond afgebeeld. Op zijn linkerbeen zijn de pestwonden te zien. In zijn rechterhand houdt hij een etensnap. Aan het koord rond zijn middel hangt een kruikje. Het medaillon is aan de onderkant versierd met lauriertakken. Bovenaan op het vaandel staan een gekruiste hamer en houweel met links en rechts lauriertakjes.

Centraal staat een geborduurde applicatie van St.Joseph met attributen. De applicatie wordt omlijst door twee samengebonden takken eikenloof. Bovenaan staat het jaartal, daaronder een decoratie in neogotische stijl. Dan volgt een sierlijke tekstbanderol met de plaatsnaam. Onder de Joseph-applicatie komt een tekstbanderol met de afdelingsnaam (zie Bijzonderheden). De punt onderin is opgevuld het schild van de Volksbond en neogotische decoraties. Goudfranje en twee kwasten. Drie lussen aan de bovenkant met een opmerkelijke vorm.

Op maat gemaakte waterwerende hoes in de vorm van het vaandel; tekst op de voorkant op dezelfde wijze aangebracht als op het vaandel; sluiting met drukknopen aan de achterkant.

Centrale afbeelding van St. Raphaël op een landschapseilandje met zijn attributen. In de linkerhand houdt Raphaël een pelgrimsstaf waaraan een klein buideltje hangt. Rondom Raphaël staat tekst. Daaronder staat het gestileerd vooraanzicht van een locomotief. Bovenaan staat de oprichtingsdatum. De schuine kanten hebben een accentuering met gouddraad. Drie lussen en goudkoorden met twee kwasten.

Centrale afbeelding van St. Eligius in bisschopskleding met zijn attributen. De afbeelding van Eligius is in een cirkelvormige banderol geplaatst, met een opening aan de bovenkant. Daaronder een lauriertak waaraan schildjes hangen, vier naast elkaar; onderaan afbeeldingen van gereedschap uit diverse beroepsgroepen. Ze vertegenwoordigen de bouwvakarbeiders, de mijnwerkers, de smeden en de timmerlieden; onderaan nogmaals de mijnwerkers. Boven het schildje onderaan staat een banderol met plaatsnaam en jaartal. De gelobde onderkant wordt extra geaccentueerd door twee randen goudgalon. De bovenkant is versierd met een driehoekig en een hoefijzervormig ornament; bovenlangs is voor de ophangroe een soort lussenwerk gemaakt van glanzend koord. Het vaandel heeft onderaan twee kwasten.

De achtergrond wordt gevormd door een kruis met brede balken doorlopend naar de achterkant. Daarop staat van boven naar beneden een aantal applicaties. Van boven naar beneden zien we de volgende applicaties: een klein rond medaillon met een buste van St. Jozef met zijn attributen, daaronder een banderol met de verenigingsnaam. Centraal op de kruising is St. Mauritius als Romeins militair afgebeeld in een mandorla met daaronder een tweede tekstbanderol. Onderaan staat een rond medaillon met plaatsnaam en het schild van de (in 1910 opgeheven) Volksbond. De hele onderkant is afgezet met een decoratieve rand en goudfranje. Drie lussen aan de bovenkant.

Het grondvlak is in drie rechthoeken verdeeld. Aan de linkerkant en onderlangs een horizontale smalle strook; de rest van de vlag wordt opgevuld met een grotere rechthoek. De brede stoklussen sluiten, ook qua kleur, aan op het linkervlak. Over deze drie vlakken staan het KAB-symbool op een cirkelvormig vlak en een sierlijke tekstbanderol.

Het driekleurig K.A.B.-embleem: tandrad, kruis en hamer tegen een witte achtergrond.

De achtergrond wordt gevormd door de Maas, bosschages, kasteel Keverberg en de kerk van Kessel. Op de Maas vaart een scheepje met het opschrift ?HOOP?. Op de voorgrond een Latijns kruis, waarnaar een werkman zijn handen heft met daarin een hamer. De tekst is verwerkt, tussen twee schilden, in een decoratieve zij- en bovenkant; het onderste schild stelt het wapen van Kessel voor, in het bovenste staat Joseph, de patroonheilige van de werkliedenvereniging, met een winkelhaak. Zes lussen aan de linkerzijde.

Afgebeeld is het embleem van de Algemene Mijnwerkersbond, een monnik met mijnwerkersattributen: lamp, hamer en houweel. Midden op de vlag staan de initialen van de vereniging. De overige tekst staat in balken verspreid over de vlag.

Afgebeeld is een Grieks kruis in cirkelvormige tekstbanderol, beide in dezelfde kleur.

Tegen de achtergrond van de Credo Pugno kleuren rood, wit en groen is een cirkel met het C.P.-embleem afgebeeld; Latijns kruis met daarvoor gekruist het zwaard en de palmtak. In een cirkelvormige baan rondom het embleem staat de tekst.

Afgebeeld is het embleem: kruis met stralen, een tandrad en hamer op een tweekleurige achtergrond.

Centrale afbeelding is het embleem van de mijnwerkersbond: Grieks kruis met mijnwerkers attributen: lamp, hamer en houweel; in een haakse banderol staat tekst. Op een verticale baan links, staat de plaatsnaam.

Afgebeeld zijn St. Raphaël met staf en kruik. Voor hem zijn een kruis, een bootstuur en een propeller in een embleem samengevat. Op de achtergrond staan de vervoersmiddelen vliegtuig, postwagen en boot, gestileerd weergegeven. Met lange weglopende vlakken wordt snelheid uitgebeeld. De tekst staat in meerdere lettertypen voor en rond de afbeelding.

Op de wimpel is vlakvullend de tekst aangebracht. Er is gebruikgemaakt van een sierlijk, gevuld lettertype, identiek aan de letters op de vlag. De wimpel heeft twee lussen.

Afgebeeld is St. Christoffel met het Christuskind op zijn schouder. Het traditionele thema is in een eigentijdse (1949) stijl uitgevoerd. Christoffel loopt moeizaam door het onstuimig golvende water terwijl hij zich staande houdt met behulp van een boomtak. In het water dartelen vissen en er vliegen vogels door de lucht. Op de achtergrond is het silhouet van de stad Maastricht te zien, gevormd door de St. Servaasbrug, de St. Servaaskerk, de St. Janskerk en de O.L.V.-kerk. De tekst op de vlag vormt min of meer een onderdeel van de decoratieve omlijsting.

Centraal afgebeeld is het KAB-teken met in plaats van een kruis het chiroteken in het midden. Ook de hamer is niet de gebruikelijke maar een tweekoppige. Links staat verticaal de afdelingsnaam.

De vlag is verdeeld in een verticale rechthoek aan de linkerzijde en rechts een in vier gelijke vlakken verdeelde vierhoek. Links staan de initialen van de vereniging onder elkaar, geflankeerd door gestileerde eikenbladeren; onderaan staat het jaar van oprichting. Een Latijns kruis staat op de scheiding tussen de vierkanten; daarin staan een tandrad en mijnwerkerslamp met twee gekruiste hamers. In de twee rechtervlakken zien we twee gestileerde takken (waarschijnlijk lauwertakken, een van de symbolische elementen van de werklieden). Boven de dwarsbalk van het kruis staat de rest van de tekst. Er zijn drie brede stoklussen. De vlag is gesigneerd met H.L.

De rechthoekige vlag is onderverdeeld in een groot centraal vlak met daaromheen kleinere vlakken; langs de onderkant een tekstvak. In het midden staat een opengeslagen bijbel met daarin PSAL.M. 119:105. In een cirkel eromheen een psalmtekst. Van achter de bijbel komen vlakvullende stralen. In de kleine vlakken links en rechts staan een mijnschacht en initialen. In de bovenste vlakken twee gekruiste hamers, een stralende mijnlamp, mijnwerkersgereedschap en de silhouet van een mijnbedrijf. In de tekstbalk staat de verenigingsnaam. Links onderaan zijn de namen van het atelier en de ontwerper geborduurd.