Uw zoekacties:

28 Gemeente Ambt Vollenhove 1818-1942 ( Gemeentearchief Steenwijkerland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Korte geschiedenis van de gemeente
28 Gemeente Ambt Vollenhove 1818-1942
1. Inleiding
1.1.
Korte geschiedenis van de gemeente
NB:
Zie voor de volledige titelbeschrijving van aangehaalde werken het literatuuroverzicht.
Het gebied waarin de gemeente gelegen is, behoorde in de middeleeuwen tot het bezit van de bisschop van Utrecht. De oudste nederzettingen zijn Barsbeek, Zuurbeek, Kadoelen, Baarlo en Leeuwte. In de twaalfde eeuw liet de bisschop op een eilandje in de haven van het huidige Vollenhove een burcht bouwen. Omstreeks het jaar 1200 ontstond hier het schoutambt van Vollenhove. In 1354 werd de nederzetting die intussen rondom de burcht was ontstaan losgemaakt uit het schoutambt door de verlening van stadsrechten. De bisschop verloor zijn heerlijke rechten in 1528 aan de landsheer, Karel V. * 
In de Franse tijd werd het gebied van Ambt Vollenhove met dat van Stad Vollenhove samengevoegd tot één gemeente. Per 1 juli 1818 werd Ambt Vollenhove een zelfstandige gemeente. Volgens een opgave uit 1830 bestond die gemeente uit de buurtschappen Kuinderdijk en Baarlo, Barsbeek en Leeuwte. Ook in het bevolkingsregister uit de periode 1825-1851 werd St. Jansklooster nog niet genoemd als wijk of buurtschap. Men noemde enkel de oude kerspelen. Niettemin was St. Jansklooster in de negentiende eeuw de snelst groeiende kern. *  Diverse malen werd gecorrespondeerd over grenswijzigingen, voornamelijk met Blokzijl en met Stad Vollenhove. *  Bij wet van 11 januari 1913 (Staatsblad nr. 14) werd de grens met Blokzijl gewijzigd. De gemeente is per 1 februari 1942 samengevoegd met de gemeente Stad Vollenhove tot de nieuwe gemeente Vollenhove. *  Deze gemeente is op haar beurt in 1973 met Blokzijl, Giethoorn en Wanneperveen opgegaan in de gemeente Brederwiede.
Een gemeentewapen werd de gemeente verleend bij Koninklijk Besluit van 1 november 1898, nr. 35. Dit gebeurde nadat de Commissaris der Koningin bij de gemeente had aangedrongen op de aanvraag van een wapen. * 
Vanaf 1818 werd de gemeente bestuurd door de schout en de gemeenteraad. Het dagelijks bestuur werd gevormd door schout en assessoren. De schout, die vanaf 1825 burgemeester werd genoemd, werd evenals tegenwoordig benoemd door de Kroon. De raadsleden en assessoren werden door Gedeputeerde Staten van Overijssel benoemd. Sinds de invoering van de Gemeentewet in 1851 wordt de gemeenteraad echter gekozen door het kiesgerechtigde deel van de bevolking. Het kiesrecht was voorbehouden aan mannen en bovendien gebonden aan een zekere welstand. In 1917 werd echter het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd, terwijl vrouwen sinds 1919 mogen stemmen. De naam assessor werd gewijzigd in wethouder. De wethouders werden door en uit de gemeenteraad gekozen. Tot de herziening van de Kieswet in 1919 trad om de twee jaar een derde deel van de gemeenteraad en één wethouder af. Daarna werd de raad om de vier jaar in zijn geheel gekozen. Vanaf juli 1941 werd de taak van de gemeenteraad waargenomen door de burgemeester.
De schout, later burgemeester van Ambt Vollenhove, bekleedde die functie ook voor de gemeente Blokzijl. Zowel C. Scheidius, schout van 1818 tot 1823 als J.P. baron Sloet van Tweenijenhuizen, schout/burgemeester van 1823 tot en met 1844 waren overigens woonachtig in Stad Vollenhove. Vanaf 1845 werd de burgemeester gedeeld met de gemeente Stad Vollenhove evenals, hoewel misschien niet helemaal vanaf dat jaar, de secretarie. Deze was gevestigd boven hotel Seidel. In Heetveld had men een Raadkamer. In 1917 werd echter een eigen secretarie annex Raadkamer geopend te St. Jansklooster. Deze werd aangebouwd aan een woning die eigendom was van de gemeente, maar verhuurd aan de Kerkeraad van de Gereformeerde Gemeente. De woning zelf werd burgemeesterskamer en raadzaal. *  Ook benoemde men een eigen secretaris.
De inwoners van Ambt Vollenhove leefden vooral van landbouw en veeteelt. Vanaf de zeventiende eeuw nam daarbij het belang van de veeteelt toe. Verder werd er turf gewonnen. Jaarlijks was er een veemarkt bij herberg De Krieger. *  Nijverheid was er halverwege de negentiende eeuw in de vorm van een calicotweverij te St. Jansklooster, die overigens in 1854 afbrandde en in 1859 werd gesloten, en een houtzaagmolen in de Rietvink. *  Rond de eeuwwisseling werden twee boterfabrieken en een viszouterij opgericht. *  En natuurlijk waren er de nodige ambachtelijke activiteiten die vooral van lokaal belang waren.
De gemeente werd in de vorige eeuw vijfmaal geteisterd door rampen. Allereerst was er de overstroming van 1825, die de nodige schade veroorzaakte. Elf jaar later teisterde een novemberstorm het gebied. Verder waren er drie grote branden in 1835, 1854 en 1895. Bij deze laatste brand raakten 23 gezinnen uit St. Jansklooster dakloos. * 
Voor vervoer waren de inwoners aangewezen op de bootverbindingen vanaf Blokzijl of Vollenhove en op hun wegen. Deze werden van oudsher onderhouden door de eigenaren van diverse stukken land. In 1825 hadden de Goedsheren en erfgenamen van de drie kerspelen in het Kwartier van Vollenhove tevergeefs getracht het onderhoud af te wentelen op de gemeente. *  In 1837 werd de onderhoudsplicht omgezet in een retributie. De provincie nam het onderhoud over. In de jaren daarna werden veel wegen verbeterd. *  Openbaar vervoer was er ook, in vorm van wagendiensten. In 1839 kreeg de heer A. Harsevoort een vergunning voor een postwagendienst Blokzijl-Zwolle. Deze dienst reed tweemaal per week. H.G. Breijinck kreeg in 1862 een vergunning voor een wagendienst Blokzijl-Zwartsluis, maar deze werd een jaar later alweer ingetrokken. *  Vanaf 1898 werd geregeld gecorrespondeerd over de aanleg van een tramlijn. Het traject liep van Zwolle naar Blokzijl. Het baanvak Zwartsluis-Blokzijl werd op 26 maart 1914 in gebruik genomen. Het reizigersvervoer werd per 1 september 1934 overgenomen door een autobusdienst. * 
Het onderwijs werd verzorgd in een schoollokaal te St. Jansklooster. De school werd in 1835 vergroot. *  In 1853 werd ook in de buurtschap Heetveld een school gesticht, die echter nogal duur uitviel. Wethouder Post werd door Gedeputeerde Staten van Overijssel aangesproken, omdat hij zich borg had gesteld voor de betaling. *  Het schoolgebouw te St. Jansklooster werd vernieuwd in 1878, dat in Heetveld in 1880. *  De openbare school te Heetveld werd in 1914 opgeheven. Het gebouw, de meubelen en de onderwijzerswoning werden verhuurd aan de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Christelijke Scholen te Ambt-Vollenhove. * 
In 1918 werd de Coöperatieve Vereeniging voor electrische verlichting te Ambt Vollenhove opgericht. De vergunning van het Ministerie van Waterstaat die deze vereniging in 1925 kreeg, werd in 1926 overgenomen door de gemeente. In datzelfde jaar werd het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf opgericht. De installatie werd op 10 januari 1927 in bedrijf gesteld, de elektriciteit werd betrokken van de N.V. IJsselcentrale te Zwolle. In de volgende jaren werd het verdeelnet geleidelijk over de diverse buurtschappen uitgebreid. Bij raadsbesluit van 8 september 1936 werd besloten het Elektriciteitsbedrijf aan de IJsselcentrale te verkopen. * 
Om de volksgezondheid te bevorderen werd omstreeks 1931 een drinkwaterleiding aangelegd door de N.V. Waterleidingmaatschappij Noord Overijssel. Op 14 juli van dat jaar verleende burgemeester en wethouders een vergunning aan de maatschappij om aan de Kloosterweg te St. Jansklooster een watertoren te bouwen. * 
1.2. Geschiedenis van het archief
1.3. Verantwoording van de inventarisatie
1.4. Aanwijzingen voor de gebruiker
1.5. Bestuurders van Ambt Vollenhove 1818-1941
1.6. Literatuur
1.7. Aanvulling op de inleiding bewerkingstraject VHIC 2007-2009

Kenmerken

Auteur:
P.G.J. Huismans (ODRP facilitair)