Jacob Mulder stelde zich borg ten behoeve van het Departement van Koloniën voor zijn minderjarige zoon Jacob Jan Mulder, die aangesteld zal worden als cadet aan de Academie bestemd voor de Militaire diensten in Oost-Indië, en zulks voor de terugbetaling aan genoemd Departement de ten behoeve de voornoemde zoon te verstrekken vrijstelling, wanneer de bovengenoemde cadet op zijn verzoek wordt ontslagen, of om andere reden afhankelijk van eigen wil zijn bestemming niet volgt. Jacob Mulder stelt zich borg voor aan genoemde cadet verstrekte gelden als eigen wettige en privatieve schuld aan het Departement van Koloniën op de eerste aanvraag te zullen voldoen.

Zij verklaren krachtens vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht, een begin te maken met de boedelscheiding van Jacob Hendrik de Vries sr. en zijn op 15-02-1873 overleden echtgenote Francina Metz, van haar nalatenschap beschreven bij akte: 26-01-1874, notaris Js. de Louter. Zij verklaren dat de boedel openbaar zal worden verkocht op 29-05-1880, bij notaris Js. de Louter.

Bekendmaking ten huize van de weduwe Cornelis Gerritse van Westerlaak, in de herberg De Faam, te Hoogland

Akte ontbreekt; gegevens zijn uit de index overgenomen.