De Gemeenteraad besloot op 18 augustus 1947 de Jan Campertstichting op te richten ter blijvende herdenking van het verzet van Nederlandse letterkundigen in de jaren 1940-1945. Volgens haar statuten heeft de stichting tot doel de bevordering van de Nederlandse letterkunde. Zij tracht dit doel te bereiken door het verstrekken van opdrachten, het uitschrijven van prijsvragen, het verstrekken van financiële steun ten behoeve van letterkundige uitgaven en alle andere daartoe dienstige wettige middelen.
Het bestuur van de stichting bestaat uit ten hoogste zeven leden, van wie twee door de gemeenteraad uit zijn midden te benoemen en de overigen door burgemeester en wethouders.
In zijn vergadering van 17 oktober 1955 besloot de Gemeenteraad de statuten te wijzigen in die zin, dat bestuursleden die ook lid zijn van de Gemeenteraad aftreden wanneer zij het lidmaatschap van de gemeenteraad verliezen.

In zijn vergadering van 23 mei 1966 besloot de gemeenteraad de statuten in overeenstemming te brengen met de Wet op de stichtingen, zoals deze was gewijzigd bij de wet van 10 juli 1963. De statuten werden opnieuw vastgesteld bij akte van 11 augustus 1966 verleden voor notaris F.H. Reuvekamp Gille te 's-Gravenhage.

In zijn vergadering van 16 december 1974 besloot de gemeenteraad de statuten andermaal te wijzigen. Artikel 3 werd gewijzigd als volgt: 'Zij tracht dit doel te bereiken door: 1. het toekennen van letterkundige prijzen; 2. het verstrekken van financiële steun ten behoeve van letterkundige uitgaven en activiteiten, die in relatie tot Den Haag staan; 3. het verstrekken van opdrachten; 4. alle andere daartoe dienstige wettige middelen.' Een herzien artikel 4 beperkte het aantal bestuursleden tot vijf, te benoemen door burgemeester en wethouders. De gewijzigde statuten werden vastgesteld op 29 april 1975.
De statuten werden nogmaals gewijzigd op 23 april 1979.

Bij de overbrenging van het archief naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats werd bepaald, dat stukken pas openbaar zijn als zij de ouderdom van 30 jaar hebben bereikt. Na inventarisatie is de omvang van het archief teruggebracht tot 1,50 meter.