0001.02 Superintendenten belast met het beheer van de voormalige kloostergoederen, 1361-1810 ( Archief Eemland )
0001.02
Superintendenten belast met het beheer van de voormalige kloostergoederen, 1361-1810
Beschrijving van het archief
laatste wijziging 20-12-2023
2.077 beschreven archiefstukken
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
2.3. Regesten
386 Evert van Stoutenborch, schout, Egbert vander Mate, Heynric Botter, Jan die Wilde, Jan Pothof Ricouts soen en Jan Bot, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Alijt Arnt heer Joes soens weduwe met Claes Jan Soes soen, haar voogd, alsmede Claes voornoemd en Alijt, zijn vrouw na hun dood vermaken aan heer Goert van Hemert, priester, ten behoeve van het klerkhuis van Sint Jan op de Camp te Amersfoerde een stuk land buiten Bloemendael, geheten Coepscamp en de hoven die daaruit gevormd zijn, met de tienden, aan de oostzijde begrensd door het land van Heynric Botter Goerts soen, aan de westzijde door dat van Ghijsbert Arnts soen en Jacob Rutgers soen, aan de noordzijde door een gemene weg en aan de zuidzijde door de stadsgracht, behoudens lijftocht voor Claes voornoemd en zijn vrouw en jaarlijkse betaling van een Beierse gulden aan het kapittel van St. Joris voor de tienden en onder de volgende voorwaarden:
1. wie van Alijt, Claes en Alijt het langst in leven blijft, die zal binnen een jaar op zijn kosten een altaar oprichten in de Sint Janskapel, op een plaats te wijzen door heer Goert van Hemert of de rector na hem, met een graf voor dit altaar en de beste zilveren schaal van hen inbrengen ten behoeve van een kelk;
2. de renteopbrengst van het eerste jaar na hun dood moeten heer Goert of zijn opvolgers besteden aan ornamenten ten behoeve van het altaar;
3. op het altaar moeten de broeders met ingang van een jaar na de dood van de laatste van hen wekelijks twee missen laten lezen en indien een van hen de renteinkomsten verhoogt met zes Arnoldus gulden of achtenhalve oude Johannes Vlaamse braspenning drie missen per week, voor Arnt heer Joes soen, Alijt en Tielman hun zoon, Claes en Alijt voornoemd en allen voor wie zij dit verzoeken;
4. de vermaking vervalt indien Claes en Alijt wettig nageslacht nalaten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde en vijfde verloren.
1. wie van Alijt, Claes en Alijt het langst in leven blijft, die zal binnen een jaar op zijn kosten een altaar oprichten in de Sint Janskapel, op een plaats te wijzen door heer Goert van Hemert of de rector na hem, met een graf voor dit altaar en de beste zilveren schaal van hen inbrengen ten behoeve van een kelk;
2. de renteopbrengst van het eerste jaar na hun dood moeten heer Goert of zijn opvolgers besteden aan ornamenten ten behoeve van het altaar;
3. op het altaar moeten de broeders met ingang van een jaar na de dood van de laatste van hen wekelijks twee missen laten lezen en indien een van hen de renteinkomsten verhoogt met zes Arnoldus gulden of achtenhalve oude Johannes Vlaamse braspenning drie missen per week, voor Arnt heer Joes soen, Alijt en Tielman hun zoon, Claes en Alijt voornoemd en allen voor wie zij dit verzoeken;
4. de vermaking vervalt indien Claes en Alijt wettig nageslacht nalaten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde en vijfde verloren.
0001.02 Superintendenten belast met het beheer van de voormalige kloostergoederen, 1361-1810
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
2.3. Regesten
386
Evert van Stoutenborch, schout, Egbert vander Mate, Heynric Botter, Jan die Wilde, Jan Pothof Ricouts soen en Jan Bot, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Alijt Arnt heer Joes soens weduwe met Claes Jan Soes soen, haar voogd, alsmede Claes voornoemd en Alijt, zijn vrouw na hun dood vermaken aan heer Goert van Hemert, priester, ten behoeve van het klerkhuis van Sint Jan op de Camp te Amersfoerde een stuk land buiten Bloemendael, geheten Coepscamp en de hoven die daaruit gevormd zijn, met de tienden, aan de oostzijde begrensd door het land van Heynric Botter Goerts soen, aan de westzijde door dat van Ghijsbert Arnts soen en Jacob Rutgers soen, aan de noordzijde door een gemene weg en aan de zuidzijde door de stadsgracht, behoudens lijftocht voor Claes voornoemd en zijn vrouw en jaarlijkse betaling van een Beierse gulden aan het kapittel van St. Joris voor de tienden en onder de volgende voorwaarden:
1. wie van Alijt, Claes en Alijt het langst in leven blijft, die zal binnen een jaar op zijn kosten een altaar oprichten in de Sint Janskapel, op een plaats te wijzen door heer Goert van Hemert of de rector na hem, met een graf voor dit altaar en de beste zilveren schaal van hen inbrengen ten behoeve van een kelk;
2. de renteopbrengst van het eerste jaar na hun dood moeten heer Goert of zijn opvolgers besteden aan ornamenten ten behoeve van het altaar;
3. op het altaar moeten de broeders met ingang van een jaar na de dood van de laatste van hen wekelijks twee missen laten lezen en indien een van hen de renteinkomsten verhoogt met zes Arnoldus gulden of achtenhalve oude Johannes Vlaamse braspenning drie missen per week, voor Arnt heer Joes soen, Alijt en Tielman hun zoon, Claes en Alijt voornoemd en allen voor wie zij dit verzoeken;
4. de vermaking vervalt indien Claes en Alijt wettig nageslacht nalaten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde en vijfde verloren.
1. wie van Alijt, Claes en Alijt het langst in leven blijft, die zal binnen een jaar op zijn kosten een altaar oprichten in de Sint Janskapel, op een plaats te wijzen door heer Goert van Hemert of de rector na hem, met een graf voor dit altaar en de beste zilveren schaal van hen inbrengen ten behoeve van een kelk;
2. de renteopbrengst van het eerste jaar na hun dood moeten heer Goert of zijn opvolgers besteden aan ornamenten ten behoeve van het altaar;
3. op het altaar moeten de broeders met ingang van een jaar na de dood van de laatste van hen wekelijks twee missen laten lezen en indien een van hen de renteinkomsten verhoogt met zes Arnoldus gulden of achtenhalve oude Johannes Vlaamse braspenning drie missen per week, voor Arnt heer Joes soen, Alijt en Tielman hun zoon, Claes en Alijt voornoemd en allen voor wie zij dit verzoeken;
4. de vermaking vervalt indien Claes en Alijt wettig nageslacht nalaten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde en vijfde verloren.
Datering:
1446 December 2
tevens:
3817-109
NB:
In dorso: 'clerchuys'; 'Alijt her Joes soen, Claes Jan Zoes ende Alijt maken der clerchuys Coepscamp etcetera'; 'van den Coeps camp buijten Bloemendael'. In tweevoud opgemaakt, ten behoeve van zowel het klerkenhuis als Alijt en Claes.
Zie ook:
Organisatie: Archief Eemland
laatste wijziging 08-04-2011
laatste wijziging 20-12-2023
2.077 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1361-1810
Inventaristitel:
A.F.M. Reichgelt, Inventaris van de archieven van het Stadsbestuur van Amersfoort, 1300-1810. (Amersfoort, 2003) inv. nrs. 2296-4887
Soort toegang:
inventaris
Depotlocatie:
Amersfoort
Auteur:
Ton Reichgelt
Omvang:
7,5 meter
Herkomst:
wet
Opmerkingen:
Maakt onderdeel uit van het archief van het stadsbestuur bnr. 0001.01
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0001.02 Superintendenten belast met het beheer van de voormalige kloostergoederen, 1361-1810
VERKORT:
NL-AmfAE 0001.02
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0001.02 Superintendenten belast met het beheer van de voormalige kloostergoederen, 1361-1810
VERKORT:
NL-AmfAE 0001.02
Geografische namen:
laatste wijziging 20-12-2023
2.077 beschreven archiefstukken