Ick Arnold Voltelen, bij commissie van haer edele mogende Ridderschap en Steden de Staten van Overijssel, Scholtus van den Hardenberg etc., doe hiermede te weten dat ten overstaen van mij en keurnoten, als waeren Gerrit Egbertsen Bulks en Jan Hermsen, parsonelijck in den Gerigte gecompareert en erschenen sijn de hoogwelgeboren heer B.A. baron van Bentinck en desselfs ehegemalinne de hoogwelgeboren vrouwe A.M.T. geboren baronnesse van Twickel, heer en vrouw te Wolda, tutore marito, welke bekenden wegens opgenomen en wel ontfangene penningen opregt en deugdelijk schuldig te wesen an den weled(ele) heer Arent van Muijden, J.U.Dr., en ontfanger van Salland, eene capitale somma van dartiehondert car(oli) guldens a 20 stuiv(ers) het stuck, welke gem(elde) heer en vrouw comparanten beloofden en bij desen aennemen jaerlijx en alle jaeren tot de aflosse toe te sullen verinteressen met drie en een halve guld(en) van ijder hondert gerekent, sullende de eerste verschijndag daervan sijn op den 1 maert 1728 en sodanig worden gecontinueert tot de aflosse toe. Welke aflosse en weeropbrenginge van gem(eld) capitael ad 1300 g(ulden) en daervan verschenen onbetaelde interessen sal mogen en moeten geschieden, nadat een vierendeel jaers voor de verschijndagh de opsage hiervan de eene of andre kant sal sijn geschied. Tot securiteit en nakominge deses verbinden en stelden sij heer en vrouw comparanten, so voor voorn(oemd) capitael ad 1300 g(ulden) als daervan te verschijnen interessen tot een generael onderpand haer hoogwelgeboren parsonen en goedern, gene uitgesondert, of waer sijn gelegen, en wel tot een speciael hijpotheecq en onderpand haer erve en goet Klinge genaemt in de buirschap Radewijk, onder desen Ed(elen) Gerigte gelegen, so voor eenige jaeren uit den boedel van Gramsbergen is aengekoft geweest, om alles bij misbetalinge, so van capitael en renten, daeraen kost en schadeloos te kunnen en mogen verhalen.

Des ten waeren oirconde en sonder argelist hebbe ik Scholtus nevens de heer en vrouw voornoemt dese met onse onderteickeningen en zegels bekragtigt. Actum tot Holtheme in 't karspel Hardenbergh, den 22 april 1727. Was bezegelt met mijn groot zegel, uithangende en gedruckt in roden wasse.