30 gerechtelijke akten
sorteren op:
samenvatting | datering | |
---|---|---|
Registratie van een akte voor not. Gerrit Vogelesang te Utrecht d.d. 27-11-1807. Jacob van Asch, Hendrik van Asch en Grietje van Asch, meerderjarig, ongehuwd, won. Hamersveld, allen wonende bij hun moeder, aan de ene zijde. Willem van Asch, wed. Willemijntje Hendriks, won. Leusden, aan de andere zijde. Allen enige nagelaten kinderen van Cornelis van Asch en zijn nu nog in leven zijnde, hoogbejaarde vrouw Beatrix Willemse. De drie eerstgenoemden kopen hun broer Willem voor 420 gulden uit en houden daarbij rekening dat zij voor hun moeder zorgen en gezorgd hebben. | 30-11-1807 | |
Akkoord tussen Maijtie Arrisse en Bart Gijsbertsen. Bart mag nog vier jaar het hout hakken voor 34 gulden per jaar en een gulden voor de armen. Voor de heg bij het huisje van Maijtie moet hij een dukaat voor de armen van Leusden geven. Bart zal het land van Maijtie eggen, mesten en drie dagen plaggen rijden. Maijtie moet voor het zaaikoren en de mest zorgen. Bart zal de belastingen betalen, maar mag die aftrekken van de huur. Maijtie huurt een stukje land van Bart voor zeven gulden dat zij mag afplaggen. | 08-03-1746 | |
Afschrift van een akkoord voor not. Steven van Brinkesteijn te Amersfoort van d.d. 12-05-1732. Akkoord door Cornelis Spiegel en Aloisius van Muijlwijck, gewezen heemraden van Hamersveld, aan de ene kant. Arnolda van Veenhuijse, wed. Helmigh Warneke, aan de andere kant. Er was een kwestie ontstaan tussen Cornelis Spiegel en Jan Gerritsen (tijdens het proces overleden) en Helmigh Warneke als eigenaar van de Aghterste Hoffstede, op Hamersveld, onder Leusden. Helmigh Warneke had de Hamersveldseweg afgesloten met een hek, zeggende dat het zijn grond was. In 1726 hadden de schouwers van de Hamersveldseweg het hek weggehaald. Nu was Helmigh Warneke tijdens het proces overleden. Zijn weduwe werd geadviseerd een akkoord te sluiten. Akkoord: de heemraden mogen over de Hamersveldseweg, vanaf de Swarte Steeg tot aan de Leusbroekse landen, om te schouwen. Er mag geen hek meer geplaatst worden. De weduwe moet de proceskosten betalen. | 12-05-1732 | |
Registratie van een akkoord voor not. Jacob van den Doorslagh te Utrecht. Johan Adolph baron van Renesse, heer van Lockhorst, aan de ene kant. Willem Jansz en zijn vrouw Neeltjen Aerts, aan de andere kant. Er is verschil van mening over de grens van het land van de heer van Lockhorst, door Willem Jansz gebruikt, en het erf Schutterhoeff, in eigendom van dezelfde Willem Jansz. Daarom is er ook verschil van mening over de huur. Men komt overeen dat de bestaande scheisloot half om half van ieder van hen is. Waar geen sloot is, wordt er een sloot gegraven tot aan de beek toe. Er bestaat ook een oude kaart van Lockhorst en Schutterhoeff. Er staan nog meer bepalingen over het verwijderen van een hek en een doornhaag. Willem Jansz zal de hofstede Lockhorst per 10-04-1711 verlaten. Er worden afspraken gemaakt over de belastingen en taxatie van de 'slieten'. Willem Jansz betaalt de heer van Lockhorst 100 gulden voor gehakt hout. | 16-03-1711 | |
Registratie van een akkoord voor Anthonij van Goudoever, notaris te Amersfoort. Francois de Monteseau en zijn vrouw Anna Longet verklaren dat hun kleindochter Maria de Monteseau, dochter van hun overleden zoon Cornelis de Monteseau, op het punt staat te trouwen met Hendrick van der Heuij. Zij hebben geen huw. voorw. gemaakt. Desondanks zijn zij erfgenamen. Onder voorbehoud dat de erflaters het vruchtgebruik hebben tot hun dood toe. Het aanstaande echtpaar is aanwezig en neemt de erfenis met de voorwaarde aan. | 02-08-1705 | |
Akkoord tussen Meerten Meijnsz, tegenwoordig eigenaar van de hofstede Sniddelaer, in Donkelaar, onder Leusden, en de erfgenamen van Willem Thonisz van Colverschoten, als eigenaren van land, genaamd de Wormshoeve, naast Sniddelaer, in Donkelaar, onder Leusden. Er was onenigheid ontstaan over het betalen van de belastingen van vier morgen land. In de blaffaard van het Oudschildgeld van 1599 staat dit op naam van Willem Thonisz c.s., gebruiker: Herman Jansz, ten bedrage van zeven oudschilden en zes stuivers. Ook nog een morgen land, in het Ouschildgeldregister op naam van Aernt Wolfertsz, gebruiker: Herman Jansz, gesteld op 18 stuivers. Om verdere onkosten te voorkomen zijn Meerten Meijnsz en de gebroeders Thijmen en Jan Willemsz van Colverschoten, mede namens de erfgenamen van hun overleden broer Henrick Willemsz van Colverschoten overeen gekomen dat de Colverschotens het oudschildgeld van de vier morgen zullen betalen en ook voor twee morgen en 500 roeden. Meerten Meijnsz zal betalen voor zeven morgen en 200 roeden land. Hij zal ook betalen voor de morgen, die ooit aan Aernt Wolfertsz behoorde. | 22-03-1701 | |
Akkoord tussen Hessel Henricksz, won. in 't Aland, en Aelbert Thonisz van Voscuijl, won. Leusden. Hessel Henricksz zal 45 gulden belasting in Leusden betalen in aflossing van de huurschuld van 30 gulden voor het laatste jaar huur. Aelbert Thonisz van Voscuijl zal de belastingen in Woudenberg betalen. Hij stelt zich borg voor de tiend, te betalen aan de heer Blocklant. Borg voor Hessel Henricksz: Willem Henricksz, won. op de Weteringh. | 24-01-1699 | |
De geërfden van Leusden, bijeen in de St. Joriskerk te Amersfoort horen het verslag van de gecommitteerden die een gesprek hadden met de watergraaf van de Eem (zie 01-05-1687). De stad Amersfoort neemt de kosten van het herstel van de dijk op zich vanaf Isselt tot aan de Melm. Men bood aan om de onkosten van de watergraaf, 63 gulden, en het hout, 32-10-0 gulden, te zullen betalen. Hier gaat het gerecht mee akkoord. | 25-05-1687 | |
Bevestiging van een akkoord tussen de geërfden van Leusbroek en Peter Vastrick gemaakt ca. 1663. In St. Joriskerck bijeen. Peter Vastrick zal op zijn kosten twee bruggen bouwen; een brug over de grote wegsloot voor herberg de Moff en de drifterbrug over de beek. Het gerecht zal de materialen betalen. | 01-05-1687 | |
Er is een kwestie gerezen tussen de kerkmeesters van Leusden en jkhr. Jacob Botte, erfgenaam van zijn broer als eigenaar van het erf Grootvelt, waarbij een ‘block’ bij Bavoort hoort. Er is uit dit block vele jaren geen raapzaad betaald aan de kerk van Leusden. Om een proces te voorkomen hebben Aelbert Thonisz en Henrick Jansz Cock, kerkmeesters van Leusden, geassisteerd door schout Thielman Beens een akkoord gesloten met jkhr. Jacob Botte. Botte zal 40 gulden betalen in twee termijnen. Hij belooft ook de volgende zes jaar een mud raapzaad of zes gulden te betalen. Deze worden betaald door Huijgh Jansz, gebruiker van Grootveld, in mindering van zijn pacht. | Z.j. (1683) | |
Jan Jansz, op Den Treeck, is enige jaren lang geleden nalatig geweest in het onderhoud van zijn drie roeden slag aan de Bavoortse brug. De buren van Leusbroek zullen dit onderhoud overnemen. Jan Jansz zal daarvoor de weg onderhouden vanaf Block tot aan de Treeck. | 13-06-1634 | |
Jan Thonisz, won. Stoutenburg, aan de ene kant. Sijmon Andriesz, aan de andere kant. Jan geeft al het gezaaide koren en koren op het veld en in de berg van de boerderij waar hij op woont, over aan Sijmon. Sijmon neemt, met instemming van de 'grondheren' de pacht voor de komende vijf jaar over van Jan en gaat per direct op de boerderij wonen. Sijmon betaalt 688 gulden aan de borgen van Jan Thonisz: Cors Meusz en Jan Albertsz, die nog geld van hem tegoed hebben. | 25-02-1611 | |
Cornelis Meusz belooft zijn broer Jan Meusz de helft van 100 daalders te betalen. Dit geld had hij ontvangen als voogd van de kinderen van zijn broer uit zijn eerste huwelijk met Atris Jans Hoolhorst. | 10-07-1617 | |
Mr. Johan Rijndop, advocaat voor het Hof van Utrecht laat namens Cornelis Dircksz van Duverden en en zijn vrouw Aeltgen Schrassert, won. Amersfoort een akkoord registreren tussen Cornelis Dircksz van Duverden en Carsten Braeckman als dienstknecht van Andries Oloffsz en Hendrick Jacobsz, kooplieden te Flensburg, gesloten op d.d. 21-12-1615 te Amersfoort. Onderpand: het erf Ruijtenbeeck, onder Leusden, leenroerig aan de Domeinen 's lands van Utrecht. | 04-01-1616 | |
Willem Albertsz, won. Amersfoort vader en voogd van Thijman Willemsz, zoon van zijn overleden vrouw Reijertgen, sluit een akkoord met Jop Gerritsz, won. Hamersveld. Willem mag het land, eigendom van zijn zoon Thijman, voor vijf jaar gebruiken tegen betaling van 6 gulden per jaar aan Angnitgen Vollen. | 09-07-1614 | |
Peter Harmen Meusz sluit een akkoord met Ebbert Jordensz en zijn dochter Lijsbeth Ebberts. Peter herroept zijn woorden en excuseert zich. Hij zal het niet weer doen op boete van 25 gulden per keer. | 31-01-1610 | |
Akkoord tussen Cornelis de Ruiter, won. Utrecht en Gerritje van Ginkel, wed. Rijk van Grootveld, won. Maarsbergen. Cornelis de Ruiter wordt remplaçant voor Arien van Grootveld, geb. 1788, als hij mocht worden ingeloot. Hij krijgt direct 50 gulden en bij inloten nog eens 50 gulden. Na de diensttijd krijgt hij 400 gulden. | 13-03-1811 | |
Arnoldus Johannis de Vooght namens zijn broer Petrus Menardus de Vooght wil als remplaçant dienen i.p.v. Gerrit van Essen. Hij krijgt nu vast 75 gulden en nog eens 75 gulden als Gerrit van Essen wordt ingeloot. Mocht hij worden uitgeloot, dan krijgt Petrus Menardus de Vooght 25 gulden. Heeft hij de diensttijd vervuld krijgt hij nog eens 200 gulden. Ook J.G. Holl te Amsterdam (bemiddelaar?) krijgt 200 gulden. Hendrik Lagerweij en Jan van Kolfschoten als voogden en Arien Koudijs als toeziend voogd van Gerrit van Essen stemmen hiermee in. | 10-03-1811 | |
Ariaantje Jansen Overeem, laatst wed. Gerrit Cornelisse van Egdom, won. bij haar schoonzoon op Rumelaar, aan de ene kant, en haar zoons Roelof en Jan Gerritsen van Egdom en haar schoonzoon Jan Legemaat, getrouwd met Evertje Gerritsen van Egdom, aan de andere kant. In aanvulling op het akkoord van 17-02-1803 wordt afgesproken dat de goederen in de familie moeten blijven. | 05-10-1803 | |
Akkoord tussen Ariaantje Jansen Overeem, laatst wed. Gerrit Cornelisse van Egdom, won. aan de Holevoet, aan de ene kant, en haar zoons Roelof en Jan Gerritze van Egdom en haar schoonzoon Jan Legemaat, getrouwd met Evertje Gerritze van Egdom, aan de andere kant. Ariaantje Jansen Overeem wordt gelijftocht uit een deel van de goederen zoals dat bij testament was vastgelegd. Daarbuiten valt: vijf morgen land onder 't Voort ten noorden van de Lunterse beek bij Scherpenzeel, met recht van overpad voor het Bruinhorsterbosch, dat wordt toegescheiden aan Roelof Gerritsen van Egdom. De hofstede met huis, twee bergen, bakhuis, wagenschuur, schaaphok en land, genaamd Bruinhorst, met recht van overpad voor het Bruinhorsterbosch, wordt toegescheiden aan Jan Gerritze van Egdom. De hofstede met huis, wagenschuur, twee bergen en land op Rumelaar. Het huis en de hof staan op Woudenbergs grondgebied, het land ligt onder Maarsbergen. Dit wordt toegescheiden aan Jan Legemaat. Het waardeverschil moet onderling verrekend worden. Ariaantje Jansen Overeem krijgt jaarlijks 90 gulden, dus van elk kind 30 gulden, uitgekeerd. Zij blijft eigenaar van het Bruinhorsterbosch, ten oosten van de Bruinhorst. Dit bos telt voor zes morgen in de belasting. Dit is een bedrag van 14 gulden, 14 stuivers, 8 penningen. Gedaan ten huize van gerechtsbode Matthijs Lagerweij, in het Gerechtshuis. | 17-02-1803 | |