Dagboeken-NIOD ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
2252 Spruijt, F.
Auteur:
Spruijt, F.
Titel:
Nederland in Oorlogsbrand. 10-14 Mei 1940.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
71 pagina's
Periodisering:
10-14 mei 1940
Periode van ontstaan:
10-14 mei 1940
Localisering:
Gelderland, provincie Utrecht
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Alle jongens zijn nog op. Uitgezonderd, mijn slapie v.d. Berg. Die is voor de zooveelste maal ,,kachel’’ thuisgekomen en ligt stomdronken op zijn krib,’ schrijft de jonge militair Frans Spruijt (Gouda, 1918-1987) op donderdagavond 9 mei 1940, enige uren voordat de Duitsers ons land binnenvallen. ‘Jan ligt zijn uile-kreten uit te stoten. Een stuk leverworst steekt onder zijn kussen uit. Daarvan zal morgen wel niet veel over zijn.’ In zijn dagboek over de meidagen van 1940 beschrijft Frans minutieus zijn ervaringen als ordonnans, geplaatst in respectievelijk de Maaslinie, Grebbelinie en Hollandse Waterlinie. ‘De Luit geeft mij een tiental enveloppen waarop een stempel staat: Mag alleen in handen van officieren komen,’ schrijft hij die letterlijke vooravond van de Duitse bezetting. ‘Ik zit op de fiets, rijd de onderdeelen af waarvoor de brieven bestemd zijn. Het is pikdonker. Gek, ik meen in het kraken van een tak al iets verdachts te horen. De wind die langs mijn oren zoeft heeft iets onheilspellends. Ik voel me koud en onbehaaglijk. In de verte hoor ik de wachtpost van 10 C.P. een liedje fluiten. Bij alle onderdeelen hetzelfde liedje; brief afgeven en envelop afgeteekend mee terugneemen.’
In het Land van Maas en Waal, waar Frans zich dan bevindt, is de verdediging de Maas-Waalstelling gereedgemaakt. Als de Duitsers het land binnenvallen zijn alle posten door de militairen bezet. ‘We zijn in oorlog. In machtelooze woede richt ik mijn karabijn op de vliegtuigen,’ schrijft Frans die vrijdagmiddag. ‘Ditmaal haal ik den trekker over, doch na het derde schot zie ik er het nuttelooze van in. Waar zijn onze mitrailleurs? Waar blijft ons luchtdoelgeschut?’ Dan ziet hij een Heinkel-vliegtuig brandend naar beneden storten: ‘Met een doffe plof kwam het in het weiland voor ons terecht. We dansen en springen.’ Het Nederlandse leger capituleert vier dagen later.
In het Land van Maas en Waal, waar Frans zich dan bevindt, is de verdediging de Maas-Waalstelling gereedgemaakt. Als de Duitsers het land binnenvallen zijn alle posten door de militairen bezet. ‘We zijn in oorlog. In machtelooze woede richt ik mijn karabijn op de vliegtuigen,’ schrijft Frans die vrijdagmiddag. ‘Ditmaal haal ik den trekker over, doch na het derde schot zie ik er het nuttelooze van in. Waar zijn onze mitrailleurs? Waar blijft ons luchtdoelgeschut?’ Dan ziet hij een Heinkel-vliegtuig brandend naar beneden storten: ‘Met een doffe plof kwam het in het weiland voor ons terecht. We dansen en springen.’ Het Nederlandse leger capituleert vier dagen later.
NB:
Het origineel van dit dagboek is verloren gegaan. Toos Dingen, met wie de dagboekauteur in 1948 trouwt, heeft het overgeschreven in 1943. Van haar hand is ook de inleiding.
Datum beschrijving:
9 november 2023
Illustratie:
De jonge militair Frans Spruijt in 1940.
Ga naar dit stuk:
Termen:
laatste wijziging 11-06-2024
1 gedigitaliseerd