1006-6 Klooster Mariënburg te Soest ( Het Utrechts Archief )
1006-6
Klooster Mariënburg te Soest
Inleiding
De opheffing
1006-6 Klooster Mariënburg te Soest
Inleiding
De opheffing
Bij de Bataafse Revolutie van 1795 hief het Comité revolutionair van het Utrechtse volk al op 28 januari van dat jaar het eerste en tweede lid van de Staten van Utrecht, de Geëligeerden en de ridderschap, op. Daarmee kwam tevens een einde aan de Staten als zodanig. * Het Comité van Algemeen welzijn namens het nieuwe revolutionaire Provinciaal Bestuur van Utrecht nam het bestuur van alle voormalige kloostergoederen op zich, en eiste van de diverse rentmeesters goederenlijsten. De uitkering van prebenden werd beeïndigd en alle overgebleven jufferen van de Staten- en ridderschapsconventen waren hun inkomen en status in één klap kwijt.
In de periode van 27 juli 1797 tot en met 19 september 1798 werden vele landerijen, behorende tot de voormalige geestelijke goederen van de Staten, door het Provinciaal Bestuur van Utrecht publiek geveild. * De bezitters van pacht-, rente- en huurovereenkomsten moesten deze afkopen. De administratie hiervan en van de overgebleven goederen werd gevoerd door de rentmeester-generaal van de Domeinen. * In 1798 besloot het Administratief Bestuur van het voormalige gewest Utrecht tot verkoop van de nog overgebleven goederen. In 1799 tenslotte is dit Utrechtse Domeinkantoor van de landsgoederen een afdeling van het Algemene Lands Domeinenkantoor van de Bataafse Republiek geworden, zijnde de nationale rechtsopvolger van de voormalige soevereine Staten van Utrecht. * Aan het voortbestaan van de diverse rentmeesterskantoren werd nu een einde gemaakt en daarmee was de opheffing van de Staten- en ridderschapsconventen definitief. *
Gedurende enkele jaren werd er een algemeen beheer van de (voormalige geestelijke) goederen gevoerd door de rentmeester generaal van de nationale domeinen te Utrecht, waarbij de administratie werd vermengd met die van de andere landsgoederen. * Onduidelijkheid en administratieve chaos waren het gevolg. * ‘Ten einde de administratie der geestelijke goederen op eenen behoorlijken en geregelden voet worde gebragt’, besloot in 1802 het Departementaal bestuur van Utrecht dat de enkele nog resterende geestelijke goederen weer separaat door Domeinen dienden te worden geadministreerd. * Dat blijkt in de jaren daarna inderdaad te zijn gebeurd.
Na de Bataafse revolutie van 1795 en de overgang van de soevereiniteit van de Staten van Utrecht naar de nationale overheid in 1798 kwamen ook de Montfoortse memoriegoederen in handen van de rijksoverheid. Het kantoor van de memoriegoederen werd in 1799 overigens als enige Statenkantoor niet samengevoegd met het algemeen rijks domeinfonds maar bleef onder afzonderlijk beheer van het gewestelijk bestuur van Utrecht. De rentmeester van deze goederen bleef derhalve een ambtenaar van de provincie. In 1818 ontving deze een nieuwe instructie van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. Het opperbestuur van het Memoriefonds bleef echter in handen van het departement van Financiën. Dat het rijk zich niet rechtstreeks met dit fonds bemoeide, was vooral omdat de memoriegoederen van groot belang waren en bleven voor de hervormde gemeente van Montfoort. Nog tot ver in de negentiende eeuw gold het kantoor der memoriegoederen formeel als rijksfonds, maar onder provinciale administratie. Aan deze merkwaardige toestand kwam pas een einde, toen de Montfoortse memoriegoederen in 1894 door de rijksoverheid werden overgedragen en verdeeld tussen de Hervormde gemeente en de burgerlijke gemeente van Montfoort. *
laatste wijziging 26-02-2021
195 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 26-02-2021
195 beschreven archiefstukken
Bijlagen
1. Specificatie van inv.nr 4, register van de akten betreffende goederen van het klooster Mariënburg over 1428-1619, die in 1619 werden ingeleverd bij de Staten van Utrecht, samengesteld door Henrick van Groenenberch, notaris te Utrecht, 1619[C1]
laatste wijziging 26-02-2021
195 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1445-1791
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het Klooster Mariënburg te Soest 1445-1791
Auteur:
C.A. van Kalveen
Datering toegang:
2004
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
1 m
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 26-02-2021
195 beschreven archiefstukken