In de raadsvergadering van 23 februari 1844 werd voorgesteld, het reeds meermalen geopperde denkbeeld, om de straatweg van Kampen naar Wezep in verbinding te brengen met de aan te leggen grintweg van Apeldoorn naar Hattem, in ernstige overweging te nemen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken brengt hierover een rapport uit, hetwelk 7 maart 1845 door de gemeenteraad wordt behandeld. Voor de aanleg van de weg wordt een commissie benoemd, die echter niet tevreden is met een herhaald aanbod van Kampen om gedurende 20 jaar ƒ 400,-, later verhoogd tot ƒ 500,- per jaar, in de kosten bij te dragen. Na ontbinding der eerste commissie en benoeming van een tweede komt Kampen 30 mei 1851 met een nieuw voorstel, waarbij het zich bereid verklaart, indien de gemeenten Heerde en Oldebroek, volgens de plannen en onder toezicht van de opzichter van de provinciale waterstaat, de aarden baan opgemaakt hebben en deze vóór 1 april 1852 opgenomen en goedgekeurd is, deze met keien en grint in orde te laten brengen en voortdurend te onderhouden en zulks onder bepaalde voorwaarden. 21 oktober 1851 wordt van provinciale staten van Gelderland mededeling ontvangen van een provinciaal subsidie van ƒ 4000,'-, waarna met het leggen van de aarden baan wordt begonnen. De kosten voor Kampen worden op ƒ 12.000,- geschat. Bij raadsbesluiten der gemeente Kampen d.d. 16 juni 1956, nr. 19 en 5 september 1962, nr. 23 werd de z.g. Wezep-Heerder grintweg in eigendom overgenomen resp. door de gemeenten Oldebroek en Heerde.