Reeds in 1838 werd een voorstel tot verbetering van de weg Kampen-Genemuiden gedaan. Een commissie werd benoemd, die de kosten van het bepuinen en begrinden van de weg op ƒ 30.000,- schatte. 24 maart 1841 werd het plan van de be-grinding door Gedeputeerde Staten van Overijssel goedgekeurd; de aanbesteding volgde ten bedrage van ƒ 30.783,-. Kampen en Genemuiden droegen elk ƒ 11.000,- bij; beide gemeenten betaalden in 1842 nog elk ƒ 500,- van het tekort. Kampen en Genemuiden hadden elk 22/47 en Grafhorst 3/47 van de onderhoudskosten. Bij contract van 31 maart 1914 werd het gedeelte van de kunst weg naar Genemuiden van af de herberg "De Schietbaan" tot aan de kom der gemeente Genemuiden ter lengte van 11025 m door de Staten van Overijssel in beheer genomen, ter uitvoering van een besluit van 20 november 1906. Voor het overige weggedeelte werd jaarlijks vóór 1 mei 50% der onderhoudskosten in de provinciale kas gestort, t.w. door elk der contractanten Kampen en Genemuiden de helft. Van juni 1914 is de overeenkomst, waarbij Grafhorst en Genemuiden aan de gemeente Kampen het bestrate gedeelte van de weg Kampen-Genemuiden, strekkende van de grens tussen Kampen en IJsselmuiden tot aan "De Schietbaan" overdragen. Grafhorst gaf jaarlijks ƒ 25,- aan Kampen; Genemuiden ƒ 8000,- vóór 1 juli 1914 ineens. Grafhorst betaalde voorts aan elk der gemeenten Kampen en Genemuiden jaarlijks vóór 1 mei ƒ 25,'- voor onderhoudskosten van het niet bestrate gedeelte van de weg, strekkende van af "De Schietbaan" tot Genemuiden. Bij aanvullingsovereenkomsten werden de onderhoudspercentages gewijzigd vastgesteld (17/25 juni 1929 en 10okt./7nov. 1939), waarna op grond van het besluit van provinciale staten van Overijssel van 4 april 1962, nr. 13 de gemeenten en dus ook de gemeente Kampen werd vrijgesteld van bijdragen in de onderhoudskosten voor bij de provincie in beheer en onderhoud zijnde wegen, c.q. de weg Kampen-Genemuiden.