28 gerechtelijke akten
sorteren op:
samenvatting | datering | |
---|---|---|
Tonis Brant, momber van Dirick, Harmgen, Styngen en Merrytgen Dirickss, onmondige kinderen van zaliger Dirick Dirickss, voor een vierde deel; Volken Bot Gerritss, voor een vierde deel van vaderswege; Henrick Sael Janss en Arys Bot Peterss, elk voor een vierde deel van moeders wege. Zij verkopen aan Cornelis Hesselss en zijn vrouw Fensgen het achtste deel van 5 1/2 dammaten land, genaamd Die Brede Haer, in de Haar. | 29-10-1540 | |
Goutgen, weduwe van Lambert Roterss met haar momber Evert Albert Evertss; haar oudste zoon Jan Lambertss, mede namens zijn boers en zusters met namen Ariaen, Roetert, oude Willam, jonge Willam, Fensgen en Armgart, zijn 40 Filips gulden schuldig aan Willam Wouterss. Onderpand: 2 1/2 dammaten land naast de Neerwegcamp in Duist. | 10-03-1537 | |
Jan Lubbertss, schout van Duist en de Haar, legt als privépersoon beslag op de goederen van Lysgen van Sulen en haar kinderen, zijnde het zesde deel van Het Kyff Lant in Duist. De andere vijf delen zijn eigendom van Goert Tymanss en Elis Willamss. | 1538, dinsdag na St. Olof (18 juni) | |
Jacob Henrickss verkoopt aan zijn oudste zoon Henrick Jacobs de helft van 2 1/2 dammaten land in de Duist, bewoond door Gerrit Zyll off Gerrit Reyerss. Mede eigenaar: Jacob Gerritss van Scaick. | 03-09-1539 | |
Gerrit Reyerss in de wandeling genaamd Zyl en zijn vrouw Evertgen verkopen aan Frans Meynss en zijn vrouw Geertruyt 3 1/4 dammaten land in Duist. Gerrit woont daar en heeft het gemeenschappelijk met Frans Meynss en Jacob Hendrickss. | 31-10-1540 | |
Wouter Lumans Jacopss verkoopt aan Evert Jan Claess en zijn vrouw jkvr. Dyliaen van Dolre de helft van twee akkers, van ouds 9 dammaten groot, in Duist. De wederhelft is van zijn zuster Marie Luman Jacopsdr. | 29-04-1539 | |
Anna Reyer Herman Loichss weduwe met haar momber Frederick Henrickss is jaarlijks vijf Filips gulden schuldig aan Geertgen Tomas Pyels weduwe, gaande uit de helft van zes dammaten land in Duist. De wederhelft is van haar zoon. Aflosbaar met 100 Philips gulden. | 20-04-1539 | |
Roedolph, bisschop van Utrecht geeft de landgenoten van Duist toestemming om een wetering met sluis te maken lopende vanaf de Cronckel in de Eem. | 1537, zaterdag voor Allerheiligen (Allerheiligen is op 1 november) | |
Jan Lubbertss, schout van Duist en de Haar, legt als privépersoon beslag op de goederen van Lysgen van Sulen en haar kinderen, zijnde haar deel van zeven morgen land gelegen in Duist. | 1538, dinsdag na St. Olof (18 juni) | |
Geertgen, weduwe Goert Teynagels met haar momber Gerrit Aertss Bogemaker verkopen aan haar zoon Gerrit Teynagel Goertsz en zijn vrouw Weymtgen 2 1/2 dammaten land in de Hont onder Duist en de Haar. | 23-01-1540 | |
Henrick van Ryng (Ryn), Gerritgen, weduwe van Jan van Ryn en Reyertgen Jans van Ryn, weduwe van Jan Meuss met Cornelis Volkyss als momber, verkopen aan Jan van Rijn het vierde deel van 12 dammaten land in de Haar. Gemeenschappelijk eigendom met Evert Reick en Henrick Willamss. Verder verkopen zij aan Jan van Rijn de helft van 8 dammaten in Duist. Gemeenschappelijk eigendom met Evert Reick. | 07/08-11-1539 | |
Jkvr. Geertrut, weduwe van Jan van Ryetvelt met haar momber Jacob Loichss verkopen aan Mergrijt Luman Jacob dochter negen dammaten land in Duist, vanouds eigendom van Jacob Lumanss. | 1494, dinsdag voor St. Lambert (16 september) | |
Aantekening dat hierna een akte volgt (uit 1494) die betrekking heeft op het bezit van negen dammaten land in Duist. De ene helft was in bezit van Wouter Lumanss, die het heeft verkocht aan Evert Janss. De andere helft was van zijn zuster Merrij Lumanss. Zij schonk haar deel aan de Grote Kerk. | 1529 | |
Anna Reyers Herman Loich weduwe met haar momber Vrederick Henrickss geven een jaarlijkse rente van vijf Filips gulden over aan Geertgen Thomas Pijls weduwe. Onderpand: de helft van zes dammaten land in Duist. De wederhelft is van de zoon van Anna Reyers. Aflosbaar met 100 Filips gulden. | 20-04-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Rutger Elissen verklaart dat Franck Korsgen en zijn vrouw Weym eventuele schade op het gekochte land mogen verhalen op de verkopers. | 18-05-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Jan Lubbertss de jonge, verkopen aan Franck Korsgen en zijn vrouw Weym een vierde deel van 7 1/2 dammaten land, in Duist. De andere helft is van Jan Jacop Botter, de broer van Lysgen. Het laatste vierde deel is van Aeltgen Lysgen de dochter van Lysgen en de dochter van zaliger Symon Toniss. | 16-05-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Jan Lubbertss de jonge, verkopen aan Franck Korsgenss en zijn vrouw Weym een vierde deel van zes dammaten land, in Duist. De andere helft is van Jan Jacop Botter, de broer van Lysgen. Het laatste vierde deel is van Aeltgen Lysgen de dochter van Lysgen en de dochter van zaliger Symon Toniss. | 16-05-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Jan Lubbertss de jonge, verkopen aan Franck Corsgen en zijn vrouw Weym van Snuel een vierde deel van anderhalve dammaat in de Haar. De andere helft is van Jan Jacop Botter, de broer van Lysgen. Het laatste vierde deel is van Aeltgen Lysgen de dochter van Lysgen. Het land is onderdeel van een gemeenschappelijk bezit van Steven Dirickss, Peter Meuss van Westrenen, Pouwels Swart en Gerrit Teynagel. | 16-05-1539 | |
Geerloff Tomass verkoopt aan Ghysbert Bot en zijn vrouw Frans zijn kindsdeel in Duist dat hij erfde van zijn ouders, zijn broer Ghysbert en zijn zuster Aefgen. | 06-10-1538 | |
Aeltgen Dirick Jacops weduwe met als momber Jan Pyll; Willam Scaij Jacopss en zijn vrouw Gerritgen; Jacop Scay en Rotert Scay als mombers van de twee onmondige kinderen van zaliger Dirick Jacob Scay, genaamd Peter ende Bernt en de mombers van moeders zijde: Dirick Ryckss en Johan van Hell; ieder voor een vierde deel. Zij verkopen vier dammaten haar en land, in de Haar. Gemeenschappelijk met Aeltgen Dirick Jacopss weduwe. Dit land was geërfd van Jacop van Hees, die het had gekocht van Gerrit Dirickss uit de gemeenschappelijke nalatenschap na het overlijden van zijn vrouw. | 1538, vrijdag na St. Elizabeth (St. Elizabeth is 19 november) | |