Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
beacon
86  regesten
 
 
 
 
Regesten
Regest
82 1492 februari 28
"Gegeven inden jaeren onss Heren dusent vierhondert tweeendtnegentich opten dinxdach nae Sent Mathijsdach Apostel"

Vincentius, graaf van Moirse (Meurs) oorkondt dat in tegenwoordigheid van de leenmannen van het graafschap Huerne (Horn) Johan Steck de geërfde lenen van wijlen zijn broer Coenrat Steck, te weten het derde deel van de grote en kleine tiend te Heythusen (Heythuysen), voorts de laatbank Aldenhoven en enige cijnsen heeft overgedragen met het verzoek de prior en het konvent van "Sint Elsbendaele"ermee te belenen. De Leenkamer beleent vervolgens de door de prior aangestelde "schiltwurdigen" leenman Rabet van Dorsdale "den alden". De leenmannen zijn Arnold van Ghoir, Heynrick Collart genaamd van Lijnden, Dederick Pollart, Johan Vogel, scholtis van Mazeland (land van Horn) en Thomijs van Nuynhem.
Zegelaars zijn de oorkonder en de leenmannen
 
 
 
 
 
Regesten
Regest
81 1491 februari 20
"Dit geteijkent tot Quadenbreck des twintichsten daigs in febr. anno XIIIIc ende XCI"

Jacob graaf van Hoerne (Horn), heer van Altena, Cortershem (Kortessem) en Cranendonck (Cranendonk), oorkondt dat Jan Steck zijn leengoed, gelegen te Heythusen (Heythuysen), heeft overgedragen voor pandheer Vincentius graaf van Moersse (Meurs) aan St. -Elisabeth






 
 
 
 
 
Regesten
Regest
80 1489 december 21
"Gesciet ind gegeven inden jair onss Heren dusent vierhondert negenendetachtentich op Sunte Thomaes dach des helighen apostels"

Egbert van Moeffert, natuurlijke zoon van Sijbrecht, verklaart dat door Johan Steck aan alle financiële aanspraken die hij op hem kon doen gelden, is voldaan. Op verzoek van Egbert bekrachtigen de schepenen van de dingbank van Heithusen (Heythuysen) deze verklaring, in bijzijn van de prior en de procurator van "Sunte Elsben"en Jan van Lozen. De schepenen zijn Godert van Hoeve, Jacob Sceper, Kerstke Cyllen, Godert Busmans, Deric vanden Veen, Deric Smits en Lambrecht Ghijlen.
Zegelaars zijn de schepenen met het zegel van de schepenbank
 
 
 
 
 
Regesten
Regest
79 1486 december 24
"Int jaer ons Heeren duysent vierhondert sesentachtentich op den heijligen jaerzavondt"

Jacob graaf van Horne (Horn), heer van Althenae (Altena) en Craenendonck (Cranendonk), oorkondt zijn ambtenaren, drossaards, schouten, schepenen en boden te bevelen, de inwoners van zijn graafschap voortaan aan geen nieuwe belastingen te onderwerpen maar enkel de oude te handhaven