Uw zoekacties:

01.075 Landen van Overmaas, 1411-1795 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De landen van Overmaas
Het land van Valkenburg
Het land van 's-Hertogenrade
De heren en de overgang aan Brabant
01.075 Landen van Overmaas, 1411-1795
Inleiding
De heren en de overgang aan Brabant
De oudst bekende heren van 's Hertogenrade waren de graven van Saffenberg wier stamslot aan de Ahr lag. De oudst bekende was Herman (1056-1075). Hij werd opgevolgd door zijn zoon Adelbertus (ca. 1040-16.12.1110) die gehuwd was met Mathilda N. Hun zoon Adolf leefde, volgens Dr. Boeren, van ca. 1100-1106 tot ca. 1158 en had Margaretha van Schwarzenberg tot echtgenote. Van dit laatste echtpaar zijn drie kinderen bekend, waarbij een dochter Mathilde. Bij de verdeling der ouderlijke goederen kreeg zij het Land van 's Hertogenrade. Door haar huwelijk in 1136 met Hendrik II, hertog van Limburg, bracht zij 's Hertogenrade in dit laatste huis. Het bleef Limburgs bezit tot de slag van Woeringen in 1288 toen het met het oude hertogdom Limburg overging aan de hertogen van Brabant. *  Van 1136 tot 1288 had 's Hertogenrade dezelfde heren als het hertogdom Limburg.
Het is hier de plaats om een misvatting recht te zetten omtrent de overgang van 's Hertogerade aan Brabant die bij diverse schrijvers voorkomt. Verschillende auteurs beweren, dat deze in 1231 zou plaats gehad hebben zo o.m. J.F. Böhmer in zijn Regesta imperii.
Verder zegt Gaillard in zijn geschiedenis van de Raad van Brabant.. 'Rolduc fut vendu en 1231 à Henri I par Othon comte de Geuldre' G. Smets vermeld in zijn geschiedenis van Hendrik I, hertog van Brabant, hieromtrent: 'Le 11 novembre 1231 Otton consent à inféoder au duc de Brabant ses droits contaux sur Herzogenrath'. Ook Verkooren spreekt in deze van 's Hertogenrade. *  Met dit graafschap Roda, in de betreffende oorkonde dd. 11 november 1231 vermeld, kan onmogelijk ons 's Hertogenrade bedoeld zijn en wel om de volgende redenen: 1. dit laatste is nooit een graafschap geweest; 2. de graven van Gelre hadden in 1231 geen bezittingen in 's Hertogenrade en 3. het graafschap Roda lag volgens de oorkonde van 1231 aan dezelfde zijde van de Maas als Leuven, de plaats waar zij is uitgevaardigd, terwijl het Land van 's Hertogenrade ten opzichte van Leuven over de Maas lag.
Naar mijn mening is met het graafschap Roda, het Brabantse dorp St. Oedenrode bedoeld, dat oudtijds een graafschap geweest is.
De betreffende oorkonde was ook uitgegeven door baron Sloet *  die in zijn index dit Roda vermeld als 'Rode graafschap aan de Maas' en het niet plaatst bij Rode (Rolduc) 's Hertogenrade.
In 1219 heeft Hendrik III, hertog van Brabant, de mansionarii (cijnsplichtige boeren) van de kerk van Rolduc, in het gebied van Rode wonende, vrij verklaard van alle belastingen aan hem verschuldigd. Deze belasting schonk de hertog toen aan het Maria-altaar te Rolduc. Dr. Boeren houdt het ervoor, dat op grond van deze ontheffing, het oude Rode in 1219 een vrijheid geworden is. * 
Het is mogelijk dat Dr. Boeren gelijk heeft, maar dan moet het Land van Rode toen slechts door mansionarii van de abdij Kloosterrade bewoond geweest zijn. Overigens sloot de hertog het jus civilis over genoemde mansionarii niet in deze ontheffing in, doch behield dit voor zichzelf. De toestand van het Land van 's Hertogenrade was op 't laatst der 14e eeuw alles behalve rooskleurig.
In de jaren 1389-1393 waren in de dorpen geen schouten zodat de drossaard van het land de eis moest doen in de schepenbanken. Terzelfder tijd werden erfrenten niet betaald omdat veel landerijen onbebouwd bleven en een deel van de inwoners verarmd was.
Het graafschap Daelhem
De heren en de overgang aan Brabant
De drie landen van Overmaas onder de hertogen van Brabant
De landen van Overmaas van 1632 tot de uitvoering van het Partagetractaat in 1663
De landen van Overmaas
De landen van Overmaas na het tractaat van Fontainebleau van 8 november 1785
Het einder der landen van Overmaas en de inlijving bij de Franse Republiek
Het rechterlijk en administratie bestuur vóór 1365
Het bestuur onder de Brabantse hertogen tot 1632
1.14. Aantekeningen bij diverse deelarchieven
Archieven van de Landen van Overmaas
Bijlage: Korte beschrijving van de aktes van het archief van de Ridderleenhof Carsfeld te Gulpen LvO 9177-9184
Inventarisnummer 9177; Akten van overdracht en verbintenis over de jaren 1570-1612
Inventarisnummer 9178; Akten van overdracht en verbintenis over de jaren 1740-1767
Inventarisnummer 9179; Minuten van overdracht en verbintenis
Inventarisnummer 9181; Rollen der civiele processen
Inventarisnummer 9182; Civiele processen
Inventarisnummer 9183; Processtukken in civiele zaken
Inventarisnummer 9184

Kenmerken

Datering:
1411-1795
Auteur:
J.M. van de Venne
Omvang m1:
221 - 105 charters
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de Landen van Overmaas, 6 delen (Maastricht z.d.), aangepast in 2017-2018
Opmerking:
Verschillende archiefblokken zijn overgedragen aan diverse Limburgse archiefdiensten of zijn verplaatst naar andere archieffondsen binnen het RHCL.