671 Comparuerunt Arndt van Brienen, Tilman Brouwer, Ott van Marll en Henrick Bitter ten verzoeke van Willem van Suijlen van Nijevelt, holtrichter in naam en vanwege mijnsvrouwe van Bronckhorst van Loener- en Speldermark, te Beekbergen gelegen, gebadet zijnde en hebben getuigd sampt en een ieder bijzonder dat zij alle 4 geerfden van Reder en Wortrederbosch zijn en ook vorsters desselven bos geweest zijn en dat zij ettelijks maal daar bij- aan- en over zijn geweest dat alle de breukhaftigen door de holtrichter en de vorsters gescheiden zijn en hebben moeten scheiden of moesten lijden dat de holtrichter met de vorsters hun panden voor de breuken gehaald, alles zonder enig becroen des richters, scholten of iemand van richters wege; - tuigende verder dat de holtrichter met de voorzegde vorsters en boswaarders ene breukhaftigen, overmits de grootheid en menigvuldigheid zijner breuken, genaamd Broenis van Doernick, opter holtsprake aangegrepen hebben en deszelve binnen Arnhem op de Velperpoort gezet, dewelke vervolgens door de holtrichter, vorsters en gemene markegenoten gecondemneerd in geworden om tot zijn "amende" in zijn linnen kleder met een "herster" in zijn hand hebbende op een zondag te Reden voor de processie te gaan, en dit alles zonder enige becroen van enige officieren; Gehouden met ede Co. mat. en der stad gedaan;

4181 Missive van den stadhouder (Karel van Brimen, graaf van Megen) aan den richter van Nijmegen. Hij wordt gemachtigd Gerritken den Nagelsmid zonder amende remissie te verleenen van den door hem beganen manslag. (Zie brief van 15 juli)

4139b Request van Reyner Uwenss met bijlagen. Hij vraagt kwijtschelding van de amende ter zake van den doodslag, waarvoor hij wel veroordeeld is maar waaraan hij onschuldig is

4053 Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. in antwoord op die van 4 november No. 4051. Het hof machtigd hem Rutger Jacobss remissie te verlenen tegen een civiele amende van 20 gl