243 1765 augustus 10
"...op den Huise-Saxenborg tot Bafloo den 10 Augusti 1700 vijffensestigh"

Willem van Ewsum tot Bafloo, Easquert, den Andel en Obergom, jonker en hoveling, oorkondt, dat J.J. Cremers, als gevolmachtigde van F. van Heerma, de burgemeester Creutzberg, namens zijne echtgenoote, F.G. de Rotte, namens zijne echtgenoote, en mevrouw
C.M. van Siegen geb. Heerma aan den Lic. A. van Heerma hun aandeel in de heemsteden en landen, als thans door den Wedman van Usquerd beheerd worden en gelegen zijn onder Usquert en Watwert, opdragen.

242 1764 november 10
"Donné a Vienne le 10me de Novembre l'an de Grace 1764 et de NOS Eegnes le vingt-cinquième"

Maria Theresia verleent de naturalisatie voor baron Ludolph Harm Joseph de Heerma en zijne zes kinderen, met name Guillaume Théodore Louis, cadet in het regiment van Arberg in haren dienst, Henry Jean Eodolphe, Rodolphe Jean Michel, Louise Helene Catherine Marie, Mechtilde Claire Marie Thérèse en Helene Guillelmine Constance Stephana, die om reden der "desagrements qu'il auroit essuies sous la domination des Etats des Provinces Unies par rapport a, la Eeligion Catholique Eomaine qu'il professeroit, l'auroient détermine a quitter sa patrie et a s'établir dans notre ville de Euremonde, dans l'intention d'y fixer son domicile avec toute sa familie."

241 1764 november 5
"Gegeven in onse stadt Brussele den vijffden der maendt Novembris int jaer ons Heeren duysent seven hondert vier en tsestich ende van onse Eycke het vijf en twintighste"

Maria Theresia benoemt Ludolph Harm Joseph de Heerma de Holwinde tot raadsheer van het Hof van Gelder en Zutphen, welke plaats vacant was door de promotie van den Markgraaf van Hoensbroeck tot "Raedtsheer van Staet, intime en actuel".

240 1762 mei 8
"Gegeven binnen de stadt Gelder onder het zegel der voorschreven stadt, het gheene wy tegenwoordigh sijn gebruyckende den achsten dagh maendts May in den jaere ons Heere duysent sevenhondert twee en sestigh"

Kanselier en raden van Pruissisch Gelder oorkonden, dat ten overstaan van Wilhelm Adriaen de Freneau, kanselier en stadhouder der leenen aldaar, en de leenmannen Joannes Baptista Lambertus van Coninx en Franciscus Rasoir Guillielmus Raimundus Lamoraldus Josephus baron van Bierens, heer van Greefraedt, deken van het Munster te Aken en proost tot Eutten, na den dood van zijnen broeder Philip beleend wordt met het kluppelleen van 7, 5 morgen, voorheen gespleten uit het leen Caldenbroeck onder Grubbenvorst, en tot afzonderlijk kluppelleen gemaakt, te verheergewaden met 15 alde grooten.