Per 1 januari 1975 werd de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Brunssummerheide uitgebreid met de gemeenten Hoensbroek, Wijnandsrade, Eygelshoven en Merkelbeek. De naam werd daarbij veranderd in Recreatieschap Oostelijk Zuid-Limburg. Het doel van dit Recreatieschap was de bevordering van Recreatie, Natuurbescherming, Landschapsverzorging en Toerisme.
In de periode 1976-1977 traden de gemeenten Eygelshoven, Nieuwenhagen, Schaesberg en Ubach over Worms uit de gemeenschappelijke regeling. De gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf en Nuth besloten per januari 1984 tot een hernieuwde vaststelling van de gemeenschappelijke regeling.
In 1985-1986 treedt de gemeente Onderbanken toe tot de gemeenschappelijke regeling

Het Algemeen Bestuur werd gevormd door de burgemeesters en wethouders afkomstig uit de deelnemende gemeenten. Het Dagelijks Bestuur bestond uit zeven leden: een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, beiden afkomstig uit het Algemeen Bestuur, en vijf leden die door en uit het AB werden aangewezen

Op 9 april 1977 werd het Schutterpark geopend. Het bestond uit: een kinderboerderij, speeltuinen, roei-en hengelvijvers en een ski-en sleebaan. In 1980 was het Concentratiepunt Schrieversheide gereed. Het omvatte een bezoekerscentrum, een kinderboerderij en lig-en speelweiden. Deze ontwikkelingen betekenden voor het Schap een forse toename van werkzaamheden. Dankzij diverse subsidiemogelijkheden was het mogelijk geworden ook een daaraan aangepast personeelsbestand op te bouwen.
Een logisch vervolg op de onderhouds-, de toezichts- en de inrichtingstaak op het gebied van openluchtrecreatie ontstond vanzelf binnen de schapsactiviteiten, namelijk: een educatieve taak. Aanvankelijk enthousiast zelf door de boswachters ter hand genomen door excursies voor talloze bezoekers, later meer deskundig onder leiding van pedagogisch opgeleide medewerkers, verder uitgebouwd tot datgene wat in het bezoekerscentrum en de educatieve kinderboerderij geboden werd.
Een verdere ontwikkeling die plaatsvond in 1981 in Oostelijk Zuid-Limburg was de start met het Integraal Beleidsplan voor de toekomst. Plannen omtrent recreatie, natuur, landschap en toerisme werden op regionaal niveau op elkaar afgestemd en in relatie gebracht met wonen, werken en verkeer. De nadruk werd gelegd op de nieuwe identiteit van het Oostelijke Mijngebied: van zwart naar groen: de zwarte mijnbergen waren afgeplat en daarop verrezen aan de nieuwe tijd aangepaste woonwijken, te midden van veel groen en wandelpaden.
Tevens werd een aanvang gemaakt met de realisatie van de groenverbindingsstrook tussen de Brunssummerheide en de Schinveldse bossen. In Schinveld werden grondaankopen gerealiseerd met ondersteunde subsidies van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en van de Provincie. Deze gronden waren oorspronkelijk bedoeld voor de vestiging voor industrie, maar konden op deze wijze behouden worden als natuur- en recreatiegebied

Op 18 juni 1987 werd de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Oostelijk Zuid-Limburg ontbonden. Per 19 juni werd de rechtsopvolger van het Recreatieschap in het leven geroepen: de Taakopdracht Recreatie van het Streekgewest Oostelijk Zuid-Limburg