Uw zoekacties: titel

Correspondentie extracten ( Gemeentearchief Hardenberg )

Zoeken in correspondentie extracten

De afgelopen jaren is gewerkt aan het maken van korte samenvattingen (excerpten of extracten) van de ingekomen stukken in het archief van de voormalige gemeente Gramsbergen. Hier kunt u random zoeken in de circa 15.000 extracten uit de periode 1811-1920.

beacon
193  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Correspondentie extract
20 Geleezen het besluit van den heer onderprefekt van den 9en deezer No. 210, relatif de fortificatiën aan De Helder en Texel: is goed gevonden daaromtrend op morgen van het gemeentehuis te doen in de Hollandsche en Fransche taalen de navolgende bekendmaking
Datering:
12-04-1812
Beschrijving 2:
-- Bekendmaking --
Een iegelijk die werk begeerd, kan zich naar de Helder en Texel begeeven om aan de fortificatiën aldaar te werken waarmeede op dit moment aanvang wordt gemaakt, zij zullen goede dagloonen genieten en er zal gezorgd worden dat zij zich het nodige voedzel ten matigen prijzen kunnen verschaffen.
Ook zal hun een geschikte plaats worden aangeweezen om hutten van riet te veraardigen, ten einde er bij 't aanstaande gunstige jaargetij in te kunnen woonen.
Wordende de ingezetenen deezer gemeente, die daartoe geschikt mogten zijn, bij deezen ten zeersten aangemaand om aan opgemelde uitnodiging te voldoen, ten einde door hunne bereidwilligheid in deezen voor te koomen, dat soms 't gouvernement zal genoodzaakt zijn daartoe een aantal werklieden, ook uit deeze gemeente te requireeren.
Hardenbergh, den 12en april 1812,
De maire, Ant. van Riemsdijk
Onderwerp/Afhandeling:
Bekendmaking: oproep werklieden fortificatiën Den Helder en Texel
Afzender:
Maire der gemeente Hardenbergh
Ontvanger:
Ingezetenen der gemeente Hardenbergh
Toegangsnummer:
003 Gemeente Hardenberg
Inventarisnummer:
136
 
 
 
 
 
Correspondentie extract
12 Mijnheer de onderprefekt!
Ten vervolge van mijne in datis den 30en may, 6en july en 7en der voorige maand gedaane rapporten nopens der staat der teelt van de mangelwortelen in deeze gemeente hebbe ik de eer bij deezen te berigten dat de cultivateurs der mangelwortelen bij dezelve mijne voorige rappporten genoemd bij continuatie alles aanwenden aan deze cultire ten gewenschte doelwit te doen opklimmen, terwijl de verdere van mij van zaad voorziene ingezetenen er te weinig werk van maaken of kunnen maaken om van dezelve eene gelijke goede racolte te verwagten.
Ik hebbe de eer met de meeste achtinge te verblijven, mijnheer de onderprefekt! Uwen onderdanigen en gehoorzaame dienaar, de maire voornoemd,
Ant. van Riemsdijk
Datering:
07-09-1811
Onderwerp/Afhandeling:
Staat der teelt van de mangelwortelen in de gemeente Hardenbergh
Afzender:
Maire der gemeente Hardenbergh
Ontvanger:
Onderprefect van 't arrondissement Deventer, departement Monden van den IJssel
Toegangsnummer:
003 Gemeente Hardenberg
Inventarisnummer:
122
 
 
 
 
 
Correspondentie extract
21 Mijnheer de onderprefect!
Na den ontvangst van uw besluit van den 9en deezen, No 360 relatif de formatie der budgets van de jaaren 1811 en 1812, mij door den heer maire der gemeente Ommen gecommuniceerd zijnde, dat gelast wat slechts één budget van zijne gemeente te formeeren en alzoo de inkomsten der stad Ommen meede op het algemeen budget zijner gemeente te brengen, zo hebbe ik, die gaarne gewenscht hadde deezen maatregul alhier te voortekoomene, mij des in persoon bij den heere prefect geïnformeerd en van zijn hoogedelgestrenge het onveranderlijke van deezen maatregel vernoomen hebbende, bij mijn retour aanstonds met den heer adjunct-maire van Gramsbergen geconfereerd over eene te maakene splitsing van de schulden des voormaaligen schoutambts Hardenbergh, waarvan één gedeelte mijner en het andere zijner marie is toegevoegd, ten einde dien na de formatie van ’t budget zonder uitstel onderhanden te neemen ten te voltooijen.
Dan geene van beiden den schuldenstaat van ’t ons voormaals vreemde schoutambt Hardenbergh kennende, (zijnde zoals u bewust door den voormaligen scholtus des schoutambts Hardenbergh nog geenen extraditie van de stukken raakende de griffie van zijn schoutambt geschiedt) zo hebben wij moeten overgaan tot een oproeping van crediteuren […] ten laste deszelven hebbende en daartoe niet wel eerder voegzaam dag kunnen stellen, dan uiterlijk op donderdag den 29en deezer aanstaande. Wanneer ten volgenden daage in overleg met gemeenteraaden daadelijk tot de splitsing derzelve schulden zullen overgaan en ik dien naa zonder verzuim tot de opmaaking en voltooijing van de budgets zal treeden, hoopende daarin niet verhinderd te worden door den doormarsch van troeps waarvan mij het eerste arrivement tegens den 25en deezer aangekondigd is.
Hier van u, mijnheer de onderprefect! alzo eerbiedigst kennisse gevende, zo verzoeke deeze noodzaakelijke vertraaging gunstigst ten goede te houden, waartoe de eer hebbe te verblijven mijnheer de onderprefect!
Datering:
24-08-1811
Beschrijving 2:
Uwen onderdanigen en gehoorzaamen dienaar de maire voornoemd, Ant. van Riemsdijk.
Onderwerp/Afhandeling:
Splitsing van schulden des voormaaligen schoutambts Hardenbergh
Afzender:
Maire der gemeente Hardenbergh
Ontvanger:
Onderprefect van het arrondissement Deventer, departement der Monden van den IJssel
Toegangsnummer:
003 Gemeente Hardenberg
Inventarisnummer:
121
 
 
 
 
 
Correspondentie extract
8 Mijnheer de prefekt!
Ten gevolge van het discours, hetwelk op den 7en deezer de eer hadde daaromtrend met uw hoogedelgestrenge te houden, neeme ik de vrijheid uw hoogedelgestrenge bij deezen eerbiedigst te proponeeren en te verzoeken.
Dat bij gedrukte publicaties (te publiceeren van 't gemeentehuis alhier en vervolgens aldaar en in de overige tien wijken mijner gemeente te affigeeren) door uw hoogedelgestrenge poenaal mooge worden gestatueerdt omtrend de alhier heerschende persloopziekte:
1. Dat de gezonden zig van alle gemeenschap met de besmette huisgezinnen zullen hebben te onthouden, en dat niemand dan de naaste nabuuren in dezelve zullen moogen koomen ter noodige hulpe en verhandreikinge van de zieken, waartoe dezelve verplichts verklaard worden voor zo verre eenig besmet huisgezin buiten staat is zichzelve te helpen en te verhandreiken, en dat daarenboven zij die buiten de voorzeide nabuuren in eenig besmet huisgezin worden bevonden, aldaar moeten verblijven tot de volkomene herstelling van hetzelve toe.
2. Dat niemand uit eenig besmet huisgezin (ofschoon ook zelve nog gezond zijnde) zich in eene andere wijk der gemeente of buiten derzelve zal mogen begeven, en mitsdien ook, in geenerhande publieke bijeenkomste, kerken, schoolen, moolens, op publieke verkopingen, kermissen of markten zal mogen verschijnen.
3. Dat de noodige medicamenten van de zieken door de inwoners der gezonde huisgezinnen uit de buurschappen, op aanvraage der rotmeesters, bij tourbeurte zullen moeten worden afgehaald.
4. Dat de aan deze ziekte gestorvenen ten spoedigsten, zonder eenige uitkleeding, slechts door de twee naaste nabuuren zullen moeten worden gekist, de kist aanstonds geslooten of toegespijkerd en dien naa ten spoedigsten, immer binnen 16 uuren, zullen moeten worden begraaven in een graf van 5 voeten diepte, zonder dat eenig doodkleed over de kist zal moogen worden gelegd, en zonder dat daarbij eenige begraafnis-maaltijd of eenige lijkstatie plaats hebbe,
Datering:
09-11-1811
Beschrijving 2:
en zonder dat daarbij eenige begraafnis-maaltijd of eenige lijkstatie plaats hebbe,dan die der persoonen tot de begraving noodig.
5. Dat het noodwendige werk tot de inzameling der veldvruchten, zaaying, voeding en oppassing van het vhee der besmette huisgezinnen, voor zoverre daartoe nog geene genoegzaame en gezonde leeden in hetzelve voorhanden zijn, door de gezonde ingezetenen der besmette wijken bij tourbeurten en op aanvraage der respective rotmeesters zal moeten geschieden.
6. Dat de herstelde huisgezinnen zich niet eerder uit hunne wijken of de gemeente zullen vermogen te begeeven dan nadat hun daartoe schriftelijk consent door den maire zal zijn verleendt.
7. Dat het hoofd van elk besmet huisgezin verpligt zal zijn daarvan aanstronds kennisse aan de maire te geeven, opdat vanwege denzelve op gemeentekosten dit huisgezin dadelijk als besmet, door het stellen van een opschrift aan hetzelve van 'Besmettelijke Ziekte' kan worden kenbaar gemaakt en alzo elk in staat zijn 't zelve te mijden.
Alles met aanmaaning aan de goede ingezetenen om zich daarna bereidwilligster te voorkooming van verdere verspreiding te gedraagen, alsmeede om deeze kwaal niet bedekt te houden of zich zorgeloos aan eenen drom van huismiddelen over te geeven, zonder alvorens daaromtrend eene geneesheer geraadpleegd te hebben, bedenkende dat de ziekte in haar begin gemakkelijker dan in haar verder beloop wordt tegengegaan en dat daar dezelve van zeer verschillende aard bij diverse persoonen is ook onmogelijk een en hetzelfde genees- of huismiddel, onverschillig met vrugt tot herstel kan worden aangewend, maar beide moeten zijn ingerigt en worden gekoosen overeenkomstig de verschillende aard der ziekte en natuur der lijdenden, en voorts met last aan den maire om op de naarkooming dezer verordeningen ter strengsten en zonder eenige oogluiking of aanzien van persoonen te waaken, met teffens verantwoordelijkstelling dezelven van alle overtreedingen die ter zijner kennisse mogte koomen,en waaromtrend de overtreeders door derzelven met [be.f..]nde inhoud van 't gestatueerde, mogte zijnde gecalangeerd geworden.
Vertrouwende mijnheer de prefect! dat deeze door uw hoogedelgestrenge met de daarin dienstig oordeelende alteratiën en ampliatiën vast te stellene verordeningen en bepaalingen, ofschoon dan ook reeds door mij op ordre van den heer onderprefect daargesteld, van het gewenschtte effect zullen zijn en als van uw hoogedelgestrenge voorkoomende beeter gevolgd en minder clandestine overtreeden zullen worden, zo neeme de vrijheid op de spoedige effectueering daarvan bij deeze eerbiedigst te cisteeren, met verdere propositie om, daar niets nadeeliger voor het herstel eener zieke in 't algemeen is, dan de vrees voor den dood, die noodzakelijk door de veelheid der stervenden vermeerderd wordt, teffens het deeze den zieken aankondigende (en tegelijk ook nog de gezonden ontmoedigende) overluiden der dooden gedurende de heerschende epidemie te verbieden, onverminderd de verpligting der nablijvenden van de ziekte, evenals waaren die overluidingen geschiedt, des te salarieeren volgens bestaande gebruik.
Overigens de vrijheid neemende hiernevens te voegen van mijn heeden aan den heer onderprefekt nopens de onderhavige ziekte inzendende rapport, zo verblijve eerbiedigst, mijnheer de prefect!
Uw hoogedelgestrenge onderdanige en gehoorzaame dienaar, de maire voornoemd,
Ant. van Riemsdijk
Onderwerp/Afhandeling:
Publicatie regels persloopziekte
Afzender:
Maire der gemeente Hardenbergh
Ontvanger:
Prefect van het departement der Monden van den IJssel
Toegangsnummer:
003 Gemeente Hardenberg
Inventarisnummer:
125