169 Rost van Tonningen, M.M. ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
169
Rost van Tonningen, M.M.
Openbaarheid
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.
laatste wijziging 28-04-2020
3.171 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 28-04-2020
3.171 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
Geschiedenis
Meinoud Marinus Rost van Tonningen (Soerabaja 19 februari 1894) trouwde op 17 januari 1924 met Mary Gordon Hasselbach en kreeg twee dochters: Mary en Digna. Na bijna twaalf jaar scheidde Rost van Tonningen op 5 februari 1936 van Mary.
Op 21 december 1940 trad hij in het huwelijk met Florentine Sophia Heubel en kreeg drie zoons: Grimbert (1941), Ebbe (1943) en Herre (1945).
Op 21 december 1940 trad hij in het huwelijk met Florentine Sophia Heubel en kreeg drie zoons: Grimbert (1941), Ebbe (1943) en Herre (1945).
Oostenrijkse jaren
Twee jaar nadat Rost van Tonningen in Leiden zijn rechtenstudie had voltooid, trad hij in maart 1923 toe tot de staf van commissaris-generaal mr. A.R. Zimmerman bij de Volkenbondscontrole te Wenen. Na diens vertrek in 1926 bleef Rost nog twee jaar als vertegenwoordiger van het Financieel Comité van de Volkenbond en van de Trustees van de Volkenbondslening aan Oostenrijk. Bij het neerleggen van die functie in juni 1928 werd hem het Grosse Ehrenzeichen für Verdienste verleend. Na drie jaar in Nederland keerde hij in de herfst van 1931 naar Wenen terug als hoofd van de Volkenbondsvertegenwoordiging.
In 1934 maakte Rost een volstrekte ommezwaai in zijn overtuiging: hij werd nationaal-socialist naar Oostenrijkse stijl, dat door fel antisemitisme gekenmerkt was, en onderhield vooral contact met de Oostenrijkse SS. Hij keerde zich af van de Volkenbond die een aansluiting van Oostenrijk bij het Duitse Rijk in de weg stond en die met de Sovjetunie een communistische staat als lid had geaccepteerd.
Bij zijn ontslagname in de zomer van 1936 werd Rost het Grosskreuz des Oesterreichischen Verdienstordens toegekend. Maar tegelijkertijd luidde zijn vertrek de opheffing in van de Volkenbondscontrole op Oostenrijk, waarmee een obstakel was weggenomen voor de Anschluss twee jaar later. Zijn optreden leverde Rost een audiëntie op bij Hitler in Berchtesgaden op 20 augustus 1936. Drie weken later was hij te gast bij de Reichsparteitag in Neurenberg waar hij onder anderen aan Himmler werd voorgesteld. Later, in juni 1939, onderscheidde Hitler hem met de Erinnerungsmedaille für die Wiedervereinigung der Ostmark mit dem deutschen Reich vanwege zijn 'wertvolle Mitarbeit bei der deutschen Gesandtschaft' in Wenen.
Twee jaar nadat Rost van Tonningen in Leiden zijn rechtenstudie had voltooid, trad hij in maart 1923 toe tot de staf van commissaris-generaal mr. A.R. Zimmerman bij de Volkenbondscontrole te Wenen. Na diens vertrek in 1926 bleef Rost nog twee jaar als vertegenwoordiger van het Financieel Comité van de Volkenbond en van de Trustees van de Volkenbondslening aan Oostenrijk. Bij het neerleggen van die functie in juni 1928 werd hem het Grosse Ehrenzeichen für Verdienste verleend. Na drie jaar in Nederland keerde hij in de herfst van 1931 naar Wenen terug als hoofd van de Volkenbondsvertegenwoordiging.
In 1934 maakte Rost een volstrekte ommezwaai in zijn overtuiging: hij werd nationaal-socialist naar Oostenrijkse stijl, dat door fel antisemitisme gekenmerkt was, en onderhield vooral contact met de Oostenrijkse SS. Hij keerde zich af van de Volkenbond die een aansluiting van Oostenrijk bij het Duitse Rijk in de weg stond en die met de Sovjetunie een communistische staat als lid had geaccepteerd.
Bij zijn ontslagname in de zomer van 1936 werd Rost het Grosskreuz des Oesterreichischen Verdienstordens toegekend. Maar tegelijkertijd luidde zijn vertrek de opheffing in van de Volkenbondscontrole op Oostenrijk, waarmee een obstakel was weggenomen voor de Anschluss twee jaar later. Zijn optreden leverde Rost een audiëntie op bij Hitler in Berchtesgaden op 20 augustus 1936. Drie weken later was hij te gast bij de Reichsparteitag in Neurenberg waar hij onder anderen aan Himmler werd voorgesteld. Later, in juni 1939, onderscheidde Hitler hem met de Erinnerungsmedaille für die Wiedervereinigung der Ostmark mit dem deutschen Reich vanwege zijn 'wertvolle Mitarbeit bei der deutschen Gesandtschaft' in Wenen.
nationaal-socialist
Bij terugkeer in Nederland meldde Rost zich als lid van de NSB en kreeg een aanstelling als hoofdredacteur van het NSB-orgaan "Het Nationale Dagblad". De Tweede Kamerverkiezingen van 1937 leverden de NSB vier zetels op waarvan Rost er één bekleedde. Vanaf die tijd had Rost regelmatig contact met Himmler, onder meer als diens persoonlijke gast tijdens op de Reichsparteitage. Begin maart 1940 pleitte Rost bij zijn gastheer nog tegen een Duitse aanval op Nederland, die de groei van het nationaal-socialisme zou schaden.
Van 3 tot 14 mei 1940 werd hij als één der 21 als staatsgevaarlijk beschouwde personen geïnterneerd te Ooltgensplaat om na enige omzwervingen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk op 30 mei in Calais door de Duitsers te worden bevrijd. Meteen na zijn terugkeer in Den Haag ontmoette hij op 2 juni Himmler en Seyss-Inquart, die hij nog uit Wenen kende. Het gesprek mondde uit in zijn aanstelling op 20 juli 1940 tot Kommissar für die marxistischen Parteien. Met F.L. Rambonnet als adjudant was het zijn opdracht een zo groot mogelijk deel der sociaal-democratische arbeiders voor samenwerking met de Duitsers te winnen. Per 1 oktober benoemde Mussert hem naast C. van Geelkerken tot plaatsvervangend leider van de NSB. Tegelijkertijd kwam hij aan het hoofd te staan van de Afdeling Vorming.
Bij terugkeer in Nederland meldde Rost zich als lid van de NSB en kreeg een aanstelling als hoofdredacteur van het NSB-orgaan "Het Nationale Dagblad". De Tweede Kamerverkiezingen van 1937 leverden de NSB vier zetels op waarvan Rost er één bekleedde. Vanaf die tijd had Rost regelmatig contact met Himmler, onder meer als diens persoonlijke gast tijdens op de Reichsparteitage. Begin maart 1940 pleitte Rost bij zijn gastheer nog tegen een Duitse aanval op Nederland, die de groei van het nationaal-socialisme zou schaden.
Van 3 tot 14 mei 1940 werd hij als één der 21 als staatsgevaarlijk beschouwde personen geïnterneerd te Ooltgensplaat om na enige omzwervingen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk op 30 mei in Calais door de Duitsers te worden bevrijd. Meteen na zijn terugkeer in Den Haag ontmoette hij op 2 juni Himmler en Seyss-Inquart, die hij nog uit Wenen kende. Het gesprek mondde uit in zijn aanstelling op 20 juli 1940 tot Kommissar für die marxistischen Parteien. Met F.L. Rambonnet als adjudant was het zijn opdracht een zo groot mogelijk deel der sociaal-democratische arbeiders voor samenwerking met de Duitsers te winnen. Per 1 oktober benoemde Mussert hem naast C. van Geelkerken tot plaatsvervangend leider van de NSB. Tegelijkertijd kwam hij aan het hoofd te staan van de Afdeling Vorming.
‘s lands financiën
Rosts ambities lagen echter niet in de politiek, hij beoogde een functie in de financieel-economische sector, zijn oorspronkelijke vak. Zijn kans kwam toen mr. L.J.A. Trip medio februari 1941 weigerde tegemoet te komen aan vergaande Duitse eisen * en aftrad als president van De Nederlandsche Bank. Rost werd op 26 maart beëdigd als nieuwe bankpresident. Als directeur-secretaris werd J. Robertson aangesteld. Een maand later, op 22 april, volgde Rosts benoeming tot secretaris-generaal van het Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Diezelfde dag werd hij geïnstalleerd als waarnemend secretaris-generaal begrotingszaken en geldwezen bij het Departement van Financiën, terwijl Rambonnet werd aangesteld als thesaurier-generaal. Rosts greep op de financieel-economische sector in staat en partij werd volledig met zijn benoeming tot leider van het Economisch Front der NSB op 1 september.
Als secretaris-generaal van Financiën trok Rost het toezicht op het bank- en verzekeringswezen naar zich toe. De uitoefening daarvan vormde geruime tijd de voornaamste taak van zijn nieuwe Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Voorjaar 1942 legde Seyss-Inquart Nederland een Vrijwillige Bijdrage voor den Oorlog in het Oosten op van vijftig miljoen rijksmark per maand, met terugwerkende kracht tot 1 juli 1941, waarvan een vijfde in goud. Toen de goudvoorraad na februari 1943 was uitgeput, werd bij de Novelle op artikel 23 van de Bankwet toegestaan de bankbiljettencirculatie te dekken door deviezen.
Rosts ambities lagen echter niet in de politiek, hij beoogde een functie in de financieel-economische sector, zijn oorspronkelijke vak. Zijn kans kwam toen mr. L.J.A. Trip medio februari 1941 weigerde tegemoet te komen aan vergaande Duitse eisen * en aftrad als president van De Nederlandsche Bank. Rost werd op 26 maart beëdigd als nieuwe bankpresident. Als directeur-secretaris werd J. Robertson aangesteld. Een maand later, op 22 april, volgde Rosts benoeming tot secretaris-generaal van het Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Diezelfde dag werd hij geïnstalleerd als waarnemend secretaris-generaal begrotingszaken en geldwezen bij het Departement van Financiën, terwijl Rambonnet werd aangesteld als thesaurier-generaal. Rosts greep op de financieel-economische sector in staat en partij werd volledig met zijn benoeming tot leider van het Economisch Front der NSB op 1 september.
Als secretaris-generaal van Financiën trok Rost het toezicht op het bank- en verzekeringswezen naar zich toe. De uitoefening daarvan vormde geruime tijd de voornaamste taak van zijn nieuwe Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Voorjaar 1942 legde Seyss-Inquart Nederland een Vrijwillige Bijdrage voor den Oorlog in het Oosten op van vijftig miljoen rijksmark per maand, met terugwerkende kracht tot 1 juli 1941, waarvan een vijfde in goud. Toen de goudvoorraad na februari 1943 was uitgeput, werd bij de Novelle op artikel 23 van de Bankwet toegestaan de bankbiljettencirculatie te dekken door deviezen.
SS en gevangenschap
Zomer 1944 kreeg Rost een maand opleiding bij de Waffen-SS in Den Bosch, moreel en fysiek een zware proef op zijn leeftijd. Medio maart 1945 vertrok hij als SS-Obersturmführer met een eenheid van de Landwacht naar het front in de Betuwe. Op 8 mei raakten de Nederlandse SS'ers in Canadese krijgsgevangenschap. Tien dagen bracht Rost door in een geïmproviseerd krijgsgevangenkamp bij Elst voordat hij als politiek delinquent werd overgebracht naar de Utrechtse Wolvenplein-gevangenis. Een mislukte zelfmoordpoging bracht hem korte tijd in een militair hospitaal, waar hij voor de Canadese Fieldsecurity een uitvoerig levensbericht in het Engels opstelde. Daarna volgde zijn overbrenging naar de strafgevangenis in Scheveningen, waar hij op 6 juni na een val van een bovengang om het leven kwam.
Zomer 1944 kreeg Rost een maand opleiding bij de Waffen-SS in Den Bosch, moreel en fysiek een zware proef op zijn leeftijd. Medio maart 1945 vertrok hij als SS-Obersturmführer met een eenheid van de Landwacht naar het front in de Betuwe. Op 8 mei raakten de Nederlandse SS'ers in Canadese krijgsgevangenschap. Tien dagen bracht Rost door in een geïmproviseerd krijgsgevangenkamp bij Elst voordat hij als politiek delinquent werd overgebracht naar de Utrechtse Wolvenplein-gevangenis. Een mislukte zelfmoordpoging bracht hem korte tijd in een militair hospitaal, waar hij voor de Canadese Fieldsecurity een uitvoerig levensbericht in het Engels opstelde. Daarna volgde zijn overbrenging naar de strafgevangenis in Scheveningen, waar hij op 6 juni na een val van een bovengang om het leven kwam.
laatste wijziging 28-04-2020
3.171 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
Literatuur en verwante collecties
Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende bronnen:
laatste wijziging 28-04-2020
3.171 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
Inventaris
aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 169, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 169, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
1 Stukken van persoonlijke aard
1.1 Familiezaken
1.1.6 Vervoer
80-82 Stukken betreffende de voertuigen van M.M. Rost van Tonningen, 1936 - 1944.
169 Rost van Tonningen, M.M.
Inventaris
1 Stukken van persoonlijke aard
1.1 Familiezaken
1.1.6 Vervoer
80-82
Stukken betreffende de voertuigen van M.M. Rost van Tonningen, 1936 - 1944.
Datering:
1936 - 1944.2 omslagen en 1 stuk
laatste wijziging 05-01-2015
laatste wijziging 28-04-2020
3.171 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1906) 1940-1945 (1954)
over het archief:
Meinoud Marinus Rost van Tonningen (Soerabaja 19 februari 1894 - Den Haag 6 juni 1945) was een prominent NSB'er. Voor de oorlog zat hij namens de partij in de Tweede Kamer. Tijdens de bezetting bekleedde hij diverse financieel-economische functies waaronder President van de Nederlandse Bank en waarnemend secretaris-generaal van het Departement van Financiën.
Openbaarheid:
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
Omvang:
9,5 meter (3166 inventarisnummers)
Status:
Bruikleencollectie Nationaal Archief
Trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 28-04-2020
3.171 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden