01.075 Landen van Overmaas, 1411-1795 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.075
Landen van Overmaas, 1411-1795
Inleiding
Het graafschap Daelhem
Het ontstaan
01.075 Landen van Overmaas, 1411-1795
Inleiding
Het graafschap Daelhem
Het ontstaan
Het gebied waaruit later het Land van Daelhem is ontstaan lag in de vroege Middeleeuwen in de Luigouw. De laatst bekende gouwgraaf Godfried overleed in 1065 slechts dochters nalatend. Zijn zuster was gehuwd met Frederik graaf van Luxemburg.
De dochters van Godfried hebben de ouderlijke goederen onder elkaar gedeeld, terwijl hun tante haar aandeel in de ouderlijke goederen, in de Luigouw gelegen door haar huwelijk aan Luxemburg bracht.
Hierna heerst er grote onzekerheid in de geografische aanduiding der Luigouw en heeft deze in het begin der XIe eeuw grote wijzingen ondergaan. *
De dochters van Godfried hebben de ouderlijke goederen onder elkaar gedeeld, terwijl hun tante haar aandeel in de ouderlijke goederen, in de Luigouw gelegen door haar huwelijk aan Luxemburg bracht.
Hierna heerst er grote onzekerheid in de geografische aanduiding der Luigouw en heeft deze in het begin der XIe eeuw grote wijzingen ondergaan. *
Het bouwen van het kasteel van Daelhem op een steile rots van twee zijden omspoeld door de Berwine en de Bolland in 1080 was de reden dat Daelhem de naam werd van het Land, later graafschap, dat tot dan toe 's Gravenvoeren werd genoemd.
Ceyssens veronderstelt, dat het bouwen van het kasteel Daelhem een gevolg is geweest van de verdeling van het Land tussen de leden van het Luxemburgse huis.
Paltzgraaf Herman, behorende tot het laatstgenoemd huis bouwde het kasteel Daelhem. *
Ceyssens veronderstelt, dat het bouwen van het kasteel Daelhem een gevolg is geweest van de verdeling van het Land tussen de leden van het Luxemburgse huis.
Paltzgraaf Herman, behorende tot het laatstgenoemd huis bouwde het kasteel Daelhem. *
Hoever strekte het gebied van het oude land van Daelhem zich nu uit? Vermoedelijk is het ontstaan uit de oude Karolingische paltz 's Gravenvoeren.
Achtereenvolgens zullen wij de plaatsen behandelen die in de loop der tijden deel hebben uitgemaakt van het latere graafschap Daelhem.
Achtereenvolgens zullen wij de plaatsen behandelen die in de loop der tijden deel hebben uitgemaakt van het latere graafschap Daelhem.
Aubel. Deze schepenbank heeft oorspronkelijk behoord tot de bank 's Gravenvoeren waarvan het vóór 1251 reeds zou zijn afgescheiden. Als parochie komt het eerst in 1395 voor. *
Berne (Bernau) was een bank van het St. Servaaskapittel te Maastricht. In de 15e eeuw had de hertog van Brabant er de hoge heerlijkheid. Rechtens behoorde het niet tot het Land van Daelhem. *
Bomhaye. Hier had het O.L. Vrouwe Munster te Aken de hoge heerlijkheid en was de hertog van Brabant voogd.
Het is mogelijk dat Bomhaye via dit voogdijschap bij het Land van Daelhem gekomen is. Het appelleerde echter op 's Gravenvoeren. Het was tweeherig, want de justitie was verdeeld tussen het Munster en de hertog van Brabant. *
Het is mogelijk dat Bomhaye via dit voogdijschap bij het Land van Daelhem gekomen is. Het appelleerde echter op 's Gravenvoeren. Het was tweeherig, want de justitie was verdeeld tussen het Munster en de hertog van Brabant. *
Cadier. J. Habets zegt in zijn ' Notice sur la ci devant seigneurie de Cadier et le chateau de Blankenberg', dat Cadier van alle tijden deel heeft uitgemaakt van het graafschap Daelhem, doch vermeld geen bron ten bewijze dezer bewering. Het zou dan m.i. deel hebben moeten uitmaken van de palts Gravenvoeren. Zijn geïsoleerde ligging, ten opzichte van Daelhem zou, gezien het feit dat Oost ook geïsoleerd liggend t.o.v. 's Gravenvoeren toch daartoe behoorde. *
Cheratte met de huidige gemeente Barchon en een gedeelte der gemeente St. Remy. Hoe Cheratte bij het graafschap Daelhem gekomen is, is niet bekend. Het behoorde wellicht tot de palts 's Gravenvoeren. *
Daelhem. Deze schepenbank zal ontstaan zijn na het bouwen van het kasteel ter plaatse en heeft oorspronkelijk behoord tot de palts 's Gravenvoeren. *
's Gravenvoeren de karolingische palts, was de voornaamste bank van Daelhem. Hiertoe behoorden oorspronkelijk ook St. Maartensvoeren, Warsage, Mheer, Noorbeek en Oost.
Voor 1251 waarschijnlijk ook St. Pietersvoeren, terwijl Aubel nog vóór laatstgenoemd jaar ervan afgescheiden is. *
Voor 1251 waarschijnlijk ook St. Pietersvoeren, terwijl Aubel nog vóór laatstgenoemd jaar ervan afgescheiden is. *
Housse behoorde aan de abdij Godsdal en de hertog van Brabant was sinds 1283 voogd over deze plaats. Of Housse tengevolge hiervan bij het graafschap Daelhem kwam is te vermoeden. *
Mortier was een heerlijkheid toebehorend aan het O.L. Vrouwe Munster te Aken. De hertog van Brabant was hoofdvoogd over Mortier. *
Moulingen had oorspronkelijk eigen heren. In 1314 waren er te Moulingen twee grote lenen tussen welke de heerlijke rechten verdeeld waren. Philip van Moelingen hield het dorp en de justitie, behalve de hoge, toen in leen van Jan III, hertog van Brabant. *
Neufchateau. Of Neufchateau tot de palts 's Gravenvoeren heeft behoord of dat dit op een andere wijze bij het graafschap Daelhem is gekomen, is ons onbekend.
Olne. Dit was een oude immuniteit van het St. Adelbertkapittel te Aken en lag als enclave tussen Luiks en Limburgs gebied. Om aan de moeilijkheden met de voogden een einde te maken stond het genoemde kapittel ca. 1240 de hoge voogdij en de soevereiniteit over Olne na de verovering van Daelhem in 1239 door de hertog van Brabant aan deze laatste af. *
Oost heeft oorspronkelijk behoord tot de bank 's Gravenvoeren. *
Richelle. De heerlijkheid Richelle heeft behoord aan het O.L. Vrouwe Munster te Aken. In de 15e eeuw was de hertog van Brabant hoog-voogd over Richelle. Of deze voogdij aan de Brabantse hertogen gekomen is ofwel dat zijn voorgangers, graven van Daelhem deze reeds bezaten is niet bekend. Richelle zal waarschijnlijk via deze voogdij bij het graafschap Daelhem gekomen zijn. *
St. André. Deze heerlijkheid werd op 20 april 1283 voor 350 mark door de hertog van Brabant gekocht van de abdij Burtscheid, die er tevoren de heerlijke rechten had. *
Na deze aankoop is St. André met de bank Trembleur verenigd.
Na deze aankoop is St. André met de bank Trembleur verenigd.
St. Maartensvoeren heeft behoord tot de bank 's Gravenvoeren.
St. Pietersvoeren heeft vóór 1251 behoord tot de bank 's Gravenvoeren. Het is later een vrije Rijksheerlijkheid geworden en kwam ca. 1240 aan de ridders der Duitse Orde (Biesen).
Trembleur met St. André. Hoe dit bij het graafschap Daelhem gekomen is, is ons niet bekend.
Warsage heeft behoord tot de bank 's Gravenvoeren. Het hiervoor besproken rapport van Stoop en Van Meerbeke uit het jaar 1473 geeft voor het Land van Daelhem 700 huisgezinnen aan, dus ca. 3500 inwoners.
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden
Archieven van de Landen van Overmaas
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden
Bijlage: Korte beschrijving van de aktes van het archief van de Ridderleenhof Carsfeld te Gulpen LvO 9177-9184
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden
Kenmerken
Datering:
1411-1795
Auteur:
J.M. van de Venne
Omvang m1:
221 - 105 charters
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de Landen van Overmaas, 6 delen (Maastricht z.d.), aangepast in 2017-2018
Opmerking:
Verschillende archiefblokken zijn overgedragen aan diverse Limburgse archiefdiensten of zijn verplaatst naar andere archieffondsen binnen het RHCL.
Categorie:
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden