99 Joachem, heer tot Wisch, erkent nog 114 goudgulden ontvangen te hebben van Johan Louwerman op het hem verpande weiland, aan Bergerdiick gelegen.
In den jair onss Heren vieffthienhondert inde dertich, op sunte Augustinus' dach.
Afschrift op papier, gedateerd 1602, in Inv. no. 110.

1387 GERTRUYDT VAN POELWIJCK, priores, en het gemeen convent van Bethanien machtigen hun procurator, heer AUGUSTINUS VAN UMMEN, priester, om het door hen aan jonker OISWAILT, graaf van den Berghe enz. verkochte aandeel van het veer te Westerfoirt aan dezen over te dragen. Oorspr. op papier (Inv. no. 2885), met het opgedrukte kloosterzegel onder een papieren ruit

763 De notaris BARTOLDUS THER HOLTSTEGHE instrumenteert, dat ten overstaan van heer WILHELMUS DE MEERBACH, pastoor van de parochiale kerk van Arnhem, heer HENRICUS DE BONE, kapelaan van die kerk, JACOBUS BIERWISCH, mr. ARNOLDUS THOMAS' ZOON en mr. WOLTERUS DE ALLER, schepenen dier stad, broeder JOHANNES WINPENNINCK van de orde van St. Augustinus, en CONRADUS, huiskapelaan van heer THEODERICUS HORST, deken van de kerk van St. Maria in Colonia, een verklaring afleggen over de wijze, waarop de opbrengst der indulgentiën, op last van het concilie van Basilia afgekondigd, zullen mogen worden aangewend. Oorspr. (Inv. no. 4492), met de signatuur van den notaris

1325 Missive van het Hof aan Jheronimus, Augustinus en Johannes Marissen, dat zij na het aanstellen van voogden over de kinderen uit het tweede huwelijk huns vaders de in het te Harderwijk gewezen vonnis bedoelde verklaring moeten doen en zich in alles aan dat vonnis moeten houden. (Zie No. 1324)