Elbert Jan Elbertsz, wonend aan de Zuidzijde van Bodegraven, Jan Elbertsz van Wiltenburch en Cornelis Elbertsz, wagenmaker, beiden wonend te Bodegraven, verkopen aan Aelbert Elbertsz 3/4 deel van de landen nagelaten door Hillegont Jacopsz, hun aller moeder. Te weten 3/4 deel van 4 morgen 1 1/2 hond 25 roeden land, zijnde de helft van 8 morgen 3 1/2 hond en wel de westzijde met huis, berg, schuur en beplanting, aan de Zuidzijde van Bodegraven, strekkend uit de Rijn tot de Neskade, belend ten oosten Claes Roeloffsz met de andere helft, ten westen Pieter Ariensz, van de Lange Weide. Nog 3/4 deel van 8 morgen land, waarvan 3 morgen afkomstig van de pastorie te Sluipwijk in het Broekveld, strekkend van de Oud Bodegraafsedijk tot de Oude weg, belend enerzijds Aelbert Govertsz en anderzijds Jan Philipsz, als bruiker. Belast met een bedrag van 300 gulden.

Annetje Gerretsdr, weduwe van Gerret Pieterse van Nierop, geassisteerd met haar schoonzoon Pieter Cornelisz van der Swaen, wonend te Bodegraven in Buijterkerck, verkoopt aan Johan Holshout, secretaris van het hoogheemraadschap van Rijnland, 3 morgen 2 hond 50 roeden land in het Broekveld, strekkend van de Oud Bodegraafsedijk tot de weduwe en kinderen van Jacob Gerretsz Kraen, belend ten oosten Huijch Gerretsz Vermeij en ten westen Huijbert Jansz Bosch. Verkoop bij willig decreet. Koopsom 900 gulden.

Claes Jansen, schipper te Zwammerdam, is schuldig aan Jan Heijndricksen van der Linden, chirurgijn te Bodegraven, een bedrag van 100 gulden. Gesteld onderpand: een huis en erf aan de Overtocht, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn, belend ten oosten Elijas Eversen van Ameijde en ten westen Cornelis Pietersen Bruijn, timmerman en zijn snebbe schuit.

Cornelis van Berkel te Aarlanderveen en Harmanus van Berkel te Zwammerdam, Christiaan van Dijk, getrouwd met Lijsje van Berkel te Koudekerk, mede Cornelis en Harmanus van Berkel als voogden over de minderjarige kinderen van Marijtje van Berkel, genaamd Lena, Cornelis, Jacob en Antje van Dijk, geboren in huwelijk met Andries van Dijk, allen erfgenamen van Lena Overgaag, weduwe van Cornelis van Berkel, hun ouders en grootouders, dragen over aan Arij van der Pijl een, bij akte van 05-08-1785 door Lena Overgaag verkochte, boerenwoning met erven, bergen, schuren en twee percelen land, verongeld voor 17 morgen 339 roeden te Aarlanderveen aan de Lage Zijde van de Rijn, strekkend van de Rijn tot in de Molenwetering, belend ten zuiden de koper, Steven Gijzen van Dam en Jan Bodegraven en ten noorden Dirk B. van Wijk, hieronder valt 1/2 morgen belast met een jaarlijkse pacht van 6 gulden, toekomend het geestelijk comptoir te Delft; nog een perceel land aldaar, verongeld voor 6 morgen, strekkend uit de Rijn tot in de Molenwetering, belend ten zuiden Pieter Jansz Luchtenburg en Steven Gijsz van Dam en ten noorden de koper, Steven Gijsz van Dam en Jan Bodegraven; nog een perceel land aldaar, verongeld voor 4 morgen 242 roeden, strekkend uit de Rijn tot een houtbosje van Steven Gijsz van Dam, belend ten oosten en westen de koper; nog een perceel land aldaar, verongeld voor 3 morgen, strekkend uit de Rijn tot de koper, belend ten zuiden en noorden de weduwe Turkenburg; nog een dito perceel aldaar, verongeld voor 2 morgen 100 roeden, strekkend uit de Molenwetering tot de koper, beldn ten zuiden Jan Dionijs Virulij en ten noorden het volgende perceel; nog een perceel aldaar, verongeld voor 2 morgen 200 roeden, strekkend van en tot de weduwe van Teunis Turkenburg, belend ten zuiden het vorige perceel en ten noorden het houtland van de weduwe van Gijsbert Turkenburg; nog een dito perceel aldaar, verongeld voor 2 morgen, strekkend van de weduwe van Teunis Turkenburg tot in de