Gramsbergen den 29 october 1729. Righter Arnold Voltelen. Keurn(ooten): Jacobus van Riemsdijck en Egbert Manten. Erschenen in desen Edelen Gerigte Elijsabet Wigbolts, weduwe van wijlen Wighbolt Reiners, geassisteert met Jan Wigbolts als haar in desen verkoren en geadmitteerden momboir, seggende hoe dat de twee nagelatene onmondige kinders van wijlen haar doghter Jennegien Wigbolts met wijlen Engelbert Worms, in leven egteluiden, beijde onlangs tot Groningen overleden, nu alhier sijnde gekomen, deselve nootsakelijk dienden en behoorden met twee bequame vooghden of mombers te werden versien, vermits comparante om haere hoge jaeren sigh daarvan het opsigt als grootmoeder en vooghdesse niet kunnende komen waar te nemen, tot dien einde daartoe is praesenterende Hans Willem Wierts en Hermen Berents, beijde oomen derselver, met seer ootm(oedig) versoek die tot mombers over gemelte kinders mogen werden aengestelt. Welke geaccordeert sijnde, en gemelte parsonen daartoe dan kragt en mits desen sijnde en ordende aengesteld, soo sijn de voorschr(even) Hans Willem Weerts en Hermen Berents parsonelijk alhier in judicio mede gecompareert en hebben de voorn(oemde) momberschap aengenomen en bij hanttastinge belooft de voorschr(even) twee onmondige kinders intrest en voordeel te sullen soeken, so als goede en trouwe mombers sijn schuldig te doen, alles nae en in conformité de Lantregten deser provintie sijn requirerende.