01.075 Landen van Overmaas, 1411-1795 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.075
Landen van Overmaas, 1411-1795
Inleiding
De heren en de overgang aan Brabant
01.075 Landen van Overmaas, 1411-1795
Inleiding
De heren en de overgang aan Brabant
De oudst bekende heren van 's Hertogenrade waren de graven van Saffenberg wier stamslot aan de Ahr lag. De oudst bekende was Herman (1056-1075). Hij werd opgevolgd door zijn zoon Adelbertus (ca. 1040-16.12.1110) die gehuwd was met Mathilda N. Hun zoon Adolf leefde, volgens Dr. Boeren, van ca. 1100-1106 tot ca. 1158 en had Margaretha van Schwarzenberg tot echtgenote. Van dit laatste echtpaar zijn drie kinderen bekend, waarbij een dochter Mathilde. Bij de verdeling der ouderlijke goederen kreeg zij het Land van 's Hertogenrade. Door haar huwelijk in 1136 met Hendrik II, hertog van Limburg, bracht zij 's Hertogenrade in dit laatste huis. Het bleef Limburgs bezit tot de slag van Woeringen in 1288 toen het met het oude hertogdom Limburg overging aan de hertogen van Brabant. * Van 1136 tot 1288 had 's Hertogenrade dezelfde heren als het hertogdom Limburg.
Het is hier de plaats om een misvatting recht te zetten omtrent de overgang van 's Hertogerade aan Brabant die bij diverse schrijvers voorkomt. Verschillende auteurs beweren, dat deze in 1231 zou plaats gehad hebben zo o.m. J.F. Böhmer in zijn Regesta imperii.
Verder zegt Gaillard in zijn geschiedenis van de Raad van Brabant.. 'Rolduc fut vendu en 1231 à Henri I par Othon comte de Geuldre' G. Smets vermeld in zijn geschiedenis van Hendrik I, hertog van Brabant, hieromtrent: 'Le 11 novembre 1231 Otton consent à inféoder au duc de Brabant ses droits contaux sur Herzogenrath'. Ook Verkooren spreekt in deze van 's Hertogenrade. * Met dit graafschap Roda, in de betreffende oorkonde dd. 11 november 1231 vermeld, kan onmogelijk ons 's Hertogenrade bedoeld zijn en wel om de volgende redenen: 1. dit laatste is nooit een graafschap geweest; 2. de graven van Gelre hadden in 1231 geen bezittingen in 's Hertogenrade en 3. het graafschap Roda lag volgens de oorkonde van 1231 aan dezelfde zijde van de Maas als Leuven, de plaats waar zij is uitgevaardigd, terwijl het Land van 's Hertogenrade ten opzichte van Leuven over de Maas lag.
Naar mijn mening is met het graafschap Roda, het Brabantse dorp St. Oedenrode bedoeld, dat oudtijds een graafschap geweest is.
Naar mijn mening is met het graafschap Roda, het Brabantse dorp St. Oedenrode bedoeld, dat oudtijds een graafschap geweest is.
De betreffende oorkonde was ook uitgegeven door baron Sloet * die in zijn index dit Roda vermeld als 'Rode graafschap aan de Maas' en het niet plaatst bij Rode (Rolduc) 's Hertogenrade.
In 1219 heeft Hendrik III, hertog van Brabant, de mansionarii (cijnsplichtige boeren) van de kerk van Rolduc, in het gebied van Rode wonende, vrij verklaard van alle belastingen aan hem verschuldigd. Deze belasting schonk de hertog toen aan het Maria-altaar te Rolduc. Dr. Boeren houdt het ervoor, dat op grond van deze ontheffing, het oude Rode in 1219 een vrijheid geworden is. *
In 1219 heeft Hendrik III, hertog van Brabant, de mansionarii (cijnsplichtige boeren) van de kerk van Rolduc, in het gebied van Rode wonende, vrij verklaard van alle belastingen aan hem verschuldigd. Deze belasting schonk de hertog toen aan het Maria-altaar te Rolduc. Dr. Boeren houdt het ervoor, dat op grond van deze ontheffing, het oude Rode in 1219 een vrijheid geworden is. *
Het is mogelijk dat Dr. Boeren gelijk heeft, maar dan moet het Land van Rode toen slechts door mansionarii van de abdij Kloosterrade bewoond geweest zijn. Overigens sloot de hertog het jus civilis over genoemde mansionarii niet in deze ontheffing in, doch behield dit voor zichzelf. De toestand van het Land van 's Hertogenrade was op 't laatst der 14e eeuw alles behalve rooskleurig.
In de jaren 1389-1393 waren in de dorpen geen schouten zodat de drossaard van het land de eis moest doen in de schepenbanken. Terzelfder tijd werden erfrenten niet betaald omdat veel landerijen onbebouwd bleven en een deel van de inwoners verarmd was.
In de jaren 1389-1393 waren in de dorpen geen schouten zodat de drossaard van het land de eis moest doen in de schepenbanken. Terzelfder tijd werden erfrenten niet betaald omdat veel landerijen onbebouwd bleven en een deel van de inwoners verarmd was.
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden
Archieven van de Landen van Overmaas
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden
Bijlage: Korte beschrijving van de aktes van het archief van de Ridderleenhof Carsfeld te Gulpen LvO 9177-9184
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden
Kenmerken
Datering:
1411-1795
Auteur:
J.M. van de Venne
Omvang m1:
221 - 105 charters
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de Landen van Overmaas, 6 delen (Maastricht z.d.), aangepast in 2017-2018
Opmerking:
Verschillende archiefblokken zijn overgedragen aan diverse Limburgse archiefdiensten of zijn verplaatst naar andere archieffondsen binnen het RHCL.
Categorie:
laatste wijziging 18-05-2023
10.250 beschreven archiefstukken
1.280 gedigitaliseerd
totaal 222.937 bestanden