5293 Missive van het hof aan den burggraaf van het Rijk van Nijmegen, in antwoord op die van 31 maart. Het hof, zijn bericht gelezen hebben, heeft geen bezwaar tegen de uitbetaling van het restant der koopsom door Jasper van Osenberch, muntmeester te Batenburg, aan het convent van St. Augustinus te Wesel

430 Missive van den Stadhouder aan het Hof. Hij weet nu zeker dat in Gelderland, zoo op de Veluwe als elders knechten worden aangenomen en gelast met kracht daartegen op te treden. De hoplieden zouden heeten Wijnant Augustinus en Culenburgh. Zie antwoord van 15 maart. Zie Br.m.h.kw.v.Nijmegen No. 5426.

436 Missive van het Hof aan den Stadhouder in antwoord op 3 brieven van 12 en 13 maart No. 430, 431 en 432. Men heeft het door den Stadhouder bevolene terstond gedaan en zal den zelfden persoon van Berg zenden om verdere informatie. Hierbij gaat een brief van den Schout van Voorst. Naar aanleiding daarvan adviseert het hof in het geheim eenige ruiters te zenden om zoo mogelijk hopman Augustinus te vangen. Daar Brederode en die van Vianen te Utrecht en te Rhenen openlijk tot vijanden van Z.M. verklaard zijn en zulks in Gelderland niet heeft plaats gehad, vraagt het Hof, hoe het handelen moet, als zij zich hier mochten vertoonen. Naar aanleiding van het accoord tusschen Z.M. en Harderwijk adviseert het Hof soldaten op het huis te leggen onder den drost en den pastoor Rutger van Baer, die nog te Arnhem is en zonder last van den Stadhouder niet naar Harderwijk wil terugkeeren, zulks te bevelen en hem onder bescherming van den drost te stellen. (Zie brief van 18 februari).

438 Missive van den Stadhouder aan het Hof in antwoord op die van 15 maart. Daar de graaf van den Berg en de Heer van Wel Roermond als loopplaats voor de door hen aangenomen knechten bestemd hebben, moet daarheen iemand gezonden worden. Wat betreft den brief van den Schout van Voorst, het beste zal zijn den Schutmeester met de zijnen daarheen te zenden om op Augustinus te loeren. Alle vergaderingen van knechten moeten gestoord, en de knechten opgehangen worden, hetgeen niet veel moeite zal kosten, daar zij doorgaans ongewapend zijn. Wanneer Brederode of iemand der zijnen zich vertoont, moet hij tot nader order vastgehouden worden. Het accoord met Harderwijk, dat eerstdaags aan het Hof gezonden zal worden, moet in 't geheim gedrukt worden en daarna overal verkocht worden. Van het terugkeeren van den drost kan eerst sprake zijn, als het huis gerepareerd is. De pastoor van Baer moet zoolang nog te Arnhem blijven. (Zie brief van 24 maart). Zie over van Baer brief van 15 april No. 474.