1 Bestuur van de saksische hertogen over Friesland ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
1
Bestuur van de saksische hertogen over Friesland
Inventaris
2. Inleiding
2.2. De collectie microfiches van stukken betreffende het bestuur van Friesland
De collectie microfiches van stukken betreffende het bestuur van Friesland en betreffende de bemoeienis met Groningen (originelen in Dresden en Wenen)
2.2.1. Het ontstaan
1 Bestuur van de saksische hertogen over Friesland
2. Inleiding
2.2. De collectie microfiches van stukken betreffende het bestuur van Friesland
2.2.1.
Het ontstaan
In het Ryksargyf bevinden zich zeer weinig stukken betreffende het bestuur van Friesland in de periode 1498-1515. Zoeken in andere archiefbewaarplaatsen naar bescheiden over het onderwerp kan leiden tot vondsten die dit euvel min of meer verhelpen. Het lag voor de hand om naar Saksen te zien. In de betrokken periode waren namelijk drie hertogen van Saksen tevens landsheer van Friesland. En inderdaad bleek de papieren neerslag van hun handelen ten opzichte van Friesland in hun archieven bewaard te zijn. De historicus P.J. Blok (1855-1929), hoogleraar in Groningen, vond in 1886 (in het kader van een breder onderzoek in Duitsland en Oostenrijk naar archivalia van belang voor de geschiedenis van Nederland) de nodige stukken over het bestuur van Friesland in het Hauptstaatsarchiv (van het koninkrijk Saksen) in Dresden * . Na publicatie van de resultaten verzocht het bestuur van het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde de ministe r van Binnenlandse Zaken om voortzetting van Bloks werk.
Het onderzoek werd toen op veel grotere schaal voortgezet door J.L. Berns (1853-1922), die van 1886 tot 1921 rijksarchivaris in Friesland was. Hij bezocht in 1889 het Hauptstaatsarchiv in Dresden en het Kaiserlich-Königliche Hof-, Haus- und Staatsarchiv in Wenen, en verrichtte onderzoek naar relevante archivalia. Berns was zich ervan bewust, dat hij om redenen van tijd niet alle bestanddelen kon doornemen. De rijksarchivaris maakte 465 beschrijvende aantekeningen over de inhoud van relevante bescheiden. De aantekeningen verschenen met een kort verslag van het onderzoek in 1891 * . De verwachting was, dat dr. Ludwig Schwabe, verbonden aan het Hauptstaatsarchiv, van verder nog te vinden bescheiden beschrijvingen zou maken, die later als aanvulling op Berns' werk zouden kunnen verschijnen * . Schwabe overleed echter nog vóór Berns' verslag verscheen en door hem gemaakte regesten zijn later niet meer in het Sächsisches Hauptstaatsarchiv aangetroffen * .
Berns bracht afschriften van enige van de door hem gevonden stukken mee naar Nederland. Hij verkreeg bovendien een crediet om meer bescheiden te laten transcriberen. Dat werk geschiedde grotendeels op het Hauptstaatsarchiv te Dresden en voor een kleiner deel - na uitlening van de betreffende bescheiden - op het Rijksarchief in Friesland (1890-1892) * . Uiteindelijk stopte men bij driehonderd stukken, bijna tweederde van het totaal van de gevonden bescheiden. De transcripties zijn in het algemeen betrouwbaar, alleen Friese namen zijn nog al eens verkeerd gespeld. Ze werden onder meer gebruikt door J.S. Theissen voor zijn in 1907 verdedigde dissertatie over Friesland onder Karel V. In de bezettingstijd rezen er plannen om de originele stukken naar het Rijksarchief in Friesland over te brengen dan wel uit te lenen. Van de uitvoering daarvan kwam echter niets * .
Na 1945 dachten velen, dat de Dresdener stukken door oorlogshandelingen verloren waren gegaan. Dat bleek gelukkig een misverstand toen de historicus O. Vries in 1980 op zijn schriftelijke vraag van een medewerker van het Staatsarchiv (zo heette het Hauptstaatsarchiv toen) vernam dat alle bescheiden over de Friese landen gespaard gebleven waren. In 1984 en 1989 ging Vries naar het Staatsarchiv voor onderzoek naar onderwerpen uit de tijd van de Saksische bemoeienis met de Friese landen. Hij ontdekte met name in het laatste jaar dat Berns nogal wat stukken betreffende Friesland en Groningen 1498-1515 niet had kunnen zien * .
Enige jaren later begonnen de bezoeken van de historicus P. Baks aan de instelling die in 1992 haar oude naam weer had teruggekregen: het Sächsisches Hauptstaatsarchiv. Baks onderzocht de politieke en militaire ontwikkelingen in de Friese gebieden, met name in het huidige Friesland, gedurende de Saksische periode (1498-1515). Hij kwam tot de ontdekking dat Berns slechts een gering deel van de relevante stukken had kunnen zien. Nadat Baks had onderzocht in welke archiefbestanddelen zich stukken betreffende het bestuur van de Friese landen bevonden, werden die bestanddelen (inclusief de reeds door Berns opgespoorde) op initiatief van het Ryksargyf op microfilm gebracht. Dat gebeurde ook met enige stukken, die Baks vond in het Haus-, Hof- und Staatsarchiv te Wenen. Ten behoeve van de raadpleegbaarheid van de verfilmde stukken werden in de laatste fase van de inventarisatie de microfilms geconverteerd naar microfiches.
laatste wijziging 15-02-2002
2.461 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Omvang:
263 Microfilm, fiches en jackets
Categorie:
- Zonder categorie
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 15-02-2002
2.461 beschreven archiefstukken