Uw zoekacties: Vereniging 'Salem'

0215-01 Vereniging 'Salem' ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In februari 1893 namen mevrouw van Naamen van Eemnes, Mevrouw E. Ypey-van Panhuys, Mevrouw A.J.M. Lantsheer baronesse van Lynden, Jonkvrouwe Klerck, Jonkvrouwe baronesse van Welderen Rengers en jonkvrouwe baronesse van Lynden uit christelijke naastenliefde het besluit een vereniging op te richten die de naam 'Salem' (Vrede) zou dragen. Deze vereniging had ten doel tegen matige vergoeding een tehuis te bieden aan onbemiddelde dames 'uit de beschaafde stand' en een tijdelijk onderkomen te verschaffen aan jonge onderwijzeressen zonder betrekking die enige tijd in Den Haag moesten vertoeven. Men kon het lidmaatschap der vereniging verkrijgen door een schenking van minstens f 100,- ineens of betaling van een jaarlijkse contributie van tenminste f 10,-. De statuten werden bij K.B. van 15 juli 1893 nr. 32 goedgekeurd, welke dag werd aangehouden als datum van oprichting der vereniging. Het bestuur zou bestaan uit minstens drie en hoogstens zes ledenbestuursters die zich konden laten bijstaan door drie door haar gekozen bestuurders. Bij de oprichting der vereniging werd een helpende hand uitgestoken door notaris mr. W.J.M. de Bas, jonkheer Repelaer van Driel en mr. Ypey. Koningin Wilhelmina en koningin Emma gaven ieder f 500,-, terwijl de groothertogin van Saxen f 100,- schonk. Mr. van Naamen zegde een salonameublement toe. Op de vergadering van 7 december 1893 besloot het bestuur de percelen Willemstraat 26 en 28 van mejuffrouw J.A. Jochems te kopen voor f 18.000,-. Hiervoor wilde men een lening groot f 20.000,- sluiten in aandelen van f 500,- à 3%. Mejuffrouw Jochems bood aan voor f 15.000,- hypotheek op de twee huizen te geven, waarvan tijdens haar leven geen rente betaald hoefde te worden.
Op 16 maart 1894 werd de koopacte getekend; de eerste augustus werd het perceel Willemstraat 26 opgeleverd en kwamen de eerste pensionnaires. De plechtige inwijding van huize 'Salem' vond plaats op zaterdag 4 augustus 1894. De pensionnaires moesten 60 jaar oud en gezond zijn. Zij hadden ieder de beschikking over een zitslaapkamer met medegebruik van de conversatiekamer. De ochtendkoffie werd op de kamer geserveerd, de maaltijden werden gezamenlijk in de daarvoor aangewezen kamer gebruikt. Op de tweede verdieping kostten de kamers f 120,- en f 135,- per maand, terwijl het entreegeld f 50,- per kamer bedroeg. De bewoonsters moesten eigen meubilair meenemen, zij mochten zonder vergunning van het bestuur geen muziekinstrumenten op de kamer hebben en absoluut geen huisdieren. Voor extra verwarming en verlichting was goedkeuring van het bestuur vereist. De kamers mochten 's nachts niet worden afgesloten. De pensionnaires moesten zuinig zijn met het licht en het gebruik van de lift. Van hen werd verwacht dat zij in positief christelijke zin aan de goede sfeer in huis zouden bijdragen en zich zouden beschouwen als te behoren tot een gemeenschap van gelijkgezinden. In 1895 werd het gas op de slaapkamers pas bij het naar bed gaan opgestoken. Tegen elf uur sloot de directie de voordeur en de gaskraan. Bezoek op de kamers was niet toegestaan, hiervoor was de conversatiekamer en 's-zomers ook de tuin beschikbaar. In latere jaren kon men aan tafel bier krijgen en 's-zondags een glas wijn. Wijn voor eigen gebruik mocht de directrice à contant tegen 30 cts per halve fles verstrekken.
Bij het ontbijt om half negen ging de directrice voor in bijbellezing en gebed. Aan de lunch om half een kon men kiezen tussen melk, koffie en cacao, terwijl het beleg bestond uit vlees, ei, koek en kaas. Het diner om zes uur bestond uit vlees of vis, groenten en aardappelen met een toespijs; enkele malen in de week was er soep vooraf. De bewoonsters moesten zelf hun bed afhalen en het 's-zondags ook zelf opmaken. Het houden van honden en katten bleef verboden maar met toestemming van de directrice mocht men wel een vogel op de kamer hebben. In overleg met de directrice mocht men ook bij voldoende plaatsruimte voor een bepaalde tijd tegen betaling gasten aan tafel of logé's hebben. Wenste men op de kamer bediend te worden dan kostte dat f 2,- per maand extra. In 1899 gaf koningin Emma een gift van f 100,- aan 'Salem'. In 1927 kocht de vereniging het grote perceel Willemstraat 30 erbij. Het volgend jaar werd van de Fundatie Van den Santheuvel-Sobbe te Amsterdam een bedrag van f 1000,- ontvangen als bijdrage in de kosten van de centrale verwarming. De drie percelen hadden samen een tuin van 500 vierkante meter waarvan in 1937 15 vierkante meter werd verkocht aan de vereniging 'Het Nederlandsch Lyceum'.
De oorlogsjaren lieten 'Salem' niet onberoerd. Op 10 februari 1944 evacueerden 13 dames onder leiding van de directrice naar Huize ''t Ross' te Laren in Gelderland. Dit huis was veel kleiner, zodat men zich moest behelpen. De panden in de Willemstraat waren in gebruik genomen door de Nederlandse Coöperatieve Raad van de Voedselvoorziening. In Laren was de voedselvoorziening beter dan in Den Haag. In huize ''t Ross' werd op 16 augustus 1944 het 50-jarig bestaan van 'Salem' gevierd alsof er geen oorlog was. Het feest werd bijgewoond door het bestuurslid freule van Ittersum, die in de buurt van Laren geëvacueerd was en de vroegere directice mejuffrouw Slotemaker de Bruine. Ook burgemeester Van Welderen Rengers was aanwezig evenals het oud-bestuurslid mevrouw Sixma van Heemstra, die in de buurt woonde. Er was een geregelde correspondentie met het bestuur in Den Haag, al bleef de post soms drie weken onderweg. In de laatste oorlogswinter van 1944/45 vonden herhaaldelijk luchtgevechten in de buurt van Laren plaats. In Maart 1945 vorderde de Wehrmacht de voorkamer van Huize ''t Ross'. Later trokken de Canadezen in het huis dat toen in de vuurlinie lag. De dames van 'Salem' kwamen toen vier dagen niet uit de kleren. Op 18 november 1946 keerden 11 dames terug naar de zeer uitgewoonde panden Willemstraat 26 en 28. Pand nummer 30 kon pas in october 1952 weer worden betrokken. Nu moest 'Salem' veel hogere pensionprijzen vragen om de exploitatie financieel verantwoord te maken. Op 15 september 1952 nam de vereniging een hypotheek van f 8000,- op de huizen om financiële steun van instellingen en verenigingen te kunnen krijgen.
Door de moeilijke situatie gedwongen zocht 'Salem' in februari 1953 contact met de Diaconie der Nederlands Hervormde Gemeente in Den Haag om besprekingen over een eventuele overname van het tehuis te voeren. De vereniging stelde zich toen ten doel aan onbemiddelde dames tegen matige vergoeding een vriendelijk tehuis te bieden. Het lidmaatschap kon worden verkregen door een gift van f 250,- ineens of een jaarlijkse contributie van f 25,-. Voor bestuursters kwamen ervaren protestantse vrouwen in aanmerking. Op 9 october 1953 vierde de vereniging haar 60-jarig bestaan. In het tehuis woonden toen 22 dames, die tussen f 80,- en f 175,- per maand pensiongeld betaalden. Het eigen kapitaal der vereniging was toen f 175.000,- groot, terwijl er een hypotheek van f 8.000,- op de huizen rustte. In de vergadering van 30 januari 1954 nam het bestuur een voorstel van de Hervormde Diaconie aan, dat inhield dat 'Salem' als zodanig zou blijven voortbestaan, maar dat de financiële verantwoordelijkheid bij de diaconie zou berusten. Bij koninklijk besluit van 8 juni 1954 nr. 40 werd artikel 8 van de statuten der vereniging aldus gewijzigd: `Het bestuur der vereniging bestaat uit een oneven aantal van tenminste 5 en ten hoogste 11 leden, waarvan de kleinste meerderheid wordt benoemd en ontslagen door het moderamen der Diaconie van de Nederlands Hervormde Gemeente te 's-Gravenhage. De overige bestuursleden, protestants-christelijk van overtuiging, worden door de jaarlijkse ledenvergadering benoemd. Indien tot liquidatie der vereniging wordt overgegaan, worden - na inachtneming van art. 1702 B.W. - de baten overgedragen aan de Diaconie der Nederlands Hervormde gemeente te 's-Gravenhage'. In 1961 bezat 'Salem' een eigen kapitaal van f 21.264,-. In datzelfde jaar ging men over op oliestook.
Op 29 januari 1962 overleed op 81-jarige leeftijd jonkvrouwe C.G.W.E. Repelaer van Driel die van 15 mei 1942 tot 20 september 1958 presidente van 'Salem' was geweest. Op 30 september 1960 was zij ook als bestuurslid afgetreden. Zij bewoonde in het tehuis twee mooie kamers en was de goede genius van alle bewoonsters. Als presidente werd zij in 1958 opgevolgd door mevrouw F.A.M.E.A. Beelaerts van Blokland-Beelaerts van Blokland. Wegens stijgende kosten gingen de pensionprijzen regelmatig omhoog. In 1965 betaalden de pensionnaires een prijs die varieerde van f 238,50 tot f 310,- per maand. In juli 1966 lag deze tussen f 325,- en f 375,- per maand. Het huishoudelijk reglement van dat jaar schreef voor dat de dames die 'Salem' bewoonden positief protestants van levensovertuiging moesten zijn. Bij overlijden vóór de 15e van de maand was volledig pension over die maand verschuldigd. Ook werd dan nog een bedrag van f 75,- aan kamerhuur voor de volgende halve maand in rekening gebracht. In geval van overlijden ná de 15e van de maand werd volledig pension over die maand en f 150,- voor de volgende volle maand kamerhuur berekend. De kamer moest binnen 10 dagen geheel ontruimd zijn. Het entreegeld werd gesteld op f 150,-. De dames moesten zelf lijf-, bedde- en linnengoed meenemen en zelf hun meubelen een kleine beurt geven. Het ontbijt en de koffie werden op de kamer gebruikt. Radio of andere muziekinstrumenten op de kamer was slechts mogelijk met toestemming van het bestuur. Het gebruik van electrische kookapparaten was verboden evenals het roken in bed.
Er was geen vast sluitingsuur. Wel moesten de dames bij afwezigheid van meer dan één dag de directrice in kennis stellen. Van tien uur 's-morgens tot half elf 's-avonds mocht men bezoekers op de kamer ontvangen. Indien minstens de helft van de bewoonsters hierop prijs stelde kon door een commissie van overleg of een contactpersoon contact tussen bestuur en bewoonsters worden onderhouden. Zo langzamerhand werd de toestand voor 'Salem' onhoudbaar. In maart 1967 werd met de Diaconie der Nederlands Hervormde gemeente afgesproken dat de pensionnaires van 'Salem' onderdak zouden vinden in de toen in aanbouw zijnde nieuwe vleugel van het Haags Hervormd rusthuis 'Oostduin' aan de Goetlijfstraat. In een brief van 27 november 1967 aan het Gewestelijk Arbeidsbureau stelde de vereniging, dat de exploitatie van de panden in de Willemstraat economisch niet meer verantwoord was, dat de vereniging behalve bestuursleden geen contribuerende leden had en dat zij daarom besloten had zichzelf op te heffen en haar personeel per 1 maart 1968 te ontslaan. Het personeel kon solliciteren naar een betrekking in het rusthuis 'Oostduin', waar voor allen plaats was. Aldus geschiedde: op 4 maart 1968 kozen de pensionnaires van 'Salem' hun kamers in het nieuwe rusthuis der Nederlands Hervormde gemeente aan de Goetlijfstraat. In 1972 schonk de oud-presidente der vereniging het archief van 'Salem' aan het Haags Gemeentearchief.

Kenmerken

Datering:
1893-1968
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Vereniging Salem
Omvang in m¹:
1,625
Auteur:
A.M.J. de Haan
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar
Archiefvormer(s):