Voor de waterschappen in het Amstel en Vecht gebied werd de mogelijkheid bestudeerd om te komen tot één groot waterschap, zowel bestuurlijk, technisch en administratief. Dit speelde al vanaf in ieder geval 1976. Er wordt in de plannen *  verwezen naar een nota d.d. 5 oktober 1976, inzake de bestuurlijke reorganisatie van de waterschappen in Noord-Holland.
Op 5 mei 1978 werd er door het college van dagelijks bestuur van het waterschap de Hilversumse Meent, een bezwaar ingediend bij de Provinciale Staten van Noord-Holland. Het waterschap had bezwaar tegen de volgende beschrijving van de taken van het waterschap: 'tenminste in het kader van artikel 5 van de verordening verontreiniging oppervlakte wateren Noord-Holland ter beschikking stellen van waterbeheersingswerken.' Volgens het dagelijks bestuur van het Waterschap de Hilversumse Meent, zou dit onder bepaalde omstandigheden kunnen leiden tot allerlei ongewenste gevolgen waardoor de eigen taak en verantwoordelijkheid van het Waterschap verstoord zou kunnen worden. Door het bezwaar in te dienen werd er geëist dat de zin 'ter beschikking stellen van waterbeheersingswerken' werd vervangen door 'medewerking verlenen aan het waterkwaliteitsbeheer'. Volgens het dagelijks bestuur had de laatste vorm een zinvoller weergave waardoor de noodzakelijke samenwerking nog eens extra veilig werd gesteld. Op 29 september 1978 werd het bezwaar gegrond verklaard en de tekst veranderd. * 

Op 21 april 1979 werd door Koninklijke goedkeuring het besluit verleend voor de inwerkingtreding van het waterschap Drecht en Vecht, onder de gelijktijdige opheffing van 29-tal waterschappen in het Amstel- en Vechtgebied. Het besluit trad tot 1 januari 1979 met terugwerkende kracht in werking. *