Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
31  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Dordrechtsche Courant, 1912-09-20; p. 3
Naam krant:
De Dordrechtsche Courant
Datum:
1912-09-20
Jaargang:
1912
Pagina:
3
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Dordrechtsche Courant, 1912-10-01; p. 7
Naam krant:
De Dordrechtsche Courant
Datum:
1912-10-01
Jaargang:
1912
Pagina:
7
aard verschillende malen grond hebben op- geleverd tot het treffen van justitieele maat- regelen tegen deze personen. Niet te ontken- nen is echter ook, dat vooral in den voorzomer van dit jaar vrouw Roerdinkholcler desniette- min is blijven doorgaan met zich op den open- baren weg hoogst onordelijk te gedragen, en dat zij nog herhaaldelijk ambtenaren der H. T. M. op hinderlijke wijze heeft gevolgd ‘en daarbij volksoploopen heeft verwekt. De Mln. meent ernstig te betwijfelen (lat in dezen wets- wijziging moet worden bevorderd. Al zou wel- licht de door adressant beoogde aanvulling der strafwet enkele malen van. nut kunnen zijn geweest met betrekking tot de gedragingen Van Roerdinkholder en zijn vrouw, men ver- lieze niet uit het oog, dat eene zoodanlgc ver- scherpte strafbepaling niet alleen voor deze aangelegenheid zou gelden, doch, een algemeen karakter dragend, zeer verreikende gevolgen zou hebben. Aanvulling der strafwet zou bijv. hierin kunnen bestaan, dat in art. 426bzs van het Wetboek van Strafrecht worden geschrapt de woorden: „met een of meer anderen . Ongetwijfeld zou dan in eenige meerdere gevallen tegen vrouw Roerdinkholder proces- verbaal kunnen zijn opgemaakt en een straf zijn uitgesproken, doch het blijft nog zeer de vraag of daardoor haar verzet tegen de gestelde machten zou zijn gebroken. _ __ Ook zal de Min. wel niet alleen. staan 1D. z1Jn oordeel, dat eene dergelijke wijziging Vaan het Wetboek van Strafrecht, welke In tal Van andere omstandigheden niet zonder groote beteekenis zou zijn, vooralsnog niet gerecht- vaardigd is. _‚ Bovendien meent de Min. zich van wetswij- zigíng te moeten onthouden, omdat, wanneer in ééne bepaalde gemeente de strafbepahng van art. 426bis Wetboek van Strafrecht 11161? voldoende mocht blijken, j de gemeenteraad
Gevonden alinea's: 3